Wet van 8 september 2005 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met het bieden van meer ruimte voor het invullen van expressie-activiteiten en het invoeren van de mogelijkheid dat het onderwijs mede de Duitse of Franse taal omvat

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is meer ruimte te bieden voor een eigen invulling van het kennisgebied expressie-activiteiten door de scholen en de mogelijkheid te bieden dat het onderwijs mede de Duitse taal of de Franse taal omvat;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

A

Artikel 9 van de Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het onderwijs kan naast de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste en tweede lid, tevens de Duitse taal of de Franse taal omvatten.

2. In de eerste volzin van het vijfde lid wordt de zinsnede «genoemd in het eerste tot en met vierde lid» vervangen door: genoemd in het eerste, tweede en vierde lid.

3. In de eerste volzin van het negende lid wordt de zinsnede «de voorschriften in het eerste tot en met het derde lid» vervangen door: de voorschriften in het eerste en tweede lid.

B

Aan artikel 186, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs wordt na «de Friese taal» toegevoegd: , de Duitse taal en de Franse taal.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 8 september 2005

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de elfde oktober 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 959

Naar boven