Besluit van 18 oktober 2005, houdende wijziging van het Besluit
beroepsactiviteiten waarvoor het geslacht bepalend kan zijn en van het
Besluit gelijke behandeling alsmede inwerkingtreding van de
Evaluatiewet Awgb
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 november
2004, nr. AV/IR/2004/78456, gedaan mede namens Onze Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;
Gelet op
artikel 5, derde lid, van de Wet gelijke
behandeling van mannen en vrouwen,
artikel 2, zesde lid, van de Algemene wet
gelijke behandeling en artikel
IV van de Evaluatiewet Awgb;
De Raad van State gehoord (advies van
16 december 2004, nr. W12.04.0578/IV);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 oktober 2005, nr.
AV/IR/2005/77479, uitgebracht mede namens Onze Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 1 van het
Besluit beroepsactiviteiten waarvoor het
geslacht bepalend kan zijn wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen d tot en met i worden
geletterd e tot en met j.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd
luidende:
d. de beroepsactiviteiten van acteur,
zanger, danser of kunstenaar, voor zover deze activiteiten betrekking
hebben op het vertolken van bepaalde
rollen;.
ARTIKEL II
Artikel 1, onderdeel a, van het
Besluit gelijke behandeling komt
als volgt te luiden:
a. de toegang
tot de beroepsactiviteiten en de hiervoor noodzakelijke opleidingen,
bedoeld in artikel 1 van het Besluit beroepsactiviteiten waarvoor het
geslacht bepalend kan
zijn;.
ARTIKEL III
De Evaluatiewet Awgb en
dit besluit treden in werking met ingang van 1 november
2005.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot’s-Gravenhage, 18
oktober
2005
Beatrix
De
Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid,
A.
J. de Geus
De Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties,
A. Pechtold
Uitgegeven de zevenentwintigste oktober 2005
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit vloeit voort uit het wetsvoorstel tot
Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling en enkele andere
wetten naar aanleiding van onderdelen van de evaluatie van de Algemene
wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling van mannen en
vrouwen en artikel 646 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
(Evaluatiewet Awgb, Kamerstukken II 2003/04, 29 311). In artikel II van
dit wetsvoorstel wordt een wijziging van artikel 5, derde lid, van de
Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (Wgb m/v) voorgesteld die
neerkomt op het schrappen van de uitzondering op het verbod van
onderscheid tussen mannen en vrouwen voor een aantal specifiek genoemde
beroepsactiviteiten waarvoor het geslacht bepalend kan zijn, te weten
die van acteur, zanger, danser of kunstenaar. De memorie van
toelichting bij het wetsvoorstel geeft aan dat deze uitzondering
overgebracht dient te worden naar het Besluit beroepsactiviteiten
waarvoor het geslacht bepalend kan zijn. Het argument voor deze
overheveling is zowel stroomlijning binnen de Wgb m/v als stroomlijning
met de Awgb en het daarop gebaseerde Besluit gelijke behandeling.
Artikel I van het onderhavige wijzigingsbesluit strekt ertoe deze
overheveling van genoemde beroepsactiviteiten te formaliseren. Artikel
II is noodzakelijk om ook het Besluit gelijke behandeling aan deze
overheveling aan te passen.
De datum van inwerkingtreding van
dit besluit valt samen met de datum waarop de Evaluatiewet Awgb en
daarmee het schrappen van de uitzondering uit de Wgb m/v in werking
treedt. Dit besluit is tevens het inwerkingtredingsbesluit voor de
Evaluatiewet Awgb.
De
Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid,
A.
J. de Geus
De Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties,
A. Pechtold
XHistnoot
Het advies van de Raad
van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde
lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State,
omdat het zonder meer instemmend
luidt.