Besluit van 21 februari 2004, houdende intrekking
van het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 10 december 2003, kenmerk VGB/VBL 2429853;
Gelet op de artikelen 19 en 19a van de Vleeskeuringswet;
De Raad van State gehoord (advies van 22 januari 2004, no.W13.03.0519/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport van 10 februari 2004, VGB/VBL 2452324;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet)1 wordt ingetrokken.
ARTIKEL II
Het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen2 wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van artikel 1 tot artikel 1a wordt een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 1
Dit besluit berust mede op de artikelen 19 en 19a van de Vleeskeuringswet.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota
van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 21 februari 2004
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst
Uitgegeven de zestiende maart 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
De door de artikelen 19 en 19a van de Vleeskeuringswet vereiste regels
zijn tevens vastgesteld in regelgeving op basis van de Warenwet, te weten
bij het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen (BBL),
en in de daarop gebaseerde Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen
(WHL). Deze geven uitvoering aan EG-regelgeving.
Bovendien betreft het bij het onderhavige besluit ingetrokken Eisenbesluit
(Vleeskeuringswet) inmiddels verouderde wetgeving, die uitsluitend strafrechtelijk
kan worden gehandhaafd, terwijl voor de WHL daarnaast de efficiëntere
en eenvoudiger mogelijkheid van bestuurlijke afdoening bestaat. Omdat de in
de artikelen 19 en 19a van de Vleeskeuringswet bedoelde delegatie verplicht
is, is de grondslag van het BBL uitgebreid. Bedoeld besluit berust thans mede
op de desbetreffende artikelen van de Vleeskeuringswet. Wat de handhaving
betreft gaat de voorkeur van de handhavende instantie uit naar de bestuurlijke
afdoening.
Onderstaand wordt in een transponeringstabel aangegeven in welke artikelen
op basis van de Warenwet de artikelen van het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet)
zijn vastgesteld.
Eisenbesluit (Vleeskeuringswet) | Warenwet |
---|
3 lid 1 | = 11 en 14 WHL |
3 lid 2 | = 7 WHL |
4 | = 15 WHL |
5 | = 7 WHL |
6 | = 16 WHL |
7 | = 6, lid 1 WHL |
8 | = 10 WHL |
9 | = 7 WHL |
10, lid 1, | = 6 lid 1, en 25 WHL |
10, lid 2, | = 7 WHL |
10, lid 3, | = 28 en 29 WHL |
11 | = 5 BBL, 26 en 8, lid 2 WHL |
12 wordt niet meer gehandhaafd | |
13 | = 6, lid 2, WHL |
24 | = 25 WHL |
25 | = 3 en
15 BBL |
26 | = 39 WHL |
26 a,b,c | = 23 en 24, lid 1 WHL |
26 d,e is verouderd | |
40 | = 9 WHL |
41 | = 24,
lid 2 WHL |
De artikelen 40, vijfde lid, en 41, tweede lid, van het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet)
zijn niet met zoveel woorden terug te vinden in de WHL. Het gaat hier om het
verdwijnen van twee informatieverplichtingen, te weten om twee bordjes met
daarop de volgende opschriften: «Een ieder behoort na gebruikmaking
van het toilet of de urinoir de handen met behulp van zeep te wassen»
en een bordje met het opschrift «Aanwezigheid van honden en katten in
deze winkel is verboden».
De intrekking van het Eisenbesluit (Vleeskeuringswet) heeft derhalve een
zeer geringe afname van de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven
tot gevolg.
Het onderhavige besluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve
lasten. Het college heeft besloten het besluit niet te selecteren voor een
toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst
XNoot
2Stb. 1992, 678, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 oktober 2003,
Stb. 436.
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond
van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad
van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.