Besluit van 15 juni 2005 tot wijziging van een aantal besluiten in verband met de invoering van de term consumentenprijsindex

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 1 april 2005, nr. WJZ 5018321;

Gelet op de artikelen 4.10, achtste lid, 9.1, vierde lid, en 16.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, artikel 11.1 van de Wet studiefinanciering 2000, artikel 11.1, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 234, zevende lid, van de Gemeentewet en artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand;

De Raad van State gehoord (advies van 4 mei 2005, nr. W10.05.0113/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 8 juni 2005, nr. WJZ 5031059;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de navolgende artikelen wordt «het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie» telkens vervangen door «de consumentenprijsindex»:

a. artikel 3, tweede en derde lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen;

b. artikel 7, derde lid, van het Besluit nummerportabiliteit;

c. artikel 4 van het Besluit proceskosten bestuursrecht;

d. artikel 2.5, vijfde lid, van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen;

e. artikel 10, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

f. artikel 1, tweede en derde lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

ARTIKEL II

In de navolgende artikelen wordt «het indexcijfer van de consumentenprijs» telkens vervangen door «de consumentenprijsindex»:

a. artikel 17, tweede lid, van het Besluit studiefinanciering 2000;

b. artikel 5, tweede lid, van het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

ARTIKEL III

In artikel 7b van het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren wordt «het geldende prijsindexcijfer» vervangen door: de geldende consumentenprijsindex.

ARTIKEL IV

In artikel 3, derde lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen vervalt «naar de stand op het midden van elke kalendermaand».

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

‘s-Gravenhage, 15 juni 2005

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de twaalfde juli 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Een aantal algemene maatregelen van bestuur bevat bepalingen over financiële bijdragen of uitkeringen waarbij een bepaald bedrag is gekoppeld aan het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Dit door het CBS vastgestelde cijfer geeft de prijsontwikkeling weer van goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. Het CBS gebruikt thans een nieuwe term voor dit prijsindexcijfer, te weten de consumentenprijsindex. Het betreft hier enkel een terminologische wijziging; materieel heeft de wijziging geen gevolgen. In het voorstel voor een Veegwet EZ 2005 (Kamerstukken II 2004/2005, 30 027; artikelen XVI en XVII) is reeds voorgesteld in een groot aantal wetten de term prijsindexcijfer te wijzigen in consumentenprijsindex. Dit besluit strekt ertoe de term prijsindexcijfer ook in een aantal algemene maatregelen van bestuur te wijzigen. Om praktische redenen is ervoor gekozen deze wijzigingen in één besluit neer te leggen. Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt de definitie van de term consumentenprijsindex reeks in artikel 3, derde lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen aan te passen. Reden voor deze aanpassing is dat het CBS gedurende de hele kalendermaand de stand van de prijzen waarneemt en niet alleen in het midden van de kalendermaand. De wijzigingen hebben geen effect op de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Economische Zaken. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 augustus 2005, nr. 152.

Naar boven