Wet van 16 juli 2005, houdende technische verbeteringen en enige andere wijzigingen in wetgeving op het terrein van de arbeidsmarkt en de bijstand en enige andere terreinen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is technische verbeteringen en enige andere wijzigingen in wetgeving op het terrein van met name de arbeidsmarkt en de bijstand aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WET ARBEID VREEMDELINGEN

De Wet arbeid vreemdelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, onderdeel a, wordt «een gedraging» vervangen door: een handelen of nalaten.

B

In artikel 19d wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Onze Minister stelt beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de beboetbare feiten worden vastgesteld.

ARTIKEL II. WET WERK EN INKOMEN KUNSTENAARS

De Wet werk en inkomen kunstenaars wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel d, en het vijfde lid wordt «een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 4°» vervangen door: een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°.

2. Het zesde en het zevende lid vervallen.

B

Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46 Verslag over de uitvoering

  • 1. Het college dient jaarlijks bij Onze Minister een verslag in over de uitvoering van deze wet. Het verslag omvat mede een opgave van de door het college gemaakte kosten, bedoeld in artikel 48, en is voorzien van een verklaring van de accountant belast met de in artikel 213 van de Gemeentewet voorgeschreven controle omtrent de getrouwheid van de verstrekte gegevens en de rechtmatigheid van de uitvoering van de wet, alsmede van een oordeel van de gemeenteraad over de uitvoering van de wet.

  • 2. Voorafgaand aan het verslag dient het college bij Onze Minister een voorlopig verslag in over de uitvoering.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld inzake het voorlopig verslag, het verslag, de verklaring en het onderzoek dat resulteert in deze verklaring.

  • 4. Het voorlopig verslag, het verslag, de verklaring en het oordeel van de gemeenteraad worden door het college kosteloos verstrekt.

C

Na artikel 78c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 78d Overgangsbepaling beëindigingsgronden

Bij algemene maatregel van bestuur kan ten behoeve van de kunstenaar die in of voor het jaar 2004 een uitkering heeft ontvangen op grond van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars en die in 2005 een uitkering aanvraagt op grond van deze wet, worden afgeweken van de perioden en bedragen, bedoeld in artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b.

ARTIKEL III. WET WERK EN BIJSTAND

Aan artikel 34, tweede lid, van de Wet werk en bijstand wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. het tegoed dan wel de verzekerde som, bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel q.

ARTIKEL IV. WET OP DE ECONOMISCHE DELICTEN

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten vervalt: de Wet op de gevaarlijke werktuigen, de artikelen 1a, 6, 8, eerste lid, 10, eerste, tweede en derde lid, 11, derde lid, 12, eerste lid, derde zin, en derde lid, 14, en 14a en 25a;.

ARTIKEL V. WET DUALISERING GEMEENTELIJKE MEDEBEWINDSBEVOEGDHEDEN

Indien het bij koninklijke boodschap van 17 juli 2003 ingediende voorstel van wet houdende aanpassing van bijzondere wetten aan de Wet dualisering gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden (Kamerstukken 28 995) tot wet is of wordt verheven en in werking treedt of is getreden, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel LII vervalt.

B

In artikel LVIII vervallen de onderdelen F, G, H, I, J en K.

ARTIKEL VI. WET SOCIALE WERKVOORZIENING

De Wet sociale werkvoorziening wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10, eerste lid, wordt «door de gemeenten» vervangen door: door het college van burgemeester en wethouders.

B

In artikel 11, vijfde lid, vervalt: van de gemeente.

C

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en het vierde lid wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.

2. In het derde lid wordt «een gemeentebestuur» vervangen door «een college van burgemeester en wethouders» en «dat gemeentebestuur» door: dat college.

D

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «gemeentebesturen» vervangen door: colleges van burgemeester en wethouders.

2. In het eerste en tweede lid wordt «gemeentebestuur» vervangen door: college van burgemeester en wethouders.

ARTIKEL VII. INWERKINGTREDING

  • 1. Deze wet treedt, met uitzondering van artikel III, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel II, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 januari 2005.

  • 2. Artikel III treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop artikel IX van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling in werking treedt.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

Tavarnelle, 16 juli 2005

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Uitgegeven de achtste september 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 30 090

Naar boven