Besluit van 28 juni 2005, houdende wijziging van het Instellingsbesluit curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 21 juni 2005, nr. C/2005009573, directie juridische zaken, afdeling wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Instellingsbesluit curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten wordt gewijzigd als volgt:

A

Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. zes overige leden.

B

Onder vernummering van het derde en het vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

• 3. Voor benoeming tot lid als bedoeld in het eerste lid, onder b, komen in aanmerking:

  a. ervaren bestuurders uit het sociaal-economisch of maatschappelijk veld;

  b. personen als hoogleraar verbonden of verbonden geweest aan een universiteit hier te lande of anderszins deskundig op het gebied van onderwijs en onderzoek.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 april 2002.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 juni 2005

Beatrix

De Minister van Defensie,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de achttiende augustus 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Bij koninklijk besluit van 20 februari 2002 is het curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten ingesteld (Instellingsbesluit curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten, Stb. 160). Bij dat besluit zijn de curatoria van de Koninklijke Militaire Academie en het Koninklijk Instituut voor de Marine opgeheven aangezien de taken van die curatoria door het nieuwe curatorium werden overgenomen. De hoogleraren of emeritus hoogleraren die bij de inwerkingtreding van het besluit zitting hadden in de curatoria van de Koninklijke Militaire Academie en het Koninklijk Instituut voor de Marine werden voor de resterende periode van hun benoeming, doch in elk geval niet langer dan een jaar, aangemerkt als leden van het nieuwe curatorium. Na de overgangsperiode van maximaal een jaar zou het curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten nog slechts zijn samengesteld uit een president-curator en vijf overige leden.

Bij de instelling van het curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten is ervan uitgegaan dat door natuurlijk verloop het in het besluit vastgelegde ledental zou worden bereikt. Daarbij is tevens aangenomen dat de werkzaamheden van het curatorium geleidelijk zouden afnemen, zodat het in het besluit vastgelegde ledental toereikend zou zijn. Door verdergaande integratie van de Hogere Defensie Opleidingsinstituten en de op handen zijnde oprichting van een Faculteit van Militaire Wetenschappen heeft deze afname van werkzaamheden zich echter niet voorgedaan. In verband hiermee is besloten tot handhaving van het huidige aantal van zeven leden van het curatorium (president-curator, tevens lid, en zes overige leden).

Aangezien met het onderhavige besluit het aantal leden van curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten structureel op zeven wordt gesteld, wordt aan dit besluit terugwerkende kracht verleend tot en met 5 april 2002 (de datum waarop het Instellingsbesluit curatorium Hogere Defensie Opleidingsinstituten in werking is getreden).

De Minister van Defensie,

H. G. J. Kamp