Besluit van 3 november 2005 tot wijziging van onder meer het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met afronding van de decentralisatie van de uitkeringskosten van bve-instellingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mark Rutte, van 12 oktober 2005, nr. WJZ/2005/43933 (4823), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 118h, tweede en vijfde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 2.2.1, vijfde lid, en 8.3.2, tweede en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 162b, tweede en vijfde lid, Wet op de expertisecentra;

De Raad van State gehoord (advies van 21 oktober 2005, nr. W05.05.0457/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mark Rutte, van 28 oktober 2005, nr. WJZ/2005/48414 (4823), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit WEB wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van hoofdstuk 2, paragraaf 5, wordt «Toevoeging en vermindering» vervangen door: Toevoeging.

B

De artikelen 2.5.2a en 2.5.3 vervallen.

C

Artikel 4.1.1, derde lid, vervalt.

D

In artikel 4.1.3, onder a, vervalt de zinsnede «, daaronder mede begrepen een bedrag in verband met kosten van werkloosheidsuitkeringen en suppleties inzake arbeidsongeschiktheid».

E

In artikel 4.4.1, onder a, vervalt de zinsnede «, daaronder mede begrepen een bedrag in verband met kosten van werkloosheidsuitkeringen en suppleties inzake arbeidsongeschiktheid».

F

Hoofdstuk 4, paragraaf 5, vervalt.

ARTIKEL II

Artikel 4 van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «de volwassen inwoners van de G30, bedoeld in het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid» vervangen door: de volwassen inwoners van de gemeenten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.

2. In het derde lid wordt «G25, bedoeld in het eerste lid» vervangen door «gemeenten, bedoeld in het eerste lid» en wordt «de G25, bedoeld in de Bijdrage regeling sociale integratie en veiligheid G25» vervangen door: de gemeenten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip waarbij kan worden bepaald dat dit besluit terugwerkt tot en met 1 januari 2006.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 november 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Rutte

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de negenentwintigste november 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Dit besluit behelst een wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB. Het betreft het verwijderen uit het Uitvoeringsbesluit WEB van enkele bepalingen inzake de vermindering van de rijksbijdrage in verband met de afronding van de decentralisatie van de uitvoering en de uitkeringskosten werkloosheid en arbeidsongeschiktheid in de bve-sector.

Tevens omvat dit besluit een kleine technische wijziging van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.

Deze nota van toelichting onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

2. Decentralisatie van de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de uitvoeringskosten werkloosheid en arbeidsongeschiktheid

De reguliere bekostiging van de Bve-sector is gebaseerd op de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web) en geregeld in het Uitvoeringsbesluit WEB (UWEB). Nadere regelgeving is opgenomen in de Uitvoeringsregeling WEB (UREG). Het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie hebben ieder hun eigen bekostigingssystematiek. Daarnaast bestaat een afzonderlijke systematiek voor de bekostiging van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (hierna: kenniscentra).

Achtergrond

Bij de wet van 18 april 2002 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden (Stb. 2002, 204) is geregeld dat het georganiseerd overleg op centraal niveau vervalt en dat het georganiseerd overleg op instellingsniveau voortaan betrekking heeft op alle aangelegenheden die van belang zijn voor de rechtstoestand van het personeel.

Op grond van het Besluit verdere decentralisatie arbeidsvoorwaardenvorming in de BVE-sector (Stb. 2003, 233) maakt de Bve-sector vanaf 1 februari 2003 aan de CAO-onderhandelingstafel zelfstandig afspraken met de eigen sociale partners over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Voor de bve-instellingen (ROC’s, vakinstellingen en AOC’s) vervult de Bve-Raad in dit overleg de werkgeversrol, voor de kenniscentra is dat de vereniging Colo.

Tot op heden worden de uitvoeringskosten betreffende de administratieve verwerking van de maandelijkse uitkeringen nog uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het betreft de uitvoering van zowel het wettelijk als het bovenwettelijk deel van de uitkeringen als gevolg van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.

Nu de bve-instellingen en de kenniscentra zelf de werkgeversrol vervullen, dient de verantwoordelijkheid van de Minister voor de uitvoering en de uitvoeringskosten te worden beëindigd. Daartoe strekt het nu voorliggende voorstel tot verwijdering van enkele bepalingen inzake de vermindering van de rijksbijdrage in verband met uitkeringskosten van gewezen personeel van de bve-instellingen uit het Uitvoeringsbesluit WEB. In verband met dit besluit zal artikel 2.2.1, vijfde lid, van de Web worden aangepast.

3. Wijziging Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een technische wijziging aan te brengen in het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Dit hangt samen met de toetreding van de gemeente Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid per 2006, waarmee een uitbreiding plaatsvindt van de G30 naar de G31.

4. Gevoerd overleg

Een voorontwerp van dit besluit is aan de Bve Raad en de vereniging Colo voorgelegd. De Bve Raad en de vereniging Colo kunnen zich met het ontwerpbesluit verenigen.

5. Uitvoeringstoets

Het ontwerp van dit besluit is aan Centrale financiën instellingen (Cfi), de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voorgelegd voor het verrichten van de uitvoeringstoets. Cfi acht het ontwerpbesluit uitvoerbaar.

6. Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

Artikelsgewijs

Artikel I

Met de onderhavige wijziging van het besluit worden de werkgevers verantwoordelijk voor de uitvoering van zowel het wettelijke als het bovenwettelijke deel van de uitkeringen als gevolg van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid.

Onderdelen A en B (opschrift paragraaf 2.5, artikelen 2.5.2a en 2.5.3) bve-instellingen

Het bij wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB in verband met opneming en wijziging van de systematiek van verdeling van de uitkeringskosten van bve-instellingen (Stb. 2005, 568) ingevoerde artikel 2.5.2a inzake vermindering van de rijksbijdrage in verband met uitkeringskosten komt te vervallen nu de verantwoordelijkheid voor de uitkeringskosten bij de bve-instellingen komt te liggen.

Artikel 2.5.3 hangt samen met artikel 2.5.2a en komt eveneens te vervallen.

Het opschrift van paragraaf 5 van hoofdstuk 2 is vanwege het vervallen van de artikelen 2.5.2a en 2.5.3 aangepast.

Onderdelen C, D, E en F (artikelen 4.1.1, 4.1.3, 4.4.1 en hoofdstuk 4, paragraaf 5) kenniscentra

Omdat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de uitkeringskosten van de kenniscentra niet meer bij de Minister van OCW maar bij de werkgevers komt te liggen, kan hoofdstuk 4, paragraaf 5, van het besluit komen te vervallen. De artikelen 4.1.1, 4.1.3 en 4.4.1 worden in verband hiermee aangepast.

Artikel II

Het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten regelt onder meer de berekening van de specifieke uitkering regionale meld- en coördinatiefunctie van het voortijdig schoolverlaten aan de contactgemeenten. Bij de berekening van een deel van de specifieke uitkering worden de volwassen inwoners van de G30 buiten beschouwing gelaten. Als gevolg van de toetreding van de gemeente Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid per 2006 vindt een uitbreiding plaats van G30 naar G31 en is het noodzakelijk artikel 4 van genoemd besluit te wijzigen.

Deze wijziging van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten leidt er tevens toe dat niet telkens bij een nieuwe toetreding van een gemeente tot het Grotestedenbeleid, voormeld besluit moet worden aangepast.

Artikel III

Artikel I van het besluit dient in werking te treden per 1 januari 2006. Dit houdt verband met de bekostiging van de bve-instellingen die per kalenderjaar geschiedt. Bovendien hebben de contracten die met de uitvoeringsorganisaties worden gesloten, een looptijd van een kalenderjaar.

Artikel II van dit besluit dient eveneens in werking te treden op 1 januari 2006. Dit hangt samen met toetreding van de gemeente Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid per 1 januari 2006.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Rutte


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven