Besluit van 18 oktober 2005, houdende wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, het Besluit subsidies stadseconomie GSB III en het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten, in verband met de toetreding van Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid (toetreding Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 18 augustus 2005, nr. 2005-0000144178, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet, artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies en artikel 8.3.2, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 1 september 2005, nr. W04.05.0384/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 12 oktober 2005, nr. 2005-0000231636, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel d, loopt de GSB III periode voor de gemeente Sittard-Geleen van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009.

3. In het eerste lid, onderdelen b, c, f en g, wordt «G30» telkens vervangen door: G31.

4. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «Schiedam,» ingevoegd: Sittard-Geleen,.

5. In het eerste lid, onderdelen f en g, wordt «en Schiedam» telkens vervangen door: , Schiedam en Sittard-Geleen.

B

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt het bedrag van de aan de gemeente Sittard-Geleen te verstrekken uitkering bij regeling van Onze Minister afzonderlijk vastgesteld.

C

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «bij die regeling» vervangen door: bij of krachtens die regeling.

2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Indien in het kader van een wijziging van het ontwikkelingsprogramma, bedoeld in het tweede lid, indicatoren worden vastgesteld, is artikel 7, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.

D

In artikel 18, vierde lid, en artikel 27, vierde lid, wordt steeds na «artikel 7, tweede en derde lid,» ingevoegd: en artikel 16, derde lid,.

ARTIKEL II

Het Besluit subsidies stadseconomie GSB III wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid loopt de GSB III periode voor de gemeente Sittard-Geleen van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009.

B

De bijlage, behorend bij de artikelen 2 en 5, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «Schiedam 1718,7» wordt ingevoegd: Sittard-Geleen 1277,8.

2. «Totaal G30 152100,0» wordt vervangen door: Totaal G31 153377,8.

ARTIKEL III

In artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten wordt «G30» vervangen door: G31.

ARTIKEL IV

In afwijking van artikel 5, eerste lid, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid en van artikel 6, tweede lid, van het Besluit subsidies stadseconomie dient het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen de in die artikelen bedoelde aanvragen binnen acht weken na inwerkingtreding van dit besluit in.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 18 oktober 2005

Beatrix

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip

Uitgegeven de vierentwintigste november 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

Op 9 november 2004 heeft de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, naar aanleiding van het Algemeen Overleg Grotestedenbeleid op 13 oktober 2004 (Kamerstukken II 2004/05, 21 062, nr. 133), in de Tweede Kamer toegezegd (Handelingen II 2004/05, blz. 1199 r.k. en 1200, l.k.) de motie Bruls (Kamerstukken II 2004/05, 21 062, nr. 130) uit te zullen voeren. Deze motie betrof de toetreding van Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid. De toetreding houdt aan de zijde van de stad het opstellen van een Meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP) in, inclusief de vereiste afstemming met betrokken partijen. Ook het aanpassen van de gemeentelijke organisatie aan programmatisch werken in GSB-verband valt hieronder. Aan rijkszijde is het financieel en juridisch mogelijk gemaakt om Sittard-Geleen op te nemen in het GSB. Voor Sittard-Geleen gelden dezelfde voorwaarden en uitgangspunten als voor de dertig grote steden. De nota «Samenwerken aan de krachtige stad» (Kamerstukken II, 2003/2004, 21 062, nr. 116) vormt het uitgangspunt.

De financiering voor Sittard-Geleen via de brede doeluitkeringen in het kader van het Grotestedenbeleid start vanaf 1 januari 2006. Sittard-Geleen ontvangt vanaf 2006 ook middelen die nu specifiek voor de dertig grote steden bestemd zijn. Met dat doel zijn op de voordracht van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, twee algemene maatregelen van bestuur aangepast: het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, en het Besluit subsidies stadseconomie GSB III.

In ruil voor de extra middelen formuleert Sittard-Geleen prestaties op economisch, fysiek en sociaal terrein. Deze prestaties volgen de outputdoelstellingen die zijn opgenomen in het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid, en het Besluit subsidies stadseconomie GSB III. De resultaatsafspraken met Sittard-Geleen gaan in per 1 januari 2006 en gelden tot en met 2009. De stad verantwoordt zich in 2010 over de periode waarover de rijksmiddelen zijn uitgekeerd. Het Grotestedenbeleid bestaat voortaan uit 31 grote steden.

De toetreding van Sittard-Geleen tot het Grotestedenbeleid betekent dat die gemeente ook moet worden toegevoegd aan de lijst van gemeenten waaraan blijkens artikel 2 van het Besluit aanwijzing rechtstreekse gemeenten de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer rechtstreeks, dus zonder tussenkomst van de provincie Limburg, een investeringsbudget als bedoeld in dat besluit kan verstrekken. De Wet stedelijke vernieuwing, waar het Besluit aanwijzing rechtstreekse gemeenten op is gebaseerd, biedt echter niet de ruimte om in dat besluit alle aanpassingen aan te brengen die daarvoor nodig zijn. Daarom is een voorstel van wet in procedure gebracht dat moet voorzien in een zodanige aanpassing van de Wet stedelijke vernieuwing dat een dergelijke wijziging van het Besluit aanwijzing rechtstreekse gemeenten, bij tussentijdse toetreding van een gemeente tot het Grotestedenbeleid, wel mogelijk is. De benodigde aanpassing van het Besluit aanwijzing rechtstreekse gemeenten zal in relatie daarmee afzonderlijk in procedure gebracht worden.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt het Besluit brede doeluitkering, sociaal, integratie en veiligheid aan te vullen op het punt van de regeling in artikel 16 van dat besluit. Daarin is een regeling opgenomen voor het geval dat gedurende de GSB III periode andere middelen beschikbaar komen dan die bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit. In dat geval worden bij ministeriële regeling regels gesteld over de verhoging van de verleende uitkering en kan worden bepaald dat binnen een bepaalde termijn door de betrokken gemeenten een wijziging van het ontwikkelingsprogramma moet worden ingediend. In dat laatste geval kunnen bovendien indicatoren worden vastgesteld. Daarbij moet worden gedacht aan indicatoren als bedoeld in artikel 7, tweede lid.

Blijkens artikel 7, derde lid, artikel 18, vierde lid, en artikel 27, vierde lid, spelen die indicatoren een rol bij de verdeling van de middelen en bij het vaststellen van het programmadeel, in 2010. Artikel 16, 18 en 27 zijn aangepast om zeker te stellen dat de regeling in artikel 7, tweede en derde lid, 18, vierde lid, en artikel 27, vierde lid, mede betrekking heeft op indicatoren die worden vastgesteld op grond van artikel 16, tweede lid. Verder wordt zeker gesteld dat die indicatoren, bedoeld in artikel 16, tweede lid, ook krachtens ministeriële regeling kunnen worden vastgesteld. Normaal gesproken zullen die indicatoren in de ministeriële regeling zelf zijn opgenomen, maar er kan zich ook een situatie voordoen waarin de extra middelen slechts op enkele gemeenten betrekking hebben. Denkbaar is dat in dat geval de ministeriële regeling bepaalt dat de gemeenten zelf de betreffende gemeente-specifieke indicatoren in de wijziging van het ontwikkelingsprogramma opnemen.

II Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 1 van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (ten aanzien van artikel I hierna: Besluit) is aangepast om Sittard-Geleen toe te voegen aan de G30, die dan G31 worden. Daarbij is tevens aangegeven dat Sittard-Geleen geen centrumgemeente is voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid en voor vrouwenopvang (onderdelen f en g).

Verder is een tweede lid toegevoegd om zeker te stellen dat de GSB III periode voor Sittard-Geleen een jaar korter is en loopt van 2006 tot en met 2009. Dat houdt dus in dat overal waar in het Besluit wordt gesproken over de GSB III periode, daar voor Sittard-Geleen moet worden gelezen: 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009.

Onderdeel B

De extra bedragen die noodzakelijk zijn als gevolg van de toetreding van Sittard-Geleen worden in dit specifieke geval om praktische redenen rechtstreeks op hoofdstuk VII van de Rijksbegroting geplaatst en niet op de verschillende in het eerste lid van artikel 4 van het Besluit genoemde begrotingshoofdstukken. Om die reden is voor de aan Sittard-Geleen te verstrekken uitkering in een afzonderlijk artikellid bepaald dat dit bedrag afzonderlijk bij ministeriële regeling zal worden vastgesteld. Het bedrag voor Sittard-Geleen voor de GSB III periode wordt gebaseerd op een geïsoleerde toepassing van de formules uit artikel 4.

Niet voor alle onderwerpen die in artikel 4 van het Besluit worden genoemd krijgt Sittard-Geleen een bijdrage na toetreding tot het Grotestedenbeleid. De onderwerpen, genoemd in de onderdelen L en M van artikel 4, zijn voor Sittard-Geleen niet van belang, omdat die gemeente geen centrumgemeente is voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid en voor vrouwenopvang. De budgetten, bedoeld in de onderdelen N en O, voor inburgering van nieuwkomers en van oudkomers, hebben slechts betrekking op het jaar 2005, dus ook voor die onderwerpen heeft de toetreding van Sittard-Geleen geen financiële gevolgen.

Onderdelen C en D

Deze onderdelen zijn toegelicht in het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel II

De artikelen 2 en 5 van het Besluit subsidies stadseconomie GSB III verwijzen naar een bijlage voor een opsomming van de gemeenten die in aanmerking komen voor een subsidie op grond van dat besluit. Daarom is die bijlage aangevuld met de gemeente Sittard-Geleen en het voor die gemeente bestemde bedrag. Door toevoeging van een tweede lid aan artikel 1 van hetzelfde besluit is zeker gesteld dat de subsidie voor Sittard-Geleen slechts betrekking heeft op de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009.

Het aan Sittard-Geleen uit te keren bedrag is voor de periode 2006-2009 naar evenredigheid op dezelfde manier berekend als de overige bedragen in de bijlage.

Artikel III

Dit betreft een louter technische wijziging.

Artikel IV

In dit artikel zijn enkele overgangsbepalingen opgenomen die nodig zijn in verband met het aanvragen van de verschillende uitkeringen door Sittard-Geleen, nu die gemeente pas per 1 januari 2006 toetreedt.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven