Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatsblad 2005, 333 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer | Staatsblad 2005, 333 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 1 juni 2005, nr. MJZ 2005059997, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 27, tweede en achtste lid, van de Huursubsidiewet;
De Raad van State gehoord (advies van 16 juni 2005, nr. W08.05.0210/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 juni 2005, nr. MJZ2005127322, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker
Uitgegeven de dertigste juni 2005
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
Per 1 juli van elk jaar worden de bedragen, bedoeld in de artikelen 16, eerste lid, 17, tweede lid, en 18, tweede lid, van de Huursubsidiewet aangepast. Dit besluit strekt hiertoe.
Het ontwerp van dit besluit is gedurende acht weken aan beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd (artikel 50 van de Huursubsidiewet). Dat heeft geleid tot wijzigingen in het besluit in die zin dat de bedragen, bedoeld in de artikelen 17, tweede lid, en 18, tweede lid, van de Huursubsidiewet worden aangepast aan de hand van de ontwikkeling van het netto-bijstandsinkomen.
Per 1 juli 2004 is het begrip basishuur in de Huursubsidiewet geïntroduceerd dat in artikel 16, eerste lid, van de Huursubsidiewet wordt gedefinieerd. De basishuur is het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft. In het subsidietijdvak 2004/2005 kwam de basishuur overeen met het berekende bedrag van de normhuur verhoogd met € 12.
Deze verhoging van de normhuren vloeide voort uit het Hoofdlijnenakkoord, waarin een versobering van de huursubsidie was aangekondigd, en waarin een taakstelling was opgenomen, inhoudende dat de huursubsidie-uitgaven met € 210 mln. structureel moeten worden beperkt. In de begroting 2004 van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is de bezuinigingsreeks onder artikel 2 (betaalbaarheid van het wonen) bij de taakstelling huursubsidie opgenomen, oplopend van € 81 mln. in 2004 tot € 150 mln. in 2005, € 190 mln. in 2006 en € 210 mln. in 2007 (Kamerstukken II 2003/2004, 29 200 XI, nrs. 1 en 2).
In dit verband zal de basishuur na het subsidietijdvak 2004/2005 in de drie daaropvolgende tijdvakken gemiddeld met circa € 2 extra per maand stijgen om die taakstelling te realiseren. Voor een verdere toelichting hierop kan nog worden verwezen naar de memorie van toelichting op het voorstel van wet tot wijziging van de Huursubsidiewet (verhoging van het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft) (Kamerstukken II 2003/2004, 29 463, nr. 3).
Wat betreft de berekening van de extra bijdrage bovenop de normhuur in het kader van de bezuinigingen, is het totaalbedrag van de bezuinigingen gedeeld door het aantal in beschouwing te nemen huishoudens met huursubsidie. Hiertoe worden de aantallen gebruikt die per 1 juli 2004 bekend waren. Allereerst is een bezuinigingsreeks, oplopend van € 150 mln. in 2005, € 190 mln. in 2006 en € 210 mln. in 2007 omgerekend naar een bedrag per tijdvak, hetgeen resulteert in een reeks, oplopend van € 167 mln. voor het tijdvak 2005/2006, € 199 mln. voor het tijdvak 2006/2007 en € 212 mln. voor het tijdvak 2007/2008. Deze bedragen zijn vervolgens gedeeld door de aantallen huishoudens van respectievelijk 976.000, 975.000 en 976.000.
Na omzetting van de aldus verkregen jaarbedragen per huursubsidieontvanger in maandbedragen, ontstaat de volgende reeks: € 14,28 (2005/2006), € 17,05 (2006/2007), en € 18,10 (2007/2008).
In concreto leidt dit voor het tijdvak dat loopt van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 tot een verhoging van de normhuren met een bedrag van € 14,28 (een verhoging met € 2,28 ten opzichte van het voorafgaande (subsidie)tijdvak). De wijziging van artikel 16, eerste lid, van de Huursubsidiewet strekt hiertoe.
Artikel 27 van de Huursubsidiewet bepaalt dat jaarlijks per 1 juli de normhuren worden aangepast die behoren bij het minimum-inkomensijkpunt en bij het referentie-inkomensijkpunt. De vaststelling van de normhuren voor de twee genoemde inkomensijkpunten bepaalt mede de hoogte van de huursubsidiebedragen. De normhuur maakt onderdeel uit van de zogenoemde basishuur (het gedeelte van de rekenhuur dat ten minste voor rekening van de huurder blijft).
De aanpassing van de normhuren voor de twee genoemde inkomensijkpunten geschiedt, zo bepaalt artikel 27 van de Huursubsidiewet, bij algemene maatregel van bestuur.
Ingevolge artikel 27 van de Huursubsidiewet vindt de aanpassing plaats:
– hetzij aan de hand van de huurprijsontwikkeling zoals die naar redelijke verwachting in het subsidiejaar zal plaatsvinden (artikel 27, eerste lid, aanhef en onderdeel a);
– hetzij met het percentage waarmee het bedrag, bedoeld in artikel 21, onder c, van de Wet werk en bijstand is aangepast. De indexering is dan gekoppeld aan het stijgingspercentage van het netto-bijstandsinkomen van gehuwden (artikel 27, tweede lid, eerste volzin).
De ontwikkeling van het netto-bijstandsinkomen in 2004 bedraagt – 0,6%, de verwachte gemiddelde huurprijsontwikkeling in 2005 bedraagt 1,8%. Voor het tijdvak dat loopt van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2006 is gekozen voor een aanpassing van de normhuren gekoppeld aan de stijging van het netto-bijstandsinkomen, zijnde – 0,6%. Omdat dit percentage lager is dan de verwachte huurprijsontwikkeling, is dit voor de burger de meest gunstige wijze van indexeren.
Bij de bepaling van het stijgingspercentage van het netto-bijstandsinkomen wordt uitgegaan van de stijging per kalenderjaar. De netto-bijstandsnorm voor gehuwden per kalendermaand bedroeg per 1 januari 2004 € 1156,54. Per 1 januari 2005 is dit bedrag € 1149,83. Dat is een stijging ten opzichte van het kalenderjaar 2004 van afgerond – 0,6%.
De normhuur bij het minimum-inkomensijkpunt van € 179,61 (artikel 17, tweede lid, van de Huursubsidiewet) wordt als gevolg van de aanpassing aan de hand van het netto-bijstandsinkomen:
€ 179,61 נ0,994 = € 178,54 (krachtens artikel 27, zesde lid, eerste volzin, van de Huursubsidiewet wordt de normhuur naar boven afgerond op hele eurocenten) (artikel I, onderdeel B).
Volgens dezelfde berekeningsmethode wordt de normhuur bij het referentie-inkomensijkpunt van € 365,20 (artikel 18, tweede lid, van de Huursubsidiewet) als gevolg van de aanpassing aan de hand van het netto-bijstandsinkomen:
€ 365,20 נ0,994 = € 363,01 (artikel I, onderdeel C).
Derhalve worden de normhuren behorende bij het minimum-inkomensijkpunt en het referentie-inkomensijkpunt per 1 juli 2005 gewijzigd in respectievelijk € 178,54 en € 363,01.
Op basis van de actuele inzichten wordt voor de ontwerp-begroting 2006 rekening gehouden met een stijging van de normhuren gekoppeld aan het stijgingspercentage van het netto-bijstandsinkomen van – 0,6%.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2005-333.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.