Wet van 9 december 2004 tot wijziging van de Wet tarieven gezondheidszorg in verband met experimenten, prestatiebekostiging en enige andere maatregelen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet tarieven gezondheidszorg een aantal wijzigingen aan te brengen in verband met het houden van experimenten, een beheerste en soepele overgang naar bekostiging per prestatie, het voorkomen van onnodige bureaucratie dan wel het terugdringen van administratieve lasten en het tegengaan van fraude;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet tarieven gezondheidszorg wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. Na onderdeel b wordt een onderdeel c ingevoegd, dat luidt als volgt:

c. de FIOD-ECD: de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en Economische Controledienst van het Ministerie van Financiën;

2. Onderdeel h komt te luiden:

h. tarief: prijs voor een prestatie, een deel van een prestatie of geheel van prestaties van een orgaan voor gezondheidszorg.

3. Onderdeel i vervalt.

B

Artikel 1, vijfde lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In de eerste volzin wordt «onder h en i» vervangen door: onder e tot en met h.

2. De tweede volzin komt te luiden: Tot deze regelen kan behoren dat een of meer bepalingen van deze wet niet van toepassing zijn op de prijs voor een daarbij aangewezen prestatie, een deel van een prestatie of geheel van prestaties, door een orgaan voor gezondheidszorg.

C

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Het is een orgaan voor gezondheidszorg verboden een tarief in rekening te brengen:

    a. voor een prestatie waarvoor geen prestatiebeschrijving overeenkomstig deze wet is vastgesteld;

    b. voor een prestatie waarvoor een andere prestatiebeschrijving wordt gehanteerd dan overeenkomstig deze wet is vastgesteld;

    c. dat niet overeenkomt met het tarief dat voor de betrokken prestatie overeenkomstig deze wet is goedgekeurd of vastgesteld;

    d. dat niet ligt binnen de tariefruimte die op grond van artikel 6a of 8a voor de betrokken prestatie is goedgekeurd onderscheidenlijk is vastgesteld;

    e. anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is goedgekeurd of vastgesteld.

  • 2. Het is een orgaan voor gezondheidszorg verboden een tarief, bedoeld in het eerste lid, te betalen aan een ander orgaan voor gezondheidszorg of aan een derde te vergoeden.

  • 3. Het is een ziektekostenverzekeraar verboden een tarief, bedoeld in het eerste lid, te betalen of aan een derde te vergoeden.

  • 4. Een orgaan voor gezondheidszorg en een ziektekostenverzekeraar kunnen aan het aanbieden, overeenkomen of leveren van een prestatie, bedoeld in het eerste lid, onder a of b, dan wel aan het in rekening brengen, betalen of aan een derde vergoeden van een tarief, bedoeld in het eerste lid, geen rechten ontlenen.

  • 5. De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op een tarief voor een deel van een prestatie of een geheel van prestaties.

  • 6. Het derde tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verzekeraar als bedoeld in de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, voor zover niet begrepen onder artikel 1, eerste lid, onder e, sub 2, van deze wet.

D

Artikel 2a komt te luiden:

Artikel 2a

  • 1. Organen voor gezondheidszorg en ziektekostenverzekeraars voeren een administratie waaruit in ieder geval de overeengekomen en geleverde prestaties blijken, alsmede wanneer die prestaties zijn geleverd, aan welke patiënt respectievelijk verzekerde die prestaties zijn geleverd, de daarvoor in rekening gebrachte tarieven en de in verband daarmee ontvangen of verrichte betalingen of vergoedingen aan derden.

  • 2. Organen voor gezondheidszorg en ziektekostenverzekeraars voeren op zodanige wijze een administratie dat te allen tijde mogelijk is elk voor de desbetreffende categorie van organen voor gezondheidszorg relevant tarief, dat overeenkomstig deze wet is goedgekeurd of vastgesteld of dat ligt binnen de tariefruimte die op grond van artikel 6a of 8a is goedgekeurd onderscheidenlijk is vastgesteld, in rekening te brengen, te betalen of aan derden te vergoeden.

  • 3. Het College kan nadere regels stellen betreffende de administratie ten behoeve van concurrentie in de regio, een adequate bedrijfsvoering, het voorkomen van fraude en de inzichtelijkheid en toegankelijkheid van die administratie.

  • 4. Het eerste en tweede lid en de nadere regels zijn mede van toepassing ten aanzien van degene die voor een orgaan voor gezondheidszorg of ziektekostenverzekeraar een administratie voert alsmede ten aanzien van degene die een administratie voert ten behoeve van of in verband met het aanbieden, overeenkomen, leveren, in rekening brengen, betalen of vergoeden aan derden van een prestatie of een tarief of het ontvangen van een betaling.

E

Na artikel 2a wordt een artikel 2b ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 2b

  • 1. Organen voor gezondheidszorg informeren hun patiënten tijdig en zorgvuldig omtrent het voor de prestatie in rekening te brengen tarief.

  • 2. Organen voor gezondheidszorg brengen een tarief in rekening onder vermelding van de daarbijbehorende prestatiebeschrijving.

  • 3. Het College stelt nadere regels betreffende het door organen voor gezondheidszorg:

    a. bekendmaken van tarieven;

    b. specificeren van op verrichte prestaties betrekking hebbende rekeningen.

F

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid van de artikelen 4 en 5 bevat een voorstel voor:

    a. de toe te passen prestatiebeschrijving;

    b. het voor de prestatie in rekening te brengen tarief;

    c. degene aan wie het tarief in rekening wordt gebracht;

    d. degene door wie het tarief in rekening wordt gebracht en

    e. de wijze waarop het tarief in rekening wordt gebracht.

2. In het derde lid wordt «de Economische Controledienst» vervangen door: de FIOD-ECD.

G

Na artikel 6 wordt een artikel 6a ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 6a

In afwijking van de artikelen 4, 5 en 6, eerste lid, onder b, kan een verzoek als in die artikelen bedoeld, de goedkeuring betreffen van het bedrag dat ten minste of het bedrag dat ten hoogste als tarief voor de prestatie in rekening wordt gebracht.

H

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Indien een verzoek als bedoeld in de artikelen 4 en 5 en het eerste tot en met derde lid, niet voldoet aan het bij of krachtens deze wet bepaalde, kan het College ambtshalve een tarief vaststellen.

2. Aan het artikel worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 11 dat vordert stelt het College ambtshalve een tarief vast.

  • 6. Een beschikking op grond van dit artikel bevat in ieder geval de onderwerpen, genoemd in artikel 6, eerste lid.

I

Na artikel 8 wordt een artikel 8a ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 8a

  • 1. Artikel 8, eerste, vierde en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op een verzoek als bedoeld in artikel 6a.

  • 2. Een verzoek of een ambtshalve vaststelling als bedoeld in artikel 8, tweede, derde en vijfde lid, kan ook de vaststelling betreffen van het bedrag dat ten minste of het bedrag dat ten hoogste als tarief voor een prestatie in rekening wordt gebracht.

  • 3. Bij toepassing van het vorige lid bevat de beschikking van het College, in afwijking van artikel 8, zesde lid, juncto artikel 6, eerste lid, onder b, het bedrag dat ten minste of het bedrag dat ten hoogste als tarief voor de prestatie in rekening wordt gebracht.

J

In artikel 9 wordt na «tarief» ingevoegd: als bedoeld in artikel 8, eerste tot en met vierde lid.

K

Na artikel 10 wordt een titel 3a ingevoegd, die luidt als volgt:

Titel 3a. Vaststelling van prestatiebeschrijvingen

Artikel 10a
  • 1. Een orgaan voor gezondheidszorg, een ziektekostenverzekeraar of een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg dan wel van ziektekostenverzekeraars kan het College verzoeken een prestatiebeschrijving vast te stellen met betrekking tot een prestatie waarvoor het College op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 1, vijfde lid, artikel 11, vierde lid, onder c, dan wel artikel 15, derde lid, geen tarief behoeft goed te keuren of vast te stellen.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid bevat een voorstel voor:

    a. de toe te passen prestatiebeschrijving;

    b. degene aan wie het tarief voor de prestatie in rekening wordt gebracht;

    c. degene door wie het tarief voor die prestatie in rekening wordt gebracht en

    d. de wijze waarop het tarief in rekening wordt gebracht.

  • 3. De artikelen 6, tweede tot en met vierde lid, en 8, derde tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de vaststelling van een prestatiebeschrijving. Bij zodanige vaststelling bevat een beschikking in ieder geval de onderwerpen, genoemd in het vorige lid.

L

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

  • 1. Met het oog op het uitvoeren van zijn taken, genoemd in dit hoofdstuk, stelt het College beleidsregels vast.

  • 2. De beleidsregels kunnen inhouden op welke wijze, waaronder schriftelijk of elektronisch, en met inachtneming van welke voorwaarden, voorschriften of beperkingen een verzoek als bedoeld in de artikelen 4, 5, 6a, 8 en 10a moet worden ingediend. De beperkingen kunnen mede inhouden dat het verzoek alleen gedaan kan worden door een orgaan voor gezondheidszorg met een ziektekostenverzekeraar of een representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars gezamenlijk of dat een verzoek moet worden gedaan binnen een bepaalde termijn na de vaststelling van de betrokken beleidsregel.

  • 3. De beleidsregels kunnen inhouden welke prestatiebeschrijving moet worden gehanteerd bij het in rekening brengen van een tarief.

  • 4. De beleidsregels kunnen inhouden dat met betrekking tot het in rekening te brengen tarief sprake is van:

    a. een vast tarief;

    b. een bedrag dat ten minste of een bedrag dat ten hoogste als tarief in rekening wordt gebracht;

    c. een tarief waarop de artikelen 2, eerste lid, onder c en d, en 3 tot en met 10 niet van toepassing zijn.

  • 5. De beleidsregels kunnen inhouden aan wie, door wie en op welke wijze en met inachtneming van welke voorwaarden, voorschriften en beperkingen een tarief in rekening wordt gebracht.

  • 6. De beleidsregels kunnen inhouden dat het College ambtshalve een tarief danwel een bedrag dat ten minste of een bedrag dat ten hoogste als tarief in rekening wordt gebracht of een prestatiebeschrijving vaststelt.

  • 7. De beleidsregels kunnen inhouden dat met inachtneming van in de beleidsregel aangegeven voorwaarden, voorschriften en beperkingen voor in die regel te onderscheiden delen van een prestatie of geheel van prestaties daarbij nader aangegeven beleidsregels van toepassing zijn.

M

Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervalt na «artikel 11»: , eerste en tweede lid.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Onze Minister kan in de beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, bepalen dat het College ambtshalve een tarief als bedoeld in artikel 11, vierde lid, onder a of b, of een prestatiebeschrijving vaststelt.

N

Na artikel 14 wordt een artikel 15 ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 15

  • 1. Indien het College in een beleidsregel als bedoeld in artikel 11 de mogelijkheid opneemt van een experiment inzake bekostiging van een prestatie, neemt hij de in dit artikel bedoelde bepalingen in acht.

  • 2. In de beleidsregel kan het College opnemen met inachtneming van welke in die beleidsregel aangegeven voorwaarden, voorschriften of beperkingen kan worden afgeweken van andere, in die beleidsregel genoemde beleidsregels als bedoeld in artikel 11.

  • 3. De beperkingen, bedoeld in het vorige lid, kunnen inhouden dat de werking van de desbetreffende beleidsregel is beperkt tot een bepaald gebied, tot een bepaalde categorie of een deel van een categorie van organen voor gezondheidszorg, van ziektekostenverzekeraars, van patiënten of van prestaties, of tot een beperkt aantal organen voor gezondheidszorg, ziektekostenverzekeraars, patiënten of prestaties.

  • 4. Een beleidsregel als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat met inachtneming van in die beleidsregel aangegeven voorwaarden, voorschriften of beperkingen artikel 2 niet van toepassing is op het tarief voor de bij het experiment betrokken prestaties.

  • 5. Een beleidsregel als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat met inachtneming van in die beleidsregel aangegeven voorwaarden, voorschriften of beperkingen de artikelen 2, eerste lid, onder c en d, en 10a niet van toepassing zijn op de prestatiebeschrijving van de bij het experiment betrokken prestaties.

  • 6. Een beleidsregel als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat met inachtneming van in die beleidsregel aangegeven voorwaarden, voorschriften of beperkingen de artikelen 47, eerste lid, of 48, eerste lid, van de Ziekenfondswet dan wel de artikelen 45, eerste lid, of 46, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten niet van toepassing zijn op de bij het experiment betrokken prestaties.

  • 7. Een beleidsregel als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat met inachtneming van in die beleidsregel aangegeven voorwaarden, voorschriften of beperkingen artikel 11 van de Ziekenfondswet niet van toepassing is op de bij het experiment betrokken prestaties. De eerste volzin is niet van toepassing op prestaties waarbij verzekerden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop de beleidsregel in werking treedt van het keuzerecht, bedoeld in dat artikel, gebruik kunnen maken.

  • 8. Een beleidsregel als bedoeld in het eerste lid houdt in de maximale duur van het experiment, die ten hoogste vijf jaren bedraagt. Het College kan besluiten de gevolgen van het experiment geheel of gedeeltelijk in stand te laten tot het einde van het boekjaar volgend op het boekjaar waarin het experiment is geëindigd.

  • 9. Het College evalueert het experiment tijdig en tijdens zijn uitvoering.

  • 10. Het College rapporteert over de uitslag van een experiment aan Onze Minister in ieder geval binnen drie maanden na afloop van het experiment.

O

Titel 4a vervalt.

P

Artikel 29c wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Aan het artikel worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Het College en het Staatstoezicht op de volksgezondheid, bedoeld in de Gezondheidswet, verstrekken elkaar die inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de uitoefening van de uit deze wet en de Gezondheidswet voortvloeiende taken.

  • 3. Het College en de mededingingsautoriteit, bedoeld in de Mededingingswet, verstrekken elkaar die inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de uitoefening van de uit deze wet en de Mededingingswet voortvloeiende taken.

Q

Na artikel 29c wordt een artikel 29d ingevoegd, dat luidt als volgt:

Artikel 29d

  • 1. Het College:

    a. geeft voorlichting omtrent de inhoud van zijn beleidsregels, beschikkingen en besluiten en ten algemene over de uitvoering van zijn taken;

    b. stelt alle naar het oordeel van het College relevante informatie over beleidsregels, beschikkingen en besluiten beschikbaar op internet;

    c. heeft een meldpunt voor het ontvangen van gegevens en inlichtingen omtrent feiten en omstandigheden die mogelijk niet in overeenstemming zijn met het bij of krachtens deze wet bepaalde.

  • 2. De door het meldpunt, bedoeld in het voorgaande lid onder c, verzamelde informatie mag worden gebruikt voor:

    a. het beoordelen van een tarief door het College;

    b. het vaststellen of wijzigen van beleidsregels door het College;

    c. het vaststellen van beleidsregels als bedoeld in artikel 13;

    d. het verkrijgen van inzicht in de effecten van het gevoerde beleid, de regelgeving, de uitvoering en de handhaving dan wel in de effecten die zijn te verwachten van het te voeren beleid van het College dan wel van Onze Minister en

    e. het bevorderen van het naleven van deze wet.

R

Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30

  • 1. Een ieder is gehouden desgevraagd aan Onze Minister, het College, de FIOD-ECD of aan een daartoe door een van hen aangewezen persoon, verder in dit artikel aan te duiden als vrager, kosteloos:

    a. de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke naar het oordeel van die vrager voor de uitvoering van deze wet te zijnen aanzien van belang kunnen zijn;

    b. de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan – zulks ter keuze van de vrager – waarvan de raadpleging naar het oordeel van de vrager van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten welke invloed kunnen uitoefenen op de uitvoering van deze wet te zijnen aanzien, voor dit doel beschikbaar te stellen.

  • 2. Ingeval deze wet aangelegenheden van een derde aanmerkt als aangelegenheden van degene die op grond van het eerste lid inlichtingenplichtig is, gelden, voor zover het deze aangelegenheden betreft, gelijke verplichtingen voor de derde.

  • 3. De in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde verplichting geldt onverminderd voor een derde bij wie zich gegevensdragers bevinden van degene die gehouden is deze, of de inhoud daarvan, aan de vrager voor raadpleging beschikbaar te stellen.

  • 4. De vrager stelt degene wiens gegevensdragers hij bij een derde voor raadpleging vordert, gelijktijdig hiervan in kennis.

  • 5. De gegevens en inlichtingen dienen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden verstrekt, mondeling, schriftelijk of op andere wijze – zulks ter keuze van de vrager – en binnen een door de vrager te stellen termijn.

  • 6. Toegelaten moet worden, dat kopieën, leesbare afdrukken of uittreksels worden gemaakt van de voor raadpleging beschikbaar gestelde gegevensdragers of de inhoud daarvan.

  • 7. Gegevens en inlichtingen dienen volledig en naar waarheid te worden verstrekt.

S

Na artikel 30 worden twee artikelen ingevoegd, die luiden als volgt:

Artikel 30a

  • 1. Het College kan regels stellen, inhoudende welke gegevens en inlichtingen regelmatig moeten worden verstrekt door de organen voor gezondheidszorg, ziektekostenverzekeraars, representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg en van ziektekostenverzekeraars alsmede degenen, bedoeld in artikel 2a, vierde lid.

  • 2. Het vorige lid is mede van toepassing ten aanzien van degene die gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt ten behoeve van organen voor gezondheidszorg, ziektekostenverzekeraars, representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg of van ziektekostenverzekeraars.

  • 3. De regels, bedoeld in het eerste lid, bepalen aan wie de gegevens en inlichtingen moeten worden verstrekt en kunnen bepalen het tijdstip en de wijze waarop en de vorm waarin de gegevens en inlichtingen moeten worden verstrekt of door wie en de wijze waarop de gegevens moeten worden bewerkt of door wie en de wijze waarop de gegevens dan wel de bewerkingen van die gegevens moeten worden bekendgemaakt, alsmede dat een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de juistheid van de verstrekte gegevens en inlichtingen bevestigt.

  • 4. De in dit artikel bedoelde gegevens en inlichtingen dienen volledig en naar waarheid te worden verstrekt.

Artikel 30b

De gegevens en inlichtingen bedoeld in de artikelen 30 en 30a omvatten mede voor de uitvoering van deze wet noodzakelijke persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens.

T

Artikel 32 komt te luiden:

Artikel 32

  • 1. Het College is ter handhaving van de artikelen 2a, 2b, 30 en 30a alsmede van het derde lid van dit artikel bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang.

  • 2. Het College is ter handhaving van de artikelen 2a, 2b, 30 en 30a tevens bevoegd tot het geven van een aanwijzing.

  • 3. Bij de aanwijzing stelt het College een termijn waarbinnen aan de aanwijzing moet zijn voldaan.

U

Artikel 34 vervalt.

V

Artikel 35 komt te luiden:

Artikel 35

Tegen een op grond van deze wet genomen besluit kan het orgaan voor gezondheidszorg of de representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg dan wel de ziektekostenverzekeraar of de representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars, die daardoor rechtstreeks in zijn belang is getroffen, beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

W

Artikel 43, tweede en vierde lid, vervallen.

ARTIKEL II

De Wet op de economische delicten wordt gewijzigd als volgt:

1. In artikel 1, onder 2, wordt «de Wet tarieven gezondheidszorg, de artikelen 2, 17b, 17f, 30 en 34;» vervangen door: de Wet tarieven gezondheidszorg, de artikelen 2, 2a, 2b, 17f, 30 en 30a;.

2. In artikel 1, onder 4, vervalt: de Wet tarieven gezondheidszorg artikel 2a;.

ARTIKEL III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: WTG ExPres.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 9 december 2004

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de twintigste januari 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 379.

Naar boven