Besluit van 28 november 2005, houdende intrekking van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel en de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 oktober 2005, nr. AP/PSW/2005/40803 (B43), directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs; artikel 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 38a, tweede lid van de Wet op het voortgezet onderwijs; de artikelen 4.1.2, tweede lid, en 4.3.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 9 november 2005, nr. W05.05.0487/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 21 november 2005, nr. AP/PSW/2005/52655 (B43), directie Arbeidsmarkt en Personeelsbeleid, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I. Intrekking Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs en onderzoekpersoneel

  • 1. In afwijking van artikel 7, eerste en tweede lid, van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel, zoals die artikelleden luidden op 30 november 2005, worden de tegemoetkomingen, toeslagen en aanvullende toeslagen, die betrekking hebben op de maanden april 2005 tot en met december 2005, uitbetaald in december 2005.

  • 2. Het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel wordt ingetrokken, met dien verstande dat de artikelen 7, derde en vierde lid, 8, 10, 10b en 10c, zoals die artikelleden, respectievelijk deze artikelen luidden op 31 december 2005, tot 1 januari 2007 van toepassing blijven op tegemoetkomingen, toeslagen en aanvullende toeslagen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel II. Intrekking Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel

  • 1. De Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel wordt ingetrokken, met dien verstande dat het besluit zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de datum van intrekking van toepassing blijft ten aanzien van tegemoetkomingen die:

    – binnen de termijnen, bedoeld in artikel 8 van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de datum van intrekking, zijn of worden aangevraagd met betrekking tot een aaneengesloten tijdvak van 12 maanden bedoeld in artikel 8, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de datum van intrekking, dat uiterlijk loopt tot en met december 2005;

    – binnen de termijn bedoeld in het tweede lid worden aangevraagd, met betrekking tot een tijdvak zoals bedoeld in dat lid.

  • 2. Indien het uiterlijk tot en met december lopende tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft is aangevangen na 1 januari 2005, dient de aanvraag plaats te vinden binnen 6 maanden na intrekking van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel. De hoogte van het drempelbedrag, bedoeld in artikel 9 van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan de datum van intrekking, wordt in dat geval naar evenredigheid vastgesteld.

Artikel III. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Zorgverzekeringswet in werking treedt. In afwijking van de eerste volzin treedt artikel I, eerste lid, in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 28 november 2005

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de dertiende december 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Naar verwachting zal met ingang van 1 januari 2006 de Zorgverzekeringswet (Kamerstukken II, 2004/05, nr. 29 763) in werking treden. Deze wet regelt één zorgverzekering voor alle Nederlanders. De premieheffing voor de nieuwe zorgverzekering zal deels procentueel en deels nominaal zijn. Het inkomensafhankelijke deel van de premie wordt door de werkgevers vergoed, het nominale deel van de premie komt voor rekening van de werknemers.

De nieuwe zorgverzekering vervangt het huidige ziekenfonds, de particuliere ziektekostenverzekering en de publiekrechtelijke regelingen voor ambtenaren en onderwijspersoneel. Met ingang van 2006 is het personeel in het primair – en voortgezet onderwijs op dezelfde manier, via de nieuwe zorgverzekering, verzekerd. Dit betekent dat de aan de particuliere ziektekostenverzekering verbonden rechtspositionele regelingen, het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekpersoneel (ZKOO) en de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (ZVOO) met de komst van het nieuwe stelsel moeten worden ingetrokken. In de Sectorcommissie onderwijspersoneel (SCOP) is overeenstemming bereikt over de intrekking van beide Regelingen met ingang van het tijdstip waarop de Zorgverzekeringswet in werking treedt. Daartoe dient het onderhavige besluit. De intrekking vindt plaats met ingang van de inwerkingtredingsdatum van de Zorgverzekeringswet; daarbij is rekening gehouden met de omstandigheid dat de tegemoetkomingen op grond van de ZVOO over (een deel van) het jaar 2005 tot uitbetaling komen in de loop van 2006. Het tijdvak waarover een vergoeding kan plaats vinden loopt voor wat betreft beide regelingen uiterlijk tot en met december 2005.

De handhaving tot 2007 van de in het tweede lid van artikel I genoemde artikelen en artikelleden dient ertoe de administratieve afhandeling en eventuele verrekeningen van ZKOO-tegemoetkomingen mogelijk te maken.

In het tweede lid van artikel II is geregeld dat indien het tijdvak waarop de ZVOO-aanvraag betrekking heeft is aangevangen na 1 januari 2005 en derhalve korter is dan 12 maanden (omdat ook in dat geval het tijdvak uiterlijk tot en met december 2005 loopt), de aanvraag dient plaats te vinden binnen 6 maanden na intrekking van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel (derhalve binnen 6 maanden na 1 januari 2006).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven