Besluit van 2 november 2005, houdende wijziging van het Besluit alcoholonderzoeken in verband met de toepassing van dit besluit op onderzoeken bij beginnende bestuurders van motorrijtuigen als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en jonge beginnende bestuurders van bromfietsen als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van die wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 22 september 2005, directie Wetgeving, nr. 5375033/05/6;

Gelet op artikel 163, tiende lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 6 oktober 2005, nr. W03.05.0418/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 27 oktober 2005, directie Wetgeving, nr. 5382220/05/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit alcoholonderzoeken wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt «artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994» vervangen door «artikel 8, tweede lid, onderdeel a, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994» en wordt «artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994» vervangen door «artikel 8, tweede lid, onderdeel b, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994».

B

In de artikelen 10a, eerste lid, en 15, vierde lid, wordt «artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994» vervangen door: artikel 8, tweede lid, onderdeel b, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 2 november 2005

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vijftiende november 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Met ingang van 1 januari 2006 is het ingevolge artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voor beginnende bestuurders – dat zijn bestuurders van een motorrijtuig voor het besturen waarvan een rijbewijs is vereist, indien nog geen vijf jaar zijn verstreken na de datum waarop aan hen voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, voorzover deze eerste afgifte op of na 30 maart 2002 heeft plaatsgevonden – verboden dat motorrijtuig te besturen bij een ademalcoholgehalte dat hoger ligt dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of een bloedalcoholgehalte dat hoger ligt dan 0,2 promille. Op die datum treedt namelijk de wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders (Stb. 2005, 283) in werking. Met ingang van diezelfde datum geldt ingevolge artikel 8, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 voor bestuurders van bromfietsen die jonger zijn dan vierentwintig jaar, hetzelfde verbod. Met deze verboden wordt afgeweken van het verbod dat geldt voor de ervaren bestuurders van motorrijtuigen en dat is neergelegd in artikel 8, tweede lid, van die wet. Dit verbod legt de grens bij een ademalcoholgehalte dat hoger ligt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of een bloedalcoholgehalte dat hoger ligt dan 0,5 promille.

Tot 1 januari 2006 maakte de Wegenverkeerswet 1994 geen onderscheid tussen beginnende en ervaren bestuurders van motorrijtuigen ten aanzien van het gebruik van alcohol in het verkeer. Voor beide categorieën bestuurders gold de wettelijke alcohollimiet, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Ook het Besluit alcoholonderzoeken maakte geen onderscheid tussen beide categorieën. In de artikelen 1, 10a, eerste lid, en 15, vierde lid, van dat besluit werd dan ook telkens verwezen naar artikel 8, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Nu in artikel 8, derde lid, van die wet een afwijkende alcohollimiet geldt voor beginnende bestuurders van motorrijtuigen, en in artikel 8, vierde lid, voor jonge beginnende bromfietsers, dient in de drie genoemde artikelen van het Besluit alcoholonderzoeken ook verwezen te worden naar artikel 8, derde en vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het onderhavige besluit strekt daartoe.

De artikelen 3 en 4 van het Besluit alcoholonderzoeken zijn te beschouwen als technische voorschriften in de zin van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L217). Deze artikelen zijn wel al van toepassing op beginnende bestuurders van motorrijtuigen, maar nog niet op jonge beginnende bestuurders van bromfietsen. Nu de werkingssfeer van dit besluit wordt uitgebreid tot deze categorie bestuurders is het onderhavige besluit – ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van die richtlijn – in ontwerp op 20 juli 2005 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2005/0364/NL).

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven