Besluit van 4 mei 2005 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 5, onderdelen D en H, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 april 2005, Directie Uitvoeringsbeleid, nr. UB/S/2005/29543;

Gelet op artikel 52 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Artikel 5, onderdeel D, voorzover het betreft artikel 30, eerste lid, onderdelen m en o, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, en onderdeel H, voorzover het betreft artikel 34, eerste lid, onderdelen h en i, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 mei 2005

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 52 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen (Invoeringswet Wfsv) voorziet in de mogelijkheid dat de artikelen van die wet in werking kunnen treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In het onderhavige besluit wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Met dit besluit treden al in werking de wijzigingen in de artikelen 30 en artikel 34 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI), die zijn opgenomen in de Invoeringswet Wfsv. In het in het besluit genoemde onderdeel van artikel 30 wordt de taak van het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) om in het kader van de handhaving, als intermediair op te treden bij het doorgeleiden van gegevens naar het buitenland en vice versa wettelijk geregeld. Het gaat hierbij vooral om het coördineren van stromen van controlegegevens in verband met onderzoek in het buitenland, noodzakelijk voor de uitkeringsverzorging door onder meer UWV en gemeenten. Deze taak wordt uitgevoerd in het Internationaal Bureau Fraude-informatie (IBF). Artikel 34 van de Wet SUWI betreft de taak van de Sociale verzekeringsbank (SVB) om in het kader van de handhaving, als intermediair op te treden bij het doorgeleiden van gegevens naar het buitenland en vice versa.

Daarnaast wordt in de andere onderdelen expliciet geregeld, dat UWV en SVB een adequate administratie voeren ten behoeve van de uitoefening van hun taak. Alle geregelde taken worden inmiddels uitgevoerd in het jaar 2005. Ze hangen niet samen met de hoofdonderwerpen van de Wfsv en Invoeringswet Wfsv, namelijk de premieheffing en inning door de Belastingdienst en de daarmee samenhangende inrichting van het gegevensverkeer en het verwerken van gegevens in de polisadministratie. Hierom kunnen deze onderdelen vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wfsv in werking treden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven