Besluit van 6 september 2005, houdende wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (implementatie richtlijn nr. 2005/13/EG)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juli 2005, nr. DJZ2005161539, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op richtlijn nr. 2005/13/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 februari 2005 (PbEU L55) tot wijziging van richtlijn nr. 2000/25/EG met betrekking tot de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers, en tot wijziging van bijlage I bij richtlijn nr. 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en op de artikelen 13, 15 en 17 van de Wet inzake de luchtverontreiniging;

De Raad van State gehoord (advies van 27 juli 2005, nr. W08.05.0356/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 augustus 2005, nr. MJZ2005175441, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

o. ruilmotor: nieuw gebouwde motor ter vervanging van een motor in een reeds in gebruik zijnde mobiele machine of trekker.

B

In artikel 4, vijfde lid, wordt «De vervangende motor van een mobiele machine» vervangen door: De ruilmotor van een mobiele machine of een trekker.

C

Artikel 6, eerste lid, onderdeel c komt te luiden:

c. brengt op een ruilmotor van een mobiele machine en een trekker of in de handleiding voor de mobiele machine en de trekker de vermelding «RUILMOTOR» aan;.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 december 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 september 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Uitgegeven de twintigste september 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Dit besluit strekt tot uitvoering van richtlijn nr. 2005/13 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 februari 2005 (PbEU L55) tot wijziging van richtlijn nr. 2000/25/EG met betrekking tot de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers, en tot wijziging van bijlage I bij richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers (hierna: richtlijn 2005/13).

Voor de implementatie van richtlijn 2005/13 is een wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (hierna: besluit) en de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (hierna: regeling) noodzakelijk.

Met deze wijziging van richtlijn 2000/251 wordt de flexibele regeling als hieronder aangegeven ook van toepassing op trekkers. De flexibele regeling is opgenomen in richtlijn 97/682 door een wijziging van die richtlijn door richtlijn 2004/26.3 De flexibele regeling behelst een speciale regeling voor de fabrikanten van machines om met toestemming een beperkt aantal motoren in de handel te brengen die nog voldoen aan de emissiegrenswaarden van de voorafgaande fase.

De flexibele regeling wordt opgenomen in de regeling.

Daarnaast vindt een verdere verlaging van de emissiegrenswaarden plaats. In het besluit worden de eisen aan motoren opgenomen indien aan die motoren voor het eerst eisen worden gesteld. De aanscherping van de emissiegrenswaarden door richtlijn 2005/13 vindt plaats door implementatie in de regeling.

Ten slotte stelt richtlijn 2005/13 de eis dat een ruilmotor moet voldoen aan de grenswaarden waaraan de te vervangen motor moest voldoen op het moment dat deze op de markt werd gebracht. Om er voor te zorgen dat een dergelijke eis die reeds in het besluit is opgenomen voor mobiele machines ook gaat gelden voor trekkers, dienen enkele wijzigingen in het besluit te worden aangebracht.

2. Administratieve lasten

De richtlijn verlaagt de emissiegrenswaarden voor trekkers. Voor de producenten van motoren bestemd om te worden ingebouwd in trekkers betekent dit dat zij de motoren in overeenstemming met de vereisten van de richtlijn dienen te brengen en ten bewijze daarvan aan een typekeuring dienen te onderwerpen. De administratieve inspanningen die met het aanvragen van een dergelijke typekeuring gepaard gaan, worden aangemerkt als administratieve lasten. Een typekeuring kan in elke lidstaat worden aangevraagd. Wanneer in een lidstaat de typekeuring wordt verleend, is deze vervolgens geldig binnen de gehele Europese Unie.

Voor zover bekend zijn er in Nederland geen fabrikanten gevestigd van motoren die bestemd zijn om te worden gemonteerd in trekkers. Wel is het denkbaar dat een buitenlandse fabrikant, door tussenkomst van een importeur, de Dienst Wegverkeer (RDW) vraagt de typekeuring uit te voeren. De inspanningen voor die fabrikant drukken dan dus niet op het Nederlandse bedrijfsleven. De eventuele bemoeienis van de in ons land gevestigde importeur zal normaliter door hem op de fabrikant van de betreffende motor worden verhaald. Per saldo brengt het besluit dan ook geen nieuwe administratieve lasten met zich voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Dit besluit heeft geen effect op de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven. Daarom is dit besluit niet voorgelegd aan het Adviescollege voor Toetsing van de Administratieve Lasten.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en C

Met deze wijzigingen in het besluit wordt eenduidigheid in de terminologie gecreëerd.

Richtlijn 2002/884 tot wijziging van richtlijn 97/68 introduceerde een regeling voor de zogenoemde ruilmotor. De term ruilmotor is door middel van het wijzigingsbesluit van 8 november 20045 in het besluit opgenomen. Een ruilmotor is een nieuw gebouwde motor ter vervanging van een motor in een reeds in gebruik zijnde mobiele machine. De ruilmotor moet voldoen aan de grenswaarden waaraan de vervangen motor moest voldoen op het tijdstip dat deze in de handel werd gebracht. Opgemerkt wordt dat deze specificaties alleen betrekking hebben op nieuwe ruilmotoren. Revisiemotoren die worden gebruikt ter vervanging van oudere in gebruik zijnde motoren vallen buiten de reikwijdte van het besluit. Na richtlijn 2002/88 werd in richtlijn 2004/26, ook ter wijziging van richtlijn 97/68, gesproken over vervangende motor. Daarmee werd hetzelfde bedoeld als ruilmotor. De term vervangende motor is door middel van een wijzigingsbesluit ter implementatie van richtlijn 2004/266 in het besluit opgenomen. Met de termen «ruilmotor» en «vervangende motor» wordt beoogd hetzelfde te regelen. In richtlijn 2005/13 wordt de term «ruilmotor» gehanteerd. Besloten is om ook voor mobiele machines aan te sluiten bij de terminologie van richtlijn 2005/13, de ruilmotor.

Onderdeel B

Richtlijn 2005/13 stelt de eis dat een ruilmotor moet voldoen aan de grenswaarden waaraan de te vervangen motor moest voldoen op het moment dat deze op de markt werd gebracht. Om er voor te zorgen dat een dergelijke eis die reeds in het besluit is opgenomen voor mobiele machines ook gaat gelden voor trekkers, is artikel 4, vijfde lid, van het besluit aangepast.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

BIJLAGE behorende bij de nota van toelichting

Transponeringstabel

Artikel(lid) richtlijn 2005/13 ter wijziging van richtlijn 2000/25

Implementatie in

Artikel 1, onder 1 en 2 (ruilmotor)

artikel 1 en 6 van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (BTLT)

Artikel 1, onder 3 (flexibele regeling)

artikel 4 Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (RUBTLT)

artikel 1, onder 4, onder a (toevoegen onderdelen c, d en e aan tweede van art. 4)

behoeft geen implementatie

artikel 1, onder 4, onder b (wijziging derde lid van art. 4)

artikel 4 RUBTLT

artikel 1, onder 4, onder c (vervanging vijfde lid van art. 4)

artikel 4 RUBTLT

artikel 1, onder 4, onder d (nieuw zesde lid van art. 4)

artikel 4 RUBTLT

artikel 1, onder 4, onder d (nieuw zevende lid van art. 4)

behoeft geen implementatie

artikel 1, onder 4, onder d (nieuw achtste lid van art. 4)

behoeft geen implementatie

artikel 1, onder 5 (wijziging bijlagen I, II en III)

is al geïmplementeerd in artikel 2 en artikel 11 BTLT

artikel 1, onder 6 (toevoeging bijlage IV)

is al geïmplementeerd in artikel 2 en artikel 11 BTLT

artikel 2 (wijziging bijlage I bij richtlijn nr. 2003/37)

is al geïmplementeerd via artikel 17, eerste lid, Regeling aanvraag en toezicht typegoedkeuring

artikelen 3 tot en met 5

behoeft geen implementatie


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

XNoot
1

Richtlijn nr. 2000/25/EG met betrekking tot de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers (PbEU L173).

XNoot
2

Richtlijn nr. 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU L225).

XNoot
3

Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 (PbEU L146) tot wijziging van richtlijn nr. 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines.

XNoot
4

Richtlijn nr. 2002/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 december 2002 (PbEU 2003, L35) tot wijziging van richtlijn nr. 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines.

XNoot
5

Stb. 2004, 605.

XNoot
6

Stb. 2005, 246.

Naar boven