Besluit van 3 mei 2005 tot wijziging van het Besluit vaststelling premiepercentage wachtgeldfondsen in verband met maximering van de ziekengeldlasten in het wachtgeldfonds alsmede tot wijziging van het Inkomensbesluit Waz in verband met het vervallen van artikel 72, derde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 maart 2005, Directie Sociale Verzekeringen nr. SV/A&L/05/20643;

Gelet op artikel 85, eerste lid, van de Werkloosheidswet en artikel 8, achttiende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

De Raad van State gehoord (advies van 6 april 2005, nr. W12.05.0099/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 april 2005, Directie Sociale Verzekeringen, SV/A&L/05/26381;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN HET BESLUIT VASTSTELLING PREMIEPERCENTAGE WACHTGELDFONDSEN

Artikel 1 van het Besluit vaststelling premiepercentage wachtgeldfondsen wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt na «kunnen worden gebracht» ingevoegd: , met uitzondering van hetgeen meer bedraagt dan het op grond van artikel 94, derde lid, van de Werkloosheidswet vastgestelde maximum.

2. In onderdeel d wordt «hetgeen op grond van artikel 90, vierde lid, van de Werkloosheidswet ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds wordt gebracht» vervangen door: , hetgeen meer bedraagt dan het op grond van artikel 94, eerste lid, van de Werkloosheidswet vastgestelde maximum.

3. In onderdeel e wordt «artikel 94» vervangen door: artikel 94, eerste lid,.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT WAZ

Artikel 4 van het Inkomensbesluit Waz komt te luiden:

Artikel 4. Grondslag bij toepassing artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964

Zonodig in afwijking van artikel 3 wordt voor de verzekerde, ten aanzien van wie artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964 toepassing heeft gevonden in het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid, de grondslag waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt berekend gesteld op het bedrag van het in dat kalenderjaar genoten loon, vastgesteld op grond van dit artikel 12a, onverminderd artikel 8, zevende lid, van de Wet.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, waarbij artikel I terugwerkt tot en met 30 december 2004 en artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 mei 2005

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I. Wijziging van het Besluit vaststelling premiepercentage wachtgeldfondsen

In artikel I wordt het Besluit vaststelling premiepercentage wachtgeldfondsen (hierna: het Besluit) gewijzigd. Door de wijziging van de Werkloosheidswet (hierna: WW) met de inwerkingtreding van de Wet van 23 december 2004, houdende wijziging van de Werkloosheidswet in verband met maximering van de ziekengeldlasten in het wachtgeldfonds voor de uitzendsector en wijziging van enige andere wetten in verband met de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte 2003 (Stb 2004, 731)(hierna: de wet) per 30 december 2004, is het noodzakelijk dat besluit aan te passen. Op grond van de wet is namelijk een maximum gesteld aan de ziekengeldlasten die ten laste van de uitzendsector komen. De ziekengeldlasten van deze sector boven dat maximum zullen ten laste komen van het Algemeen Werkloosheidsfonds. In het Besluit zijn regels gesteld voor de vaststelling van de wachtgeldpremies. De wachtgeldpremies kunnen worden gesplitst in een deel ziekengeldlasten en een deel werkloosheidslasten. Artikel I wijzigt artikel 1, onderdeel c, van het Besluit zo, dat bij de vaststelling van het deel van de premie dat betrekking heeft op ziekengeldlasten rekening wordt gehouden met het maximum dat gesteld wordt aan de ziekengeldlasten die ten laste van het wachtgeldfonds voor de uitzendsector komen. In artikel 1, onderdeel d, van het Besluit wordt de verwijzing naar artikel 90, vierde lid, WW vervangen door een verwijzing naar artikel 94, eerste lid, WW, aangezien artikel 90, vierde lid, niet alleen verwijst naar artikel 94, eerste lid, maar ook naar artikel 94, derde lid, WW. Laatstgenoemd artikellid heeft evenwel geen betrekking op werkloosheidslasten, maar uitsluitend op ziekengeldlasten. De wijziging van artikel 1, onderdeel e, is eveneens het gevolg van het feit dat in artikel 94 van de WW vanaf 30 december 2004 een tweetal maxima wordt gesteld. Het in onderdeel e gedefinieerde lastenplafond heeft uitsluitend betrekking op het maximum op grond artikel 94, eerste lid, WW en dus niet op het op grond van artikel 94, derde lid, van de WW gestelde maximum met betrekking tot de ziekengeldlasten in de uitzendsector. De wijziging van de onderdelen d en e betreft daarom geen inhoudelijke wijziging. Aan artikel I is terugwerkende kracht verleend tot en met 30 december 2004, omdat hiermee wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van de wet.

Artikel II. Wijziging van het Inkomensbesluit WAZ

Door de inwerkingtreding van de Verzamelwet sociale verzekeringen 2003 is per 1 januari 2004 artikel 72, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) vervallen. Artikel 72, derde lid, bleek overbodig nu artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) een soortgelijke bepaling kent. In artikel 12a van de Wet LB wordt overigens met een verwijzing naar het bedrag genoemd in de WAZ (eerst artikel 72, tweede lid, en met ingang van 1 januari 2005 artikel 8, elfde lid) bepaald op welk bedrag het genoten loon in een kalenderjaar moet worden gesteld. Het onderhavige besluit past het Inkomensbesluit Waz aan door de verwijzing naar artikel 72, derde lid, van de WAZ, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2004 te vervangen door de verwijzing naar artikel 12a van de Wet LB, waardoor duidelijk wordt op welk bedrag voor deze verzekerde (die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij een aanmerkelijk belang heeft) de grondslag voor de uitkeringsberekening moet worden vastgesteld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 14 juni 2005, nr. 112.

Naar boven