Wet van 26 mei 2005, houdende het vervallen van artikel 45 van de Drank- en Horecawet in verband met onduidelijkheid omtrent de strafbaarheid van rechtspersonen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor de handhaving van de voorschriften bij of krachtens de Drank- en Horecawet gesteld wenselijk is om artikel 45 van de Drank- en Horecawet te laten vervallen om onduidelijkheden omtrent de strafbaarheid van rechtspersonen weg te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het opschrift «§ 8 Bepaling van strafrechtelijke aansprakelijkheid» en artikel 45 van de Drank- en Horecawet vervallen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 26 mei 2005

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de dertiende september 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 028

Naar boven