Besluit van 15 oktober 2005, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2003 (wijziging met betrekking tot de aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt voor de woonfunctie en enkele andere wijzigingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juli 2005, nr. MJZ2005163545, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 2 van de Woningwet;

De Raad van State gehoord (advies van 16 september 2005, nr. W08.05.0349/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 11 oktober 2005, nr. DJZ 2005190472, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Bouwbesluit 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

De na artikel 2.145 opgenomen tabel 2.145.2 wordt vervangen door:

Tabel 2.145.2

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

   

subbrandcompartiment

rookcompartiment

tijdelijke bouw

rookcompartiment

  

artikel

2.147

2.148

2.149

2.148

  

lid

1

2

1

2

3

4

5

6

7

1

2

2

3

4

6

              

[m2]

[–]

[m2]

[m]

1

Woonfunctie

               
 

a

woonfunctie van een woonwagen

 

b

woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m2, niet gelegen in een woongebouw en niet van een woonwagen

1

1

 

c

woonfunctie met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2, niet gelegen in een woongebouw en niet van een woonwagen

1

2

7

1

500

 

d

woonfunctie gelegen in een woongebouw

1

2

1

2

7

1

800

  

bij bezettingsgraadklasse

           

B1

B2

B3

B4

B5

B1

B2

B3

B4

B5

B1

B2

B3

B4

B5

 

2

Bijeenkomstfunctie

                           
 

a

bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport

2

3

4

5

7

2

120

300

n.t.

n.t.

n.t.

9,2

3,7

n.t.

n.t.

n.t.

30

75

n.t.

n.t.

n.t.

 

b

bijeenkomstfunctie voor kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar of 24-uurs opvang

2

3

4

5

7

2

75

75

75

n.t.

n.t.

9,2

3,7

1,5

n.t.

n.t.

30

75

187,5

n.t.

n.t.

 

c

andere bijeenkomstfunctie

2

3

4

5

7

2

120

300

750

n.t.

n.t.

9,2

3,7

1,5

n.t.

n.t.

30

75

187,5

n.t.

n.t.

3

Celfunctie

1

2

3

4

5

7

2

               
  

1 ruimte voor bezoekers

           

120

300

750

n.t.

n.t.

9,2

3,7

1,5

n.t.

n.t.

30

75

187,5

n.t.

n.t.

  

2 ruimte waarin een cellenblok ligt

           

50

50

50

50

n.t.

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

  

3 andere ruimte

           

120

300

750

1000

n.t.

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

4

Gezondheidszorgfunctie

                           
 

a

gezondheidszorgfunctie voor aan bed gebonden patiënten

1

2

3

4

5

6

7

2

                
  

1 ruimte voor bezoekers

           

120

300

750

n.t.

n.t.

9,2

3,7

1,5

n.t.

n.t.

30

75

187,5

n.t.

n.t.

40

  

2 andere ruimte

           

120

300

750

1000

n.t.

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

30

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

2

3

4

5

6

7

2

                
  

1 ruimte voor bezoekers

           

120

300

750

n.t.

n.t.

9,2

3,7

1,5

n.t.

n.t.

30

75

187,5

n.t.

n.t.

40

  

2 andere ruimte

           

120

300

750

1000

n.t.

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

40

5

Industriefunctie

2

3

4

5

7

2

120

300

750

1000

1000

9,2

3,7

1,5

0,6

0,2

30

75

187,5

450

1125

6

Kantoorfunctie

2

3

4

5

6

7

2

120

300

750

1000

n.t.

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

40

7

Logiesfunctie

                           
 

a

logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m2, niet gelegen in een logiesgebouw

1

3

4

5

2

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

 

b

andere logiesfunctie

1

1

2

3

4

5

7

2

500

500

500

500

n.t.

9,2

3,7

1,5

0,6

n.t.

30

75

187,5

450

n.t.

8

Onderwijsfunctie

2

3

4

5

7

2

120

300

750

n.t.

n.t.

9,2

3,7

1,5

n.t.

n.t.

30

75

187,5

n.t.

n.t.

9

Sportfunctie

2

3

4

5

7

2

120

300

750

1000

1000

9,2

3,7

1,5

0,6

0,2

30

75

187,5

450

1125

10

Winkelfunctie

2

3

4

5

7

2

120

300

750

1000

1000

9,2

3,7

1,5

0,6

0,2

30

75

187,5

450

1125

11

Overige gebruiksfunctie

2

3

4

5

7

2

120

300

750

1000

1000

9,2

3,7

1,5

0,6

0,2

30

75

187,5

450

1125

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

B

De na artikel 2.150 opgenomen tabel wordt vervangen door:

Tabel 2.150

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

   

verblijfsruimte

rookcompartiment

verblijfsruimte

rookcompartiment

  

artikel

2.151

2.152

2.151

2.152

  

lid

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

5

6

2

3

4

1

2

3

               

[m]

[–]

[m2]

[m2]

[–]

[m2]

1

Woonfunctie

                  
 

a

woonfunctie gelegen in een woongebouw

1

1

800

 

b

woonfunctie met een geburiksoppervlakte van meer dan 1.000 m2, niet gelegen in een woongebouw en niet van een woonwagen

1

1

500

 

c

andere woonfunctie

2

Bijeenkomstfunctie

                  
 

a

bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport

2

3

4

5

1

2

3

4

6

40

2,77

80

600

1,85

120

 

b

andere bijeenkomstfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

40

1,49

200

1125

1

300

3

Celfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

50

0,62

480

2000

0,42

720

4

Gezondheidszorgfunctie

2

3

4

5

6

1

2

3

4

6

50

0,62

480

2000

0,42

720

5

Industriefunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

5

50

0,29

1200

2000

0,2

1800

6

Kantoorfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

50

0,62

480

2000

0,42

720

7

Logiesfunctie

                  
 

a

logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 1000 m2, niet gelegen in een logiesgebouw

2

3

4

5

3

4

6

50

0,62

480

0,42

720

 

b

andere logiesfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

50

0,62

480

1000

0,42

720

8

Onderwijsfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

40

1,49

200

1125

1

300

9

Sportfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

50

0,29

1200

3000

0,2

1800

10

Winkelfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

50

0,29

1200

2000

0,2

1800

11

Overige gebruiksfunctie

2

3

4

5

1

2

3

4

6

50

0,29

1200

2000

0,2

1800

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

C

De na artikel 2.153 opgenomen tabel wordt vervangen door:

Tabel 2.153

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

   

veilige plaats

algemeen

uit rookcompartiment

uit subbrandcompartiment

vluchttrappenhuis

tijdelijk bouwwerk

rookcompartiment

  

artikel

2.154

2.155

2.156

2.157

2.158

2.159

2.156

  

lid

1

2

3

*

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1

2

3

4

5

6

*

*

5

6

7

                          

[m2]

[m2]

[m]

1

Woonfunctie

                          
 

a

woonfunctie van een woonwagen

 

b

andere woonfunctie

1

1

2

3

4

11

1

2

3

4

5

6

  

bij bezettingsgraadklasse

                       

B1

B2

B3

B4

B5

B1

B2

B3

B4

B5

 

2

Bijeenkomstfunctie

                                  
 

a

bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

*

30

75

n.t.

n.t.

n.t.

120

300

n.t.

n.t.

n.t.

30

 

b

bijeenkomstfunctie voor kinderopvang van kinderen van jonger dan 4 jaar

1

2

1

2

3

4

6

7

11

*

*

120

300

750

n.t.

n.t.

5

 

c

andere bijeenkomstfunctie voor kinderopvang

1

2

1

2

3

4

6

7

11

*

*

120

300

750

n.t.

n.t.

15

 

d

andere bijeenkomstfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

*

30

75

187,5

n.t.

n.t.

120

300

750

n.t.

n.t.

30

3

Celfunctie

                                  
  

1 rookcompartiment voor bezoekers

3

1

2

3

4

6

7

11

*

*

120

300

750

n.t.

n.t.

30

  

2 ander rookcompartiment

3

1

2

3

4

6

7

11

*

*

120

300

750

1800

n.t.

30

4

Gezondheidszorgfunctie

                                  
 

a

gezondheidszorgfunctie voor aan bed gebonden patiënten

1

2

1

2

3

4

6

8

10

11

*

*

           
  

1 rookcompartiment voor bezoekers

                       

120

300

750

n.t.

n.t.

  

2 ander rookcompartiment

                       

120

300

750

1800

n.t.

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

*

           
  

1 rookcompartiment voor bezoekers

                       

30

75

187,5

n.t.

n.t.

120

300

750

n.t.

n.t.

30

  

2 ander rookcompartiment

                       

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

n.t.

30

5

Industriefunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

4500

30

6

Kantoorfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

*

30

75

187,5

450

n.t.

120

300

750

1800

n.t.

30

7

Logiesfunctie

                                  
 

a

logiesfunctie met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m2

1

2

1

2

3

4

6

7

9

11

*

*

750

750

750

750

n.t.

20

 

b

logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw met een gebruiksoppervlakte van minder dan 500 m2

1

2

1

2

3

4

6

7

9

11

*

*

750

750

750

750

n.t.

20

 

c

logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw met een gebruiksoppervlakte van minder dan 500 m2

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

*

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

4500

30

8

Onderwijsfunctie

1

2

1

2

3

4

6

7

11

*

*

120

300

750

n.t.

n.t.

15

9

Sportfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

*

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

4500

30

10

Winkelfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

4500

30

11

Overige gebruiksfunctie

                                  
 

a

overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

4500

30

 

b

overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen

1

2

1

2

3

4

5

6

7

11

*

30

75

187,5

450

1125

120

300

750

1800

4500

30

 

c

andere overige gebruiksfunctie

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

1

2

*

D

Artikel 4.21, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Het eerste lid geldt niet indien ten minste 55 % van de gebruiksoppervlakte toilet-, bad-, of technische ruimte is.

E

De na artikel 4.40 opgenomen tabel wordt vervangen door:

Tabel 4.40

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

 

aanwezigheid

bereikbaarheid

afmetingen

inrichting

aanwezigheid

artikel

4.41

4.42

4.43

4.44

4.41

lid

1

2

3

4

5

1

2

*

1

2

1

2

3

             

[n]

[m2]

[m2]

1

Woonfunctie

             
 

a

woonfunctie gelegen in een woongebouw

1

2

1

*

1

1

165

 

b

woonfunctie van een woonwagen

1

*

1

 

c

woonfunctie niet gelegen in een woongebouw

1

*

1

1

2

Bijeenkomstfunctie

             
 

a

bijeenkomstfunctie voor kinderopvang

3

4

5

*

2

225

 

b

bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik

1

5

2

*

1

2

 

c

bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport

3

4

5

*

1

150

 

d

andere bijeenkomstfunctie

1

5

*

1

2

3

Celfunctie

3

4

5

*

450

4

Gezondheidszorgfunctie

3

4

5

*

1

450

5

Industriefunctie

             
 

a

van lichte constructie

 

b

andere industriefunctie

1

4

5

*

1

2

6

Kantoorfunctie

3

4

5

*

1

450

7

Logiesfunctie

1

2

*

1

1

200

8

Onderwijsfunctie

3

4

5

*

1

225

9

Sportfunctie

1

3

4

5

*

1

2

10

Winkelfunctie

1

4

5

*

1

2

11

overige gebruiksfunctie

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

F

De na artikel 5.11 opgenomen tabel wordt vervangen door:

Tabel 5.11

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarde

   

energieprestatiecoëfficiënt

bepalingsmethode

verbouw

energieprestatiecoëfficiënt

  

artikel

5.12

5.13

5.14

5.12

  

lid

1

2

3

1

2

1

2

1 + 2

          

[–]

1

Woonfunctie

       
 

a

woonfunctie van een woonwagen

 

b

woonfunctie gelegen in een woongebouw

2

3

1

1

2

0,8

 

c

andere woonfunctie

1

3

1

1

2

0,8

2

Bijeenkomstfunctie

1

3

2

1

2

2,2

3

Celfunctie

        
 

a

celfunctie niet gelegen in een cellengebouw

1

3

2

1

2

1,9

 

b

celfunctie gelegen in een cellengebouw

2

3

2

1

2

1,9

4

Gezondheidszorgfunctie

        
 

a

gezondheidszorgfunctie voor aan bed gebonden patiënten

1

3

2

1

2

3,6

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

3

2

1

2

1,5

5

Industriefunctie

6

Kantoorfunctie

1

3

2

1

2

1,5

7

Logiesfunctie

        
 

a

onverwarmde logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw

 

b

verwarmde logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw

1

3

1

1

2

1,4

 

c

logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw

2

3

2

1

2

1,9

8

Onderwijsfunctie

1

3

2

1

2

1,4

9

Sportfunctie

1

3

2

1

2

1,8

10

Winkelfunctie

1

3

2

1

2

3,4

11

Overige gebruiksfunctie

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen van artikel I verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 15 oktober 2005

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

Uitgegeven de zevenentwintigste oktober 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

De onderhavige wijziging van het Bouwbesluit 2003 bevat een aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt voor tot bewoning bestemde gebouwen en enkele correcties op het besluit van 17 december 2004, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2003 (wijzigingen in verband met het opnemen van de subgebruiksfunctie kinderopvang, het dereguleren van de onderwijsfunctie en enkele andere wijzigingen van het Bouwbesluit 2003, Stb. 2005, 1).

De aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt voor tot bewoning bestemde gebouwen van 1,0 naar 0,8 is reeds aangekondigd in de behandeling van de VROM-begroting in de Tweede Kamer in november 2003 en bevestigd in de brief inzake de modernisering bouwregelgeving aan de Tweede Kamer van 23 mei 2005 (Kamerstukken II 2004/2005, 28 325, nr. 17).

Voorts is na publicatie gebleken dat met de inwerkingtreding van het zeer omvangrijke wijzigingsbesluit van 17 december 2004 een (beperkt) aantal onvolkomenheden correctie behoeft. Vanuit de praktijk is aangegeven dat het wenselijk is deze correcties zo snel mogelijk na inwerkingtreding op 1 september 2005 van genoemd wijzigingsbesluit door te voeren. Het is mijn voornemen het onderhavige wijzigingsbesluit per 1 januari 2006 in werking te laten treden.

2. Aanscherping energieprestatiecoëfficiënt

Dit besluit voorziet in een aanscherping van de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) voor tot bewoning bestemde gebouwen van 1,0 naar 0,8. Deze aanscherping is gericht op het verder terugdringen van het energiegebruik voor verwarming, mechanische ventilatie, warmwatergebruik, koeling, bevochtiging en verlichting van nieuwe woningen, waarmee een verdere bijdrage geleverd wordt aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Reeds in 2003 zijn de resultaten van een regeleffecttoets voor deze aanscherping voorgelegd aan het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB). Het OPB heeft destijds, vanwege de ongunstige kosteneffectiviteit, geadviseerd om af te zien van aanscherping per 1 januari 2004.

Uit vervolgonderzoek (rapport Regeleffecttoets aanscherping EPC, DHV, mei 2005) blijkt dat als gevolg van (installatie)technische ontwikkelingen én de hogere energieprijzen een kostenneutrale aanscherping thans wel mogelijk is. De gemiddelde reductie in de CO2-uitstoot per woning is bij aanscherping van de EPC van 1,0 naar 0,8 begroot op ca. 510 kg per jaar, hetgeen bij een jaarlijkse bouwproductie van 80.000 woningen overeenkomt met een reductie van ca. 40.800 ton CO2-uitstoot per jaar.

Op basis van de gehanteerde uitgangspunten wordt verwacht dat de initiële extra investeringen voor bouwkosten – afhankelijk van de keuze van maatregelen en het type woning – tussen de 0,5% en 3% bedragen. Voor de koopprijs van woningen bedragen de initiële meerkosten minder dan 1%. Deze kosten worden in de loop van de tijd terugverdiend door de lagere energiekosten vergeleken met de energiekosten bij een EPC van 1,0.

Aangezien dergelijke kosteneffectieve maatregelen in de regel snel ingang vinden in de bouwpraktijk en daarmee tot schaalvoordelen in de productie leiden wordt een verdere kostendaling verwacht.

Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) richt zich mede op het vaststellen van energieprestatie-eisen. Nederland heeft aan artikel 4, eerste lid, van de EPBD nu reeds voldaan doordat in het Bouwbesluit 2003 (en daarvoor in het Bouwbesluit uit 1991) al sedert 1995 een energieprestatiecoëfficiënt is opgenomen. Met de aanscherping van de EPC wordt dit onderdeel van de EPBD op een hoger niveau ingevuld.

3. Gevolgde procedure en inspraak

De in dit besluit opgenomen correcties van het wijzigingsbesluit van 17 december 2004 zijn aanbevolen door de Dereguleringscommissie Bouwbesluit 2003.

Dit ontwerpbesluit is besproken in het OPB.

Het OPB heeft kennisgenomen van de hierboven genoemde brief van 23 mei jl. en realiseert zich dat politieke besluitvorming heeft plaatsgevonden. Het OPB is in meerderheid tegen aanscherping per 1 januari 2006.

4. Toetsing administratieve lasten

Dit ontwerpbesluit is niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten. Dit besluit bevat met name een aanscherping van de reeds bestaande energieprestatiecoëfficiënt, er is op dit terrein dan ook geen sprake van nieuwe of extra administratieve lasten. De overige onderdelen van dit besluit betreffen correcties van enkele onvolkomenheden. Ook hier geldt dat deze onderwerpen geen effect hebben op de administratieve lasten.

5. Voorlichting

De invoering van deze wijzigingen van het Bouwbesluit 2003 zal vooraf worden gegaan door voorlichtingsactiviteiten. Ook zal een doorlopende tekst van het Bouwbesluit 2003, waarin deze wijzigingen zijn verwerkt, alsmede een integrale versie van de toelichting via www.vrom.nl. beschikbaar zijn.

Verder is op internet de lijst meest gestelde vragen met antwoorden van de helpdesk bouwregelgeving beschikbaar.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

In tabel 2.145.2, vluchten binnen een rookcompartiment en een subbrandcompartiment, nieuwbouw, zoals gewijzigd in Staatsblad 2005, 1 is voor wat betreft de aansturing van artikel 2.147, tweede lid, ten onrechte een onderscheid ontstaan tussen de gebruiksfuncties 1d en 1e (woonfunctie in een woongebouw met een gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m2 respectievelijk meer dan 500 m2. Omdat dit onderscheid niet nodig is, zijn in de tabel de functies 1d en 1e nu samengevoegd.

Verder ontbrak in de tabel bij functie 2b, de bijeenkomstfunctie voor kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar, de 24 uursopvang. Dit is gecorrigeerd.

Onderdeel B

In tabel 2.150, vluchten binnen een rookcompartiment en een subbrandcompartiment, bestaande bouw, is de grenswaarde voor functie 1a (woonfunctie gelegen in een woongebouw) gewijzigd in 800 m2. Deze waarde is daarmee in overeenstemming gebracht met de bij nieuwbouw geldende grenswaarde (artikel 2.148, tweede lid).

Onderdeel C

In tabel 2.153 is de aansturing van artikel 2.156, vierde lid, gewijzigd. Voortaan geldt dit artikel voor bijna alle gebruiksfuncties.

In de bij Staatsblad 2005, 1 vanwege de invoering van de gebruiksfunctie voor kinderopvang gewijzigde tabel was dit vierde lid ten onrechte slechts voor de «andere woonfunctie» aangestuurd. De aansturing is na inwerkingtreding van de onderhavige wijziging weer zoals deze was (het voorschrift stond toen nog in artikel 2.156, eerste lid).

In een incidenteel geval is het niet uit te sluiten dat in de periode tussen 1 september 2005 en de inwerkingtreding van dit besluit nodig is bij de aanvraag van een bouwvergunning op deze wijziging te anticiperen.

Voorts is in de tabel artikel 2.156, elfde lid, voortaan ook voor de functie bouwwerk geen gebouw zijnde aangestuurd.

Onderdeel D

Deze wijziging van artikel 4.21 is een verdere correctie op de wijziging van dit artikel in Staatsblad 2005, 1. Met het opnemen van het percentage van 55% van de gebruiksoppervlakte wordt beter recht gedaan aan de situatie dat het niet nodig een verblijfsgebied te realiseren in een zogenoemd voorzieningen- sanitair- of toiletgebouwtje op een woonwagenstandplaats, een camping of een sportterrein. Hiermee is het ook mogelijk om naast de toilet-, bad- of meterruimten in hetzelfde gebouwtje ook bijvoorbeeld een verkeersruimte of bezemkast te realiseren.

Onderdeel E

In tabel 4.40 is het vierde lid van artikel 4.41 ook voor kinderopvang aangestuurd.

Hiermee is zeker gesteld dat het voor kinderopvang in een bestaand gebouw niet nodig is meer toiletruimten te realiseren dan voor kinderopvang in een nieuw te bouwen gebouw. De eisen zijn daarmee tevens in overeenstemming gebracht met die voor een bestaande onderwijsfunctie.

Onderdeel F

In tabel 5.11 is de grenswaarde voor de energieprestatiecoëfficiënt voor de woonfunctie aangescherpt. De in het algemeen deel van deze toelichting genoemde aankondiging van deze aanscherping heeft sedert 2003 een positief effect op de installatiebranche gehad. Nieuwe technieken zoals warmteterugwinning bij douchewater, verbetering van het opwekkingsrendement voor tapwater alsmede vraaggestuurde ventilatiesystemen krijgen meer aandacht.

Mede door dergelijke ontwikkelingen blijft voor ontwerpers ook bij de onderhavige aanscherping naar 0,8 de keuzevrijheid intact.

Zonder rekening te houden met de op termijn nog te verwachten verdere kostendaling is een kostenneutrale aanscherping van de EPC tot 0,8 mogelijk gebleken voor nagenoeg ieder woningtype. Alleen voor vrijstaande woningen dient bij deze EPC-waarde rekening te worden gehouden met geringe jaarlijkse meerkosten van ca. 0,5% vergeleken met de reguliere jaarlijkse woonlasten bij een EPC van 1,0.

Nieuwe ontwikkelingen op ventilatiegebied leiden er toe dat in veel gevallen gekozen kan worden of voor gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning of voor vraaggestuurde ventilatie via gevelroosters met mechanische afzuiging. De hoogte van de EPC-waarde leidt niet tot een doorslaggevende voorkeur voor een van beide ventilatiesystemen. Op basis hiervan bestaat ook bij een EPC-waarde van 0,8 de mogelijkheid om een goed binnenmilieu te realiseren, zolang ontwerp, uitvoering en onderhoud adequaat zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de ontwerper/bouwer om een deugdelijk systeem te realiseren zodat de gezondheid van de gebruiker gewaarborgd is. De brancheorganisaties hebben inmiddels richtlijnen ontwikkeld voor de toepassing van energiebesparende technieken. Met de toepassing van deze richtlijnen is gewaarborgd dat in het ontwerp- en bouwproces adequate ventilatiesystemen worden gerealiseerd. Ook zullen gebruikers worden geïnformeerd over het belang van een juist gebruik van de gekozen ventilatiesystemen.

Artikel II

Deze wijziging van het Bouwbesluit 2003 treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor ieder onderdeel van artikel I apart bepaald kan worden. Het streven is gericht op inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2006.

Hierbij wordt rekening gehouden met het voorschrift van artikel 2, achtste lid, van de Woningwet dat het besluit eerst twee maanden na publicatie in het Staatsblad in werking kan treden.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 8 november 2005, nr. 217.

Naar boven