Besluit van 20 december 2004, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van bepalingen van de Concessiewet personenvervoer per trein en van daarmee samenhangende regelgeving

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 december 2004, nr. HDJZ/S&W/2004-3061, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel VI van de Concessiewet personenvervoer per trein, artikel III van de Wet van 18 maart 2004 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende technische wijzigingen alsmede enige andere verbeteringen (Stb. 141) en artikel II van het Besluit van 3 december 2004, tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de Concessiewet personenvervoer per trein (Stb. 666);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Met ingang van 1 januari 2005, danwel, indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2004, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, treden in werking:

a. de Concessiewet personenvervoer per trein, met uitzondering van artikel I, onderdeel PP;

b. artikel I, onderdeel F, onder 1, onderdeel G, onderdeel I, onder 1, onderdelen J en N, en artikel II van de Wet van 18 maart 2004 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende technische wijzigingen alsmede enige andere verbeteringen (Stb. 141);

c. het Besluit van 3 december 2004 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de Concessiewet personenvervoer per trein (Stb. 666).

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 december 2004

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de dertigste december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Onderdeel a

Het buiten-werking-laten van artikel I, onderdeel PP, van de Concessiewet personenvervoer per trein maakt het mogelijk om – ter uitvoering van artikel 69d, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000, zoals die wet luidt na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel QQ, van de Concessiewet – de concessie voor het hoofdrailnet te verlenen aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen.

Onderdeel b

Met dit onderdeel treden in werking enkele bepalingen van de Wet van 18 maart 2004 tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende technische wijzigingen alsmede enige andere verbeteringen (Stb. 141). De overige bepalingen zijn al in werking getreden op 20 augustus 2004 (Stb. 399). De in dit onderdeel genoemde wet verbetert enkele bepalingen van de Wet personenvervoer 2000 zoals deze luidt na inwerkingtreding van de Concessiewet personenvervoer per trein.

Onderdeel c

Het in dit onderdeel genoemde besluit geeft uitvoering aan enkele artikelen die door de Concessiewet personenvervoer per trein aan de Wet personenvervoer 2000 worden toegevoegd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven