Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2005, 322 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Verkeer en Waterstaat | Staatsblad 2005, 322 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 maart 2005, nr. HDJZ/S&W/2005-864, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op artikel 86, onderdeel c, en artikel 104, onderdeel c, van de Wet personenvervoer 2000;
De Raad van State gehoord (advies van 19 mei 2005, nr. W09.05.0108/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 6 juni 2005, nr. HDJZ/S&W/2005-1332, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Voor bij ministeriële regeling aan te wijzen soorten taxidiensten waarbij gedurende een bepaalde periode meermalen taxivervoer wordt verricht volgens een schriftelijke overeenkomst waarin tarieven zijn vastgelegd, kan in plaats van de in het eerste lid bedoelde chauffeurspas volstaan worden met een chauffeurspas onder beperkingen, volgens het bij ministeriële regeling vast te stellen model.
2. In het derde lid wordt «reiziger» vervangen door: consument.
3. Aan artikel 75 worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Ten behoeve van het toezicht op de naleving van het bepaalde krachtens het tweede lid, is in een auto waarmee een in het tweede lid bedoelde taxidienst wordt verricht, het deel van de administratie aanwezig waarmee kan worden aangetoond dat daadwerkelijk de in het tweede lid bedoelde soort taxidienst wordt verricht.
5. Bij ministeriële regeling kunnen eisen gesteld worden aan het deel van de administratie, bedoeld in het vierde lid.
In artikel 76, eerste lid, onderdeel d, wordt na «onderwerpen» ingevoegd: , waarbij onderscheid gemaakt kan worden tussen verschillende soorten taxidiensten.
In artikel 118 wordt in de opsomming van artikelen «artikel 75, eerste en tweede lid» vervangen door: artikel 75, eerste, tweede en vierde lid.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
Uitgegeven de dertigste juni 2005
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
De onderhavige wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 (hierna: Bp2000) bevat de grondslag voor nadere regels over een beperkte vakbekwaamheidseis voor taxichauffeurs voor bepaalde soorten taxidiensten.
Voorts bevat deze wijziging een grondslag om nadere regels te stellen over een administratieverplichting voor de taxivervoerder ten behoeve van het toezicht op de naleving van de verplichting voor taxichauffeurs om in het bezit te zijn van een voor de desbetreffende soort taxidienst geldige chauffeurspas.
In artikel 86, onderdeel c, van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000) is een grondslag opgenomen om ten behoeve van het toezicht op de naleving van de wet aan taxivervoerders bepaalde administratieverplichtingen op te kunnen leggen. Op grond van artikel 104, onderdeel c, van de Wp2000 kunnen eisen worden gesteld aan onder meer taxichauffeurs. Deze wijziging van het Bp2000 geeft een nadere invulling aan deze grondslagen.
Een ontwerp van dit besluit is overeenkomstig artikel 106 van de Wp2000 voor advies voorgelegd aan het Overlegorgaan Personenvervoer (OPV). Het OPV heeft op 2 februari 2005 zijn advies uitgebracht (nr. OPV-2005/121).
In het advies hebben het Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) en Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) kanttekeningen geplaatst bij het ontwerpbesluit. KNV Taxi is, vanuit het oogpunt van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, van mening dat alleen de kenmerken van de te tonen documenten in de regelgeving moeten worden vastgelegd. Daarnaast pleiten KNV Bus en KNV Taxi, in het kader van de administratieve lastenverlichting, voor een vrijstelling van het verplichte taxidiploma voor touringcarchauffeurs (die ook (incidenteel) taxivervoer verrichten) op grond van een erkenning van de bestaande diploma’s voor touringcarchauffeurs en de zwaarte van het beroep. Tot slot geeft KNV Taxi aan dat zij voorstander is van het afnemen van praktijkexamens door het CBR/CCV in de plaats waar de kandidaat daadwerkelijk (en voornamelijk) taxivervoer (gaat) verricht(en) en het snel van start gaan van het afnemen van het verplichte (beperkte) examen zonder daarbij te wachten tot het formele regelgevingstraject is afgerond.
BVOM wijst erop dat de voorgestelde beperkte vakbekwaamheideis voor taxibestuurders voor de toezicht- en handhavings- c.q. opsporingsambtenaren extra handhavingslasten met zich mee brengt. BVOM is verder van mening dat de mogelijkheid ten onrechte gebruik te maken van de beperkte chauffeurspas bij niet beperkt taxivervoer de doelstelling van de vakbekwaamheideis aantast. In de paragrafen 3 en 4 wordt ingegaan op de inhoud van de administratieverplichting voor de taxivervoerder en toezichts- en handhavingsaspecten van die verplichting.
Dit besluit is tevens in concept voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (ACTAL). ACTAL heeft te kennen gegeven het besluit niet te selecteren voor een onderzoek naar de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. In paragraaf 5 van dit besluit wordt verantwoording gegeven over de administratieve lasten die uit dit besluit voortvloeien.
Sinds 1 juli 2004 geldt een zogenaamde «eis van vakbekwaamheid» voor alle taxichauffeurs, naast de reeds bestaande eisen voor het verkrijgen van een chauffeurspas, zoals het overleggen van een geneeskundige verklaring of een verklaring omtrent het gedrag (Besluit van 2 juni 2004, houdende wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de invoering van het vereiste van vakbekwaamheid voor de taxibestuurder (Stb. 2004, 252)). Deze vakbekwaamheidseis uit zich door middel van het verplicht halen van een (regulier) taxi-examen per 1 januari 2006. Na de invoering van deze vakbekwaamheidseis is uit overleg met de branche-organisaties naar voren gekomen dat de eis én het daaraan gekoppelde examen voor taxichauffeurs, niet altijd aansloten op de dagelijkse (werk)praktijk.
In het algemeen overleg met de Vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer op 16 september 2004 (Kamerstukken II 2004/2005, 25 910, nr. 53) heeft de minister van Verkeer en Waterstaat aangekondigd dat voor een bepaalde categorie taxivervoer of soort taxidienst bepaalde exameneisen zouden komen te vervallen. Het betreft de onderdelen stratenkennis, voertuigkennis en de voorbereiding van de rituitvoering. In de daarvoor in aanmerking komende ministeriële regelingen zal daarom een onderscheid worden gemaakt tussen het reguliere chauffeursexamen en een «lichter» oftewel beperkter chauffeursexamen. Daarnaast zal een afzonderlijk model chauffeurspas (hierna: chauffeurspas onder beperkingen) worden ingevoerd voor de chauffeur die met goed gevolg dit zogenaamde beperkte examen heeft afgelegd.
De soort taxidienst waar het beperkte examen voor zal gelden is het taxivervoer dat voldoet aan de volgende vier kenmerken:
– de betrokken chauffeur rijdt telkens dezelfde routes;
– de betrokken chauffeur rijdt telkens op dezelfde vaste tijdstippen;
– er is sprake van vervoer van telkens dezelfde passagiers en
– in een schriftelijke overeenkomst zijn tarieven vastgelegd voor gedurende een bepaalde periode meermalen te verrichten taxivervoer. Voorbeelden van deze taxidiensten zijn leerlingen- of gehandicaptenvervoer.
Het «beperkte» taxivervoer valt, gelet op het laatste kenmerk, altijd onder de noemer «contracttaxivervoer». Voor het Besluit personenvervoer 2000 waar de vakbekwaamheidseis in is opgenomen, heeft dit tot gevolg dat sprake is van een verbijzondering van de categorie contractvervoer. Voor de taxidiensten die voldoen aan de hierboven opgesomde kenmerken zal zoals aangegeven een beperkter chauffeursexamen gelden en kan een chauffeurspas onder beperkingen worden afgegeven. Door onderhavige wijziging van artikel 75, tweede lid van het Besluit personenvervoer 2000 wordt dit mogelijk gemaakt.
Taxichauffeurs die met goed gevolg een beperkt examen hebben afgelegd en in het bezit zijn van een chauffeurspas onder beperkingen mogen alleen taxivervoer verrichten waarvoor die chauffeurspas geldig is. Ten behoeve van een effectief toezicht op de naleving daarvan is het noodzakelijk dat voor de toezichthoudende ambtenaren duidelijk en direct kenbaar is dat chauffeurs die bij een controle een dergelijke chauffeurspas onder beperkingen tonen, het daarbij behorende «beperkte» taxivervoer verrichten. Het is immers niet toegestaan dat de chauffeurs met een chauffeurspas onder beperkingen straattaxivervoer of ander contracttaxivervoer dan «beperkt» taxivervoer verrichten. Voor straattaxivervoer is bijvoorbeeld bij uitstek stratenkennis vereist dat daarom onderdeel vormt van het reguliere chauffeursexamen.
Om te voorkomen dat taxichauffeurs zich onttrekken aan deze kwaliteitseis is er in overleg met de branche voor gekozen om het verrichten van «beperkt taxivervoer» te definiëren door het benoemen van vier kenmerken waar het vervoer altijd aan moet voldoen. De vier kenmerken vormen als het ware het kader waarbinnen het beperkte taxivervoer nader kan worden ingevuld. Omdat één van de kenmerken is dat er sprake moet zijn van een contract tussen de vervoerder en de opdrachtgever (bijvoorbeeld een gemeente), is het kunnen aantonen dat een taxichauffeur beperkt taxivervoer verricht, op basis van dit contract, bij uitstek het instrument om de vier kenmerken, bijvoorbeeld een vast rijschema of ritfrequentie per week, in te kaderen.
Om te voorkomen dat chauffeurs die werkzaam zijn in het straattaxivervoer (die dus niet het bijbehorende «beperkte» taxivervoer verrichten) het beperktere chauffeursexamen gaan afleggen, is effectief toezicht op de «chauffeurspas onder beperkingen» van groot belang. Om het toezicht op de naleving van de verplichting om taxivervoer te verrichten met een voor de desbetreffende soort taxidienst geldige chauffeurspas te vergemakkelijken en effectief te maken, én om misbruik van of met een «chauffeurspas onder beperkingen» strafbaar te stellen, wordt een administratieverplichting voor de (taxi)vervoerder ingevoerd, waarover meer in paragraaf 4.
In onderdeel A van deze wijziging wordt het woord «reiziger» vervangen door «consument» om het mogelijk te maken dat klanten die (nog) niet in een taxi zijn ingestapt, kunnen zien of een chauffeur een voor dat vervoer geldige chauffeurspas bezit. Hiermee wordt tevens de controle op de verplichting om chauffeurspassen zichtbaar te tonen, vergemakkelijkt. Controles vinden namelijk vaak plaats op taxistandplaatsen. Door deze wijziging geldt de verplichting om een geldige chauffeurspas zichtbaar te tonen ook voor chauffeurs die een taxirit aanbieden en nog geen reiziger in de auto hebben.
Na de invoering van het beperkte chauffeursexamen medio 2005 zullen de controles op de aanwezigheid van de juiste chauffeurspas deel uitmaken van de integrale wegcontroles van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Daarbij zal extra aandacht geschonken worden aan taxichauffeurs die zowel contractvervoer als overig taxivervoer verrichten. Een groot deel van de wegcontroles zal betrekking hebben op het zogenaamde straattaxivervoer. Zodra een taxichauffeur bij een dergelijke controle alleen een chauffeurspas onder beperkingen kan overhandigen, zal er worden opgetreden.
4. Administratieverplichting voor de taxivervoerder
Het nieuwe vierde lid van artikel 75 van het Bp2000 regelt voor de ondernemer of vervoerder de verplichting om in zijn taxi(’s) een deel van de administratie aanwezig te hebben waaruit direct blijkt dat de taxichauffeur «beperkt» taxivervoer verricht. Deze administratie kan in de praktijk bestaan uit één of meer documenten waaruit dit blijkt. Op verzoek van een toezichthouder moet de chauffeur deze documenten tonen. De extra handhavinglasten die uit de administratieverplichting voortvloeien zijn in de praktijk te overzien; de Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft aangegeven dat zij veel ervaring heeft met verschillende soorten contractvervoer en daardoor binnen enkele ogenblikken kan zien of sprake is van beperkt taxivervoer.
Een voorbeeld van een document waaruit de vier eerdergenoemde kenmerken blijken, is het contract dat is gesloten tussen de (taxi)vervoerder en degene voor wie vervoer wordt verricht. Andersoortige documenten kunnen de passagierslijsten of routebeschrijvingen zijn, in combinatie met het contract of andersoortige schriftelijke overeenkomst met tarieven. De uitwerking van de administratieverplichting is in overleg met branche-organisaties tot stand gekomen. De extra administratieve lasten die eruit voortvloeien kunnen de goedkeuring dragen van deze branche-organisaties, met name omdat het belang van een goede naleving werd onderkend. Overigens staat de keuze voor taxichauffeurs altijd nog open om het reguliere taxi-examen te doen; de administratieverplichting voor de vervoerder geldt dan niet.
In artikel 75, tweede lid, van het Bp2000 is reeds een aanwezigheidsverplichting opgenomen, namelijk de verplichting tot het in bezit hebben van een chauffeurspas. Door deze wijziging komt daar een tweede aanwezigheidsverplichting bij indien de taxi wordt bestuurd door een taxichauffeur met een beperkte chauffeurspas.
Naar aanleiding van deze wijziging van het Bp2000 wordt een aantal regelingen op het terrein van het taxivervoer gewijzigd. Dit zijn de Regeling vakbekwaamheid taxichauffeur voor wat betreft de inhoud van de verschillende examens, de Regeling chauffeurspas taxivervoer voor wat betreft de hierbij behorende verschillende soorten chauffeurspassen en de Regeling vaststelling controledocument internationaal taxivervoer voor wat betreft de citeertitel en de inhoud van de administratieverplichting van de vervoerder of ondernemer. In deze regeling kunnen de vier eerdergenoemde kenmerken aan de administratie worden opgenomen.
De verplichting voor de (taxi)vervoerder om in zijn taxi’s de hierboven genoemde documenten uit de administratie aanwezig te hebben, brengt als gevolg van de hieruit voortvloeiende informatieverplichting – het kunnen overleggen van een of meerdere documenten waaruit dit vervoer blijkt – administratieve lasten1 voor de branche met zich mee.
Zoals is opgenomen in de eerdergenoemde wijziging van het Bp2000 in verband met de invoering van de vakbekwaamheidseis zijn chauffeurs die bij de invoering van dit vereiste die (per 1 juli 2004) minimaal drie jaren praktijkervaring hebben, vrijgesteld van de vakbekwaamheidseis. De administratieve lasten die voortvloeien uit onderhavige administratieplicht zijn derhalve niet op deze groep bestaande chauffeurs van toepassing. Dit geldt eveneens voor de groep bestaande chauffeurs die op dit moment geen taxivervoer verrichten volgens de vooraf gedefinieerde kenmerken. Dit geldt wel voor de groep bestaande chauffeurs die sinds de inwerkingtreding van de vakbekwaamheidseis werkzaam zijn in de gedefinieerde deelmarkt van het contractvervoer alsmede de groep chauffeurs die na inwerkingtreding van de vakbekwaamheidseis in deze deelmarkt van het contractvervoer het beroep van taxichauffeur zijn/willen gaan uitoefenen (nieuwe toetreders).
Het aantal taxichauffeurs dat sinds de inwerkingtreding van de wijziging van het Bp2000 in verband met de invoering van het vereiste van vakbekwaamheid werkzaam is in de gedefinieerde deelmarkt van het contractvervoer en dat (nog) geen examen heeft gedaan, bedraagt naar verwachting ongeveer 5.000 taxichauffeurs (schatting branche). Conform de overgangsregeling heeft deze groep tot 1 januari 2006 de tijd om aan de vakbekwaamheidseis te voldoen, en hiermee in het bezit te komen van het vereiste getuigschrift. De extra verplichtingen die de onderhavige wijziging meebrengt voor de betrokken taxiondernemer zijn vooral gelegen in het opstellen van een of meerdere documenten waaruit blijkt dat de bij hem in dienst zijnde taxichauffeur vervoer verricht volgens de vooraf gedefinieerde kenmerken in de genoemde deelmarkt van het contractvervoer. Verwacht mag worden dat ondernemers meerdere chauffeurs zullen inzetten voor de uitvoering van dit soort taxivervoer. Het opstellen van een of meerdere documenten waaruit blijkt dat de bij hem in dienst zijnde taxichauffeur vervoer verricht volgens de vooraf gedefinieerde kenmerken in de genoemde deelmarkt van het contractvervoer, zal derhalve jaarlijks vaak een eenmalige handeling zijn. Voor de overige chauffeurs die door de ondernemer worden ingezet om het betreffende taxivervoer te verrichten kan immers worden volstaan met het kopiëren van de opgestelde documenten.
De administratieve lasten waar ondernemers (via deze groep bestaande taxichauffeurs) in dit marktsegment mee geconfronteerd worden, bedragen circa € 48.750,00. De administratieve lasten voor de branche die direct voortvloeien uit het in het bezit komen van het erkende getuigschrift, zijn reeds opgenomen bij de eerdergenoemde wijziging van het Bp2000 in verband met de invoering van het vereiste van vakbekwaamheid van de taxichauffeur.
De taxiondernemer die nieuw tot de markt toetredende taxichauffeurs in dienst heeft, wordt ten aanzien van de administratieve lasten met dezelfde onderdelen geconfronteerd zoals eerder genoemd. Het aantal nieuwe toetreders tot deze deelmarkt van het contractvervoer wordt geschat op gemiddeld 1.000 chauffeurs per jaar, waarmee de administratieve lasten voor deze groep taxiondernemers die (nieuwe) taxichauffeurs in dienst heeft, naar schatting € 9.750,00 bedragen. Hiermee komt het totaalbedrag aan verwachte administratieve lasten voor de branche op € 58.500,00. De beoogde regelgeving zal, voor zover te overzien, niet leiden tot extra administratieve of andersoortige lasten voor de burger.
De invoering van een administratieverplichting voor ondernemers bij wie de eerdergenoemde groep bestaande en nieuwe taxichauffeurs in dienst zijn, werkt kostenverhogend. Verwacht mag worden dat de introductie van een beperkter chauffeursexamen (en bijbehorende chauffeurspas onder beperkingen) een positief effect zal hebben op de toetreding van potentiële chauffeurs binnen dit marktsegment. Hiermee wordt een eventueel tekort aan chauffeurs die werkzaam zijn binnen de gedefinieerde deelmarkt van het taxivervoer (conform de eerder beschreven kenmerken) voorkomen.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 12 juli 2005, nr. 132.
Voor de berekening van de administratieve lasten is gebruik gemaakt van gegevens van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Koninklijk Nederlands Vervoer en de PxQ-sheets administratieve lasten personenvervoer 2002.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2005-322.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.