Wet van 26 mei 2005 tot wijziging van de wet van 26 mei 2005, houdende wijziging van de Reconstructiewet concentratiegebieden (opdragen van de rechtsbescherming ter zake van het ruilplan aan de burgerlijke rechter)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om de rechtsbescherming ter zake van het ruilplan bij herverkaveling in het kader van de Reconstructiewet concentratiegebieden op te dragen aan de burgerlijke rechter;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 27 november 2002 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van de Reconstructiewet concentratiegebieden (opdragen van de rechtsbescherming bij de lijst der geldelijke regelingen aan de burgerlijke rechter) (Kamerstukken II 2002/03, 28 688, nrs. 1–2) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A

In artikel 79 wordt de zinsnede «artikel 56, eerste lid, 75, eerste lid, of artikel 77a, eerste lid» vervangen door: artikel 56, eerste lid.

B

In artikel I, onderdeel B, wordt in de tekst van de artikelen 79a, eerste en derde lid, 79b, eerste en tweede lid, en 79c, eerste en tweede lid, voor de zinsnede «de lijst der geldelijke regelingen» telkens ingevoegd: het ruilplan onderscheidenlijk.

C

In artikel I, onderdeel C, wordt de zinsnede «de artikelen 56, eerste lid, en 58» vervangen door: artikel 56, eerste lid,.

D

Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:

D

Artikel 81 komt te luiden:

Artikel 81

De werking van een besluit als bedoeld in de artikelen 56, eerste lid, of 58, wordt opgeschort totdat:

a. de beroepstermijn is verstreken, of

b. indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist en de termijn voor het instellen van hoger beroep, onderscheidenlijk, waar het een besluit als bedoeld in artikel 58 betreft, beroep in cassatie is verstreken, of,

c. indien hoger beroep onderscheidenlijk beroep in cassatie is ingesteld, op dat hoger beroep dan wel beroep in cassatie is beslist en in het geval de Hoge Raad het geding heeft verwezen de rechter, naar wie is verwezen, uitspraak heeft gedaan.

E

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

E

In artikel 97, eerste lid, wordt «richtlijnen voor het plan van toedeling» vervangen door: regels voor het plan van toedeling.

F

In artikel II vervalt in punt 5 de zinsnede: «, voorzover het betreft de lijst der geldelijke regelingen».

G

Na artikel II wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel IIa

Indien het bij koninklijke boodschap van 7 februari 2004 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van diverse wetten aan de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb (Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb) (Kamerstukken I 2004/05, 29 421, A) tot wet is of wordt verheven, en hoofdstuk 6, artikel 5, onderdeel H, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, vervalt artikel I, onderdeel A, van deze wet.

ARTIKEL II

In artikel V van de wet van 22 april 2004, houdende wijziging van de Landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale Landinrichtingscommissie) (Stb. 223) vervalt de zinsnede «overeenkomstig het mandaatbesluit van de Centrale Landinrichtingscommissie, vastgesteld in haar vergadering van 22 maart 1996».

ARTIKEL III

In artikel 58, derde lid, van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën vervalt de zinsnede «op voorstel van de centrale commissie».

ARTIKEL IV

Indien het bij koninklijke boodschap van 27 november 2002 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van de Reconstructiewet concentratiegebieden (opdragen van de rechtsbescherming bij de lijst der geldelijke regelingen aan de burgerlijke rechter) (Kamerstukken II 2002/03, 28 688, nrs. 1–2) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 26 mei 2005

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de zevenentwintigste oktober 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 051

Naar boven