Wet van 12 mei 2005 tot wijziging van de Wet op de openluchtrecreatie (gefaseerde intrekking van de wet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet op de Openluchtrecreatie in te trekken en dat het wenselijk is dit gefaseerd te doen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de openluchtrecreatie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, vervallen de onderdelen e, f, g en h.

B

In artikel 8, derde lid, wordt de zinsnede «door hen per kalenderjaar vast te stellen korte perioden» vervangen door: ten hoogste de periode van 15 maart tot en met 31 oktober in elk kalenderjaar.

C

In artikel 12, onderdeel b, vervalt na «artikel 11» de zinsnede: dan wel de regelen gesteld krachtens artikel 17.

D

De artikelen 17 tot en met 20 vervallen.

E

De artikelen 24 tot en met 27 vervallen.

F

Artikel 32 vervalt.

G

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid vervalt het woord «tevens»;.

2. Het eerste, derde en vierde lid van artikel 33 vervallen, alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid.

H

In artikel 34, tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 33, tweede en derde lid,» vervangen door: artikel 33.

I

In artikel 36, tweede lid, vervalt de zinsnede: of van een jachthaven.

J

Artikel 38, eerste lid, komt te luiden:

Artikel 38

  • 1. Gedragingen in strijd met het verbod, gesteld in de artikelen 8, met voorschriften of beperkingen verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aan een vrijstelling of een ontheffing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of met een geldboete van de tweede categorie.

K

De artikelen 39 tot en met 43 vervallen.

L

Artikel 44 komt te luiden:

Artikel 44

Deze wet vervalt op 1 januari 2008.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 12 mei 2005

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de drieëntwintigste juni 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 829

Naar boven