Besluit van 24 juni 2005, houdende wijziging van de bijlage bij het Opiumwetbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 april 2005, kenmerk DWJZ/SWW-2572913, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Opiumwet;

De Raad van State gehoord (advies van 11 mei 2005, nr. W13.05.0137/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 juni 2005, kenmerk DWJZ/SWW 2590803, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In onderdeel a van de bijlage bij het Opiumwetbesluit worden de middelen amobarbital, buprenorfine, butalbital, cyclobarbital, flunitrazepam, 4-hydroxyboterzuur, pentazocine en pentobarbital geschrapt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

‘s-Gravenhage, 24 juni 2005

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zesentwintigste juli 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit beoogt uitsluitend enige correcties aan te brengen in de bijlage bij het Opiumwetbesluit.

Onderdeel b van die bijlage bevat alle middelen die staan vermeld op lijst II van de Opiumwet, met uitzondering van hasjiesj. Onderdeel a van de bijlage behoort uitsluitend middelen te bevatten die op lijst I van de Opiumwet staan. Onderdeel a omvat evenwel acht middelen die op lijst II van de Opiumwet staan. Die middelen maken reeds onderdeel uit van onderdeel b van de bijlage. De desbetreffende acht middelen dienen derhalve te worden geschrapt in onderdeel a van de bijlage.

Gelet op artikel 4, eerste lid, van de Opiumwet, dat de grondslag vormt voor het onderhavige besluit, dienen beide kamers der Staten-Generaal van de plaatsing van het besluit in het Staatsblad in kennis te worden gesteld en dienen zij ten minste acht weken voor de inwerkingtredingsdatum de gelegenheid te hebben van het onderhavige wijzigingsbesluit kennis te nemen. De inwerkingtredingsbepaling is hierop afgestemd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 augustus 2005, nr. 152.

Naar boven