Wet van 2 maart 2005 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met een verbod op het ter beschikking stellen van vergunningbewijzen aan derden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet personenvervoer 2000 te wijzigen in verband met de opneming van een verbodsbepaling betreffende het ter beschikking stellen van vergunningbewijzen aan derden, zulks mede ter verbetering van de aanpak van de illegale verhandeling van taxivergunningen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. De vervoerder die openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer verricht, alsmede de bestuurder van een bus of auto waarmee openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat in de bus of auto waarmee dat vervoer wordt verricht een geldig vergunningbewijs aanwezig is.

  • 2. De vervoerder die taxivervoer verricht, alsmede de bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat in de auto waarmee dat vervoer wordt verricht het vergunningbewijs zichtbaar voor de reiziger aanwezig is.

  • 3. Vergunningbewijzen kunnen op aanvraag door Onze Minister worden verstrekt aan de vergunninghouder.

B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Het is de houder van een vergunning verboden een vergunningbewijs al dan niet tegen betaling ter beschikking te stellen van een derde ten behoeve van het verrichten van vervoer, als bedoeld in artikel 4.

  • 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op degene aan wie door de houder van een vergunning een vergunningbewijs ter beschikking is gesteld.

C

Artikel 103 komt te luiden:

Artikel 103

Overtreding van de artikelen 4 en 11, tweede en derde lid, zijn misdrijven.

ARTIKEL II

Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 3° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer 2000 «artikel 4» vervangen door: de artikelen 4 en 11, tweede en derde lid.

2. In onderdeel 4°, wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet personenvervoer 2000 «de artikelen 11» vervangen door: de artikelen 5a, eerste en tweede lid, 11, eerste lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 2 maart 2005

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de eenendertigste maart 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 28 802

Naar boven