Besluit van 5 juli 2005, houdende wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 mei 2005, kenmerk DJB/JZ-2554656, gedaan mede namens Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet, de artikelen 2:1, eerste lid, 2:7, eerste lid, 4:3, tweede en vierde lid, en 5:12, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet, artikel 3b, tweede lid van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993, artikel 10, vijfde lid, eerste en tweede volzin, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, artikel 11, eerste lid, van de Tabakswet, artikel 1, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 24a, eerste lid, tweede volzin, van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie, artikel 24, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 24 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, artikel 9, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, artikel 18, derde lid, van de Wet politieregisters en de artikelen 8, zesde lid, 9, tweede lid, letter b, 10, 11, eerste lid, aanhef en letters f, o, 2°, en u, 12, derde lid, 20, tweede lid, letter b, 29, derde lid, 39 van de Wet op de omzetbelasting 1968;

De Raad van State gehoord (advies van 26 mei 2005, nr. W13.05.0182/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 juni 2005, kenmerk DJB/JZ-2593341, uitgebracht mede namens Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 33i, eerste lid, onder d, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement wordt «op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de jeugdhulpverlening» vervangen door: op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL II

In artikel 62ab, eerste lid, onder d, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal wordt «op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de jeugdhulpverlening» vervangen door: op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL III

Het Arbeidstijdenbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:2, onderdeel f, komt te luiden:

f. jeugdzorg: jeugdzorg als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg die gepaard gaat met verblijf als bedoeld in artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg, voor zover daarin personen plegen te worden verzorgd uit andere hoofde dan wegens hun geestelijke of lichamelijke gesteldheid;

B

In artikel 2.1.3 wordt «die uitsluitend werkzaamheden verricht als gezinshuisouder in het kader van residentiële hulpverlening als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de jeugdhulpverlening» vervangen door: die uitsluitend werkzaamheden verricht als gezinshuisouder in het kader van jeugdzorg met verblijf als bedoeld in artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg gedurende het etmaal.

C

In artikel 2.1.8 wordt «een inrichting ten behoeve van de jeugdhulpverlening of een inrichting voor verpleging of verzorging worden georganiseerd en welke arbeid buiten die instelling onderscheidenlijk inrichting wordt verricht» vervangen door: een accommodatie waarin verblijf als bedoeld in artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg wordt geboden, of een inrichting voor verpleging of verzorging worden georganiseerd en welke arbeid buiten die instelling, accommodatie, onderscheidenlijk inrichting wordt verricht.

ARTIKEL IV

De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3b, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, voor zover deze betrekking heeft op het verstrekken van subsidie, wordt vastgesteld overeenkomstig het Subsidiebesluit justitiële jeugdinrichtingen, zoals dit luidde op 31 december 2004.

ARTIKEL V

In artikel 40b, eerste lid, onder d, van het Besluit algemene rechtspositie politie wordt «op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de jeugdhulpverlening» vervangen door: op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL VI

Artikel 3, tweede lid, onder d, van het Besluit beperking verkoop en gebruik tabaksprodukten komt te luiden:

d. accommodaties van stichtingen als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg en accommodaties van zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Wet op de jeugdzorg, alsmede justitiële jeugdinrichtingen als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen die niet door de Staat of openbare lichamen worden beheerd.

ARTIKEL VII

De bijlage bij het Besluit BIBOB wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder Ministerie van Justitie wordt «Instellingen voor voogdij en gezinsvoogdij» vervangen door: een rechtspersoon als bedoeld in de artikelen 254, tweede lid, en 302, tweede lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Onder Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt toegevoegd: stichtingen als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL VIII

In artikel 5, onder d, van het Besluit gebruik sofi-nummer Wbp wordt «voor de jeugdhulpverlening bedoelde taken» vervangen door: als bedoeld in artikel 69 van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL IX

In artikel 5, derde lid, onder h, van het Besluit gezondheidszorgpsycholoog wordt «jeugdhulpverlening» vervangen door: jeugdzorg.

ARTIKEL X

Het Besluit justitiële gegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 34, onder c, komt als volgt te luiden:

c. een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg bij de uitoefening van de taken, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c en d, van de Wet op de jeugdzorg.

B

In artikel 35, onder a, wordt «de directeur van een gezinsvoogdij-instelling» vervangen door: de directeur van een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL XI

In de artikelen 5 en 8, tweede lid, van het Besluit klachtencommissie vergunninghouders interlandelijke adoptie wordt «Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming» telkens vervangen door: Inspectie jeugdzorg.

ARTIKEL XII

Artikel 14, eerste lid, onder d, van het Besluit politieregisters komt als volgt te luiden:

d. personen, werkzaam bij een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg die belast is met de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder e, van die wet.

ARTIKEL XIII

In artikel 45d, eerste lid, onder d, van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken wordt «een pleegcontract als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de jeugdhulpverlening» vervangen door: een pleegcontract als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL XIV

Bijlage B, onder b, sub 30, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 komt te luiden:

30. stichtingen als bedoeld in artikel 1, onder f van de Wet op de jeugdzorg en zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Wet op de jeugdzorg.

ARTIKEL XV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 5 juli 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

De Minister van Justitie a.i.,

M. C. F. Verdonk

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties a.i.,

M. C. F. Verdonk

Uitgegeven de dertiende september 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit bevat enkele wijzigingen van algemene maatregelen van bestuur in verband met het in werking treden van de Wet op de jeugdzorg op 1 januari 2005. Deze wijzigingen komen zakelijk neer op de aanpassing van verwijzingen naar achterhaalde artikelen. Er vloeien geen materiële wijzigingen voort uit dit besluit.

Het besluit bevat bovendien de vaststelling van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 3b, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Verzuimd is in de Wet op de jeugdzorg te bepalen dat het Subsidiebesluit justitiële jeugdinrichtingen vanaf het moment van inwerkingtreding van de Wet op de jeugdzorg niet langer meer gebaseerd zou zijn op de Wet op de jeugdhulpverlening. In artikel 4 wordt dit verzuim hersteld.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven