Besluit van 26 september 2005, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 augustus 2005, VGP/VL 2610258, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 1 september 2005, nr. W13.05.0387/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 september 2005, VGP/VL 2615585, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Kruidenpreparaten bevatten geen aristolochiazuren of derivaten hiervan.

B

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel II vervalt, waarna onderdeel III wordt vernummerd tot onderdeel II.

2. In onderdeel II (nieuw) vervallen:

Lycium barbarum (boksdoorn)

Magnolia officinalis (Magnolia)

Stephania tetranda.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 26 september 2005

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de zevenentwintigste oktober 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten (verder te noemen: het Warenwetbesluit) stelt ter bescherming van de volksgezondheid regels aan de verhandeling van kruidenpreparaten. Bij advies van 16 november 2004 nr. VWACE/HS/jre/l-04/384331 heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) geadviseerd het Warenwetbesluit te wijzigingen. Bij dit besluit zijn de door de VWA geadviseerde wijzigingen aangebracht in het Warenwetbesluit.

Artikel 4, tweede lid (oud), van het Warenwetbesluit, schreef voor dat kruidenpreparaten, bestaand uit materiaal dat geheel of ten dele afkomstig is van in onderdeel II (oud) van de bijlage bedoelde planten, geen aristolochiazuren bevatten of derivaten hiervan. Voor het aantonen van overtreding van dit voorschrift, was identificatie van het kruid noodzakelijk. In kruidenpreparaten met verschillende bewerkte kruidensubstanties is een dergelijke identificatie niet altijd mogelijk. Bij artikel I, onder A, is de formulering van artikel 4, tweede lid (nieuw), van het Warenwetbesluit vereenvoudigd zodat de handhaafbaarheid daarvan verbeterd is. Als gevolg daarvan is het oude onderdeel II van de bijlage vervallen, en is het oude onderdeel III van de bijlage vernummerd tot onderdeel II (nieuw).

Bij artikel I, onder B, is Lycium barbarum conform het advies van de VWA verwijderd uit onderdeel II (nieuw) van de bijlage. Daarnaast zijn ook Magnolia officinalis en Stephania tetranda verwijderd. Deze stoffen zijn verwijderd aangezien die niet-toxisch blijken te zijn.

Dit besluit leidt niet tot administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven. Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal), maar dat college heeft het ontwerpbesluit niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten.

Het ontwerpbesluit is niet gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204). Deze notificatie was niet noodzakelijk, aangezien het ontwerpbesluit geen nieuwe technisch voorschriften bevatte in de zin van richtlijn 98/34/EG. In artikel I, onder A, is slechts sprake van een redactionele wijziging van een bestaand voorschrift.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

XNoot
1

Dit advies is te vinden op de website van de VWA: www.vwa.nl (http://www.vwa.nl/download/dossiers/04-38433_risico_7_kruiden.pdf).

Naar boven