Wet van 28 april 2005 tot uitvoering van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992, alsmede aanpassing van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in verband met de bekrachtiging van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 2004, 196) regelen vast te stellen tot uitvoering van dat Verdrag, alsmede dat het wenselijk is de Wet aansprakelijkheid olietankschepen aan te passen in verband met de bijzondere amenderingsprocedures van het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 229) en van het op 27 november 1992 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 1994, 228);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet schadefonds olietankschepen wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

g. «Aanvullend Fonds»: het Internationaal Aanvullend Fonds voor de vergoeding van schade door verontreiniging door olie, bedoeld in artikel 2 van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992 (Trb. 2004, 196).

B

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

Tenzij anders is aangegeven, is het in of krachtens de artikelen 2 tot en met 12 bepaalde van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het Aanvullend Fonds, met dien verstande dat een opgave van bijdragende olie als bedoeld in artikel 5, eerste lid, alsmede een mededeling als bedoeld in artikel 5, tweede lid, die is geschied ten aanzien van het Fonds, geacht wordt tevens ten aanzien van het Aanvullend Fonds te zijn gedaan.

ARTIKEL II

Artikel 4 van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De eigenaar kan zijn aansprakelijkheid per voorval beperken tot het bedrag, bepaald in artikel V van het Verdrag, behoudens wijziging door de bijzondere amenderingsprocedure voorzien in artikel 15 van het Verdrag.

2. Het derde en vierde lid komen te vervallen.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 28 april 2005

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de veertiende juni 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 706

Naar boven