Besluit van 16 juni 2005 tot wijziging van het Besluit Herinneringsmedaille
Vredesoperaties in verband met toekenning van de herinneringsmedaille
aan ambtenaren van politie
Wij
Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van Onze Minister van Defensie van 10 juni 2005, nr. DO/060
2005 002161, gedaan mede namens Onze Ministers van Buitenlandse Zaken
en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 1 van het
Besluit Herinneringsmedaille
Vredesoperaties wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding
«1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd,
luidende:
2. Met een
vredesoperatie als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt
gelijkgesteld de uitzending van politie, in overeenstemming met Onze
Minister, ter handhaving of bevordering van de
vrede.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juni
2001.
Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit
besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het
Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden
gezonden aan de Kanselier der Nederlandse
Orden.
's-Gravenhage, 16
juni
2005
Beatrix
De
Minister van
Defensie,
H.
G. J. Kamp
De Minister van
Buitenlandse
Zaken,
B.
R. Bot
De
Minister van
Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
J.
W. Remkes
Uitgegeven de drieëntwintigste augustus 2005
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Bij het Besluit Herinneringsmedaille
Vredesoperaties (Stb. 2001, 186) is een algemene herinneringsmedaille
ingesteld voor vredesoperaties in internationaal verband waaraan door
de Nederlandse krijgsmacht is deelgenomen. Het begrip
«vredesoperatie» is in het besluit omschreven als
«inzet of ter beschikking stellen van de krijgsmacht als bedoeld
in artikel 100, eerste lid, van de Grondwet, ter handhaving of
bevordering van de vrede». Voor de herinneringsmedaille (dan wel
de bij die medaille behorende gesp) komt in aanmerking degene die
gedurende ten minste dertig dagen aaneengesloten heeft deelgenomen aan
een vredesoperatie en die bij zijn deelname in alle opzichten een goede
plichtsbetrachting en een goed gedrag heeft betoond.
Niet
alleen de Nederlandse krijgsmacht maar ook de Nederlandse politie
vervult thans structureel vredeshandhavende of vredesbevorderende taken
buiten Nederland. In dit verband wordt verwezen naar de notitie over de
inzet van de Nederlandse politie en Koninklijke Marechaussee bij
internationale civiele politie-operaties (Kamerstukken II, 2000/01,
27 476, nr. 1), die naar aanleiding van de motie van het lid
Melkert c.s. (Kamerstukken II, 1999/00, 22 181, nr. 316) is
opgesteld.
Meestal is sprake van inzet van politie tezamen met
die van de krijgsmacht, waarbij de politiebijdrage onder andere
voorziet in de behoefte aan professionele ordehandhaving met een laag
geweldsniveau en in andere politiefuncties die – al dan niet
tijdelijk – niet door de lokale overheid worden vervuld. In
dergelijke gevallen van parallelle inzet komen zowel de militairen als
de betrokken politieambtenaren voor de herinneringsmedaille in
aanmerking.
De inzet van politie voor vredestaken kan
preventief plaatsvinden en gaat dan vooraf aan of komt in de plaats van
de inzet van de krijgsmacht, waarbij in het bijzonder moet worden
gedacht aan die van de Koninklijke marechaussee. De politie-inzet kan
ook aansluitend plaatsvinden op die van de krijgsmacht en is dan
gericht op de handhaving van de openbare orde in een (weer)
gestabiliseerde omgeving.
Op basis van het Besluit
Herinneringsmedaille Vredesoperaties, zoals dat voorheen luidde, was
het niet mogelijk om de herinneringsmedaille toe te kennen in gevallen
waarin van Nederlands politiepersoneel – anders dan tezamen met
de krijgsmacht – voor vredestaken wordt ingezet. De inzet van
uitsluitend politie valt immers niet onder de definitie van
«vredesoperatie», en viel daarmee ook buiten de
werkingssfeer van het besluit.
Teneinde de desbetreffende
politieambtenaren ook voor de herinneringsmedaille in aanmerking te
laten komen wordt thans aan artikel 1 van het Besluit
Herinneringsmedaille Vredesoperaties een lid toegevoegd waarin de
uitzending van politie, in overeenstemming met Onze Minister van
Defensie, ter handhaving of bevordering van de vrede, met een
vredesoperatie wordt gelijkgesteld.
In de periode 2001-2003
heeft een gering aantal politieambtenaren, buiten krijgsmachtverband,
deelgenomen aan de OVSE-missie «Kosovo Police Service
School». Om ook deze ambtenaren voor de herinneringsmedaille in
aanmerking te brengen is aan dit besluit terugwerkende kracht verleend
tot en met 1 juni 2001.
De voordracht voor het onderhavige
besluit is gedaan mede namens Onze Ministers van Buitenlandse Zaken en
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Minister van
Defensie,
H.
G.
J. Kamp