Besluit van 23 december 2004 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 23 december 2004 tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 17 december 2004, SV/R&S/04/87929;

Gelet op artikel X van de wet van 23 december 2004 tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

  • 1. Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treden de artikelen van de wet van 23 december 2004 tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen in werking met ingang 1 januari 2005, met uitzondering van artikel II, onderdelen K, M en N.

  • 2. Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt artikel II, onderdeel K, van de wet van 23 december 2004 tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen in werking met ingang van 29 maart 2005.

  • 3. Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt artikel II, onderdelen M en N, van de wet van 23 december 2004 tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen in werking met ingang van 1 juli 2005.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 december 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de dertigste december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel X van de wet tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen, is bepaald dat de inwerkingtreding van de artikelen van die wet bij koninklijk besluit wordt geregeld.

In het onderhavige besluit is in het eerste lid geregeld dat de artikelen van de wet met ingang van 1 januari 2005 in werking treden.

Daarbij is een uitzondering gemaakt voor artikel II, onderdelen K, M en N.

Artikel II, onderdeel K treedt in werking met ingang van 29 maart 2005 en onderdelen M en N van dat artikel met ingang van 1 juli 2005.

Enig artikel, tweede lid

Doordat artikel II, onderdeel K, in werking treedt met ingang van 29 maart 2005, wordt de grondslag (artikel 130a WW) voor het:

– Tijdelijk besluit inkomstenkorting startende zelfstandigen WW;

– Tijdelijk besluit verlenging herlevingstermijn WW; en

– Tijdelijke regeling vaststelling inkomsten startende zelfstandigen WW,

 gehandhaafd tot en met 28 maart 2005. Reden hiervoor is het feit dat genoemde WW-experimenten eerst op 28 maart 2005 van rechtswege vervallen en het wenselijk is deze niet eerder te laten vervallen.

Enig artikel, derde lid

Omdat artikel II, onderdeel M, in werking treedt met ingang van 1 juli 2005, wordt de grondslag (artikel 130c WW) voor het Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen gehandhaafd tot en met 30 juni 2005. Reden hiervoor is het feit dat genoemd WW-experiment eerst op 1 juli 2005 van rechtswege vervalt en het wenselijk is dit experiment niet eerder te laten vervallen.

Omdat de artikelen 130e, 130d en 130f eerst kunnen vervallen op het tijdstip waarop het langstlopende WW-experiment eindigt, treedt ook artikel II, onderdeel N, in werking op 1 juli 2005.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven