Wet van 24 november 2005 tot wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 in verband met intrekking Wet deelneming Grevelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de deelneming van het Rijk aan de gemeenschappelijke regeling voor het Natuur- en Recreatiegebied De Grevelingen te beëindigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Natuurbeschermingswet 1998 wordt na artikel 73 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 73a

  • 1. De Wet deelneming Grevelingen wordt ingetrokken.

  • 2. Het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen ontvangt ter zake van de uittreding van het Rijk uit de gemeenschappelijke regeling Natuur- en Recreatiegebied De Grevelingen een vergoeding van het Rijk van 9,75 miljoen euro, onder de voorwaarde dat de vergoeding door het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen of diens rechtsopvolger wordt besteed aan de behartiging van de belangen van natuur, landschap en openluchtrecreatie in De Grevelingen.

  • 3. Het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen of diens rechtsopvolger legt aan Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verantwoording af over de besteding van de afkoopsom en overlegt daartoe jaarlijks aan Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een jaarrekening tezamen met een accountantsverklaring. De eerste volzin is van toepassing tot 1 januari 2030 of, als dit eerder is, tot 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen of diens rechtsopvolger is opgehouden te bestaan.

  • 4. Ingeval niet is voldaan aan de voorwaarde, bedoeld in het tweede lid, of aan de verplichtingen, bedoeld in het derde lid, eerste volzin, kan Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de vergoeding geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 24 november 2005

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de vijftiende december 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 177

Naar boven