Besluit van 4 februari 2005, houdende wijziging van het Instellingsbesluit
Adviescollege toetsing administratieve lasten in verband met de
taakuitbreiding met administratieve lasten voor burgers
Wij Beatrix, bij de
gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
enz. enz.
Op de voordracht van Onze
Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties 28
januari 2005, nr. DIIOS/DTA05/50863, gedaan mede namens Onze Minister
van Financiën;
Gelet op
artikel 5, eerste lid, van de Kaderwet
adviescolleges;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het
Instellingsbesluit Adviescollege toetsing
administratieve lasten wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
Het college
heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te
adviseren over:
a. de administratieve
lasten voor het bedrijfsleven en burgers als gevolg van voorgenomen
wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële
regelingen.
b. programma’s en
maatregelen inzake de reductie van administratieve lasten voor het
bedrijfsleven en burgers als gevolg van bestaande
regelgeving.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt, met
terugwerkende kracht, in werking met ingang van 1 januari
2005.
ARTIKEL III
Dit
besluit wordt aangehaald als: Besluit taakuitbreiding ACTAL met
administratieve lasten
burgers.
Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij
behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 4
februari 2005
Beatrix
De
Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties,
Th.
C. de Graaf
De Minister van
Financiën,
G. Zalm
Uitgegeven de tiende maart 2005
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
1.
Aanleiding
Het programma Administratieve
Lastenreductie Burgers is aanleiding voor de taakuitbreiding van het
College. Net als bij administratieve lasten voor het bedrijfsleven
dient nieuwe wetgeving ook getoetst te worden op administratieve lasten
voor burgers zoals aangegeven in het plan van aanpak Administratieve
lastenreductie burgers (kamerstukken II, 2003–2004,
29 362, nr.17). Het kabinet heeft besloten het werkingsgebied
van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (hierna te
noemen: het college) voor de resterende zittingsduur, tot 1 mei 2006,
uit te breiden met toetsing administratieve lasten burgers. Het besluit
tot deze taakuitbreiding is door de Minister van Financiën en de
Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties met het
college besproken.
Het college levert een
substantiële bijdrage aan de administratieve lastenreductie voor
het bedrijfsleven. Dit doet het college door te werken aan inbedding
van structurele aandacht voor lastenbeperking bij processen van wet- en
regelgeving binnen de departementen. Deze bijdrage van het college is
ook gewenst voor administratieve lastenreductie van burgers en wel op
korte termijn omdat in het najaar 2004 departementen metingen
verrichten en zij voor maart 2005 de reductievoorstellen moeten
aanleveren.
2.
Taken van het college
Het college is
onafhankelijk en heeft tot taak te adviseren over administratieve
lasten voor het bedrijfsleven en burgers als gevolge van voorgenomen
wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële
regelingen. Daarnaast adviseert het college ook over programma’s
en maatregelen inzake de reductie van administratieve lasten voor het
bedrijfsleven en burgers als gevolg van bestaande regelgeving. Het
college toetst in deze hoe de regelgever omgaat of is omgegaan met de
verantwoordelijkheid om de druk van de administratieve lasten zo laag
mogelijk te houden. De overige bevoegdheden en de instellingsduur van
het college blijven ongewijzigd.
3.
Coördinatie
De Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk
voor de coördinatie van de administratieve lastenreductie voor
burgers, coördinatie voor de reductie de administratieve lasten
bedrijven is de verantwoordelijkheid van de Minister van
Financiën. De Staatssecretaris van Economische Zaken behoudt een
bijzondere beleidsmatige verantwoordelijkheid met betrekking tot
administratieve lastenreductie bedrijven.Het college zal zijn adviezen
op het terrein van administratieve lasten bedrijven of administratieve
lasten burgers aan de beleidsinhoudelijk verantwoordelijke
bewindspersoon en ook aan de desbetreffende coördinerend
bewindspersoon doen toekomen.
Met betrekking
tot de uitbreiding van de adviestaak zal het College aan de
coördinerend bewindspersoon de begroting van de kosten voor deze
taakuitbreiding en het werkprogramma van het College voor de
administratieve lasten voor burgers, toezenden. Daarnaast zal het
College ook het jaarverslag en evaluatieverslag aan de
coördinerend bewindspersoon toezenden.
De Minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties,
Th.
C. de Graaf
De Minister van
Financiën,
G. Zalm