Besluit van 11 mei 2005, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 7 april 2005, houdende wijziging van de Wet stedelijke vernieuwing (wijziging aanvraagprocedures, nadere regels met betrekking tot intergemeentelijke afstemming en enkele andere wijzigingen) (Stb. 225)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 mei 2005, nr. MJZ2005048540, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel IV van de wet van 7 april 2005, houdende wijziging van de Wet stedelijke vernieuwing (wijziging aanvraagprocedures, nadere regels met betrekking tot intergemeentelijke afstemming en enkele andere wijzigingen) (Stb. 225);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De wet van 7 april 2005, houdende wijziging van de Wet stedelijke vernieuwing (wijziging aanvraagprocedures, nadere regels met betrekking tot intergemeentelijke afstemming en enkele andere wijzigingen) (Stb. 225) treedt met uitzondering van artikel I, onderdeel N, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 mei 2005

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

Uitgegeven de vierentwintigste mei 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven