Wet van 23 december 2004 tot wijziging van de werknemersverzekeringswetten, de Coördinatiewet Sociale Verzekering, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met uitbreiding van de rechtsgevolgen van de verklaring arbeidsrelatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, in het kader van het geven van zekerheid wenselijk is de rechtsgevolgen van de op voet van de Wet inkomstenbelasting 2001 afgegeven verklaring arbeidsrelatie uit te breiden naar de werknemersverzekeringswetten en de Wet op de loonbelasting 1964;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WERKLOOSHEIDSWET

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt: als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt onder zelfstandige verstaan de persoon die:

    a. in Nederland woont en die belastbare winst uit onderneming geniet als bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft; of

    b. niet in Nederland woont en die belastbare winst uit Nederlandse onderneming geniet als bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft;

    c. directeur-grootaandeelhouder is als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, en het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt «de persoon» vervangen door: een persoon.

2. In onderdeel a van het eerste lid wordt «bedoeld» vervangen door: als bedoeld.

3. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. indien degene met wie hij de arbeidsverhouding heeft, met betrekking tot die arbeidsverhouding op grond van artikel 6a van de Wet op de loonbelasting 1964 niet als inhoudingsplichtige wordt beschouwd.

4. Onder vernummering van het tweede tot het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is alleen van toepassing op de aldaar bedoelde arbeidsverhoudingen.

C

Artikel 6a vervalt.

D

De artikelen 81, vijfde lid, 83, derde lid, en 127b vervallen.

E

Artikel 97b, tweede lid, vervalt, onder vernummering van het derde tot en met elfde lid tot tweede tot en met tiende lid.

F

Artikel 97c, eerste lid, laatste zin, vervalt.

G

Artikel 97d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: , met uitzondering van de overheidswerknemer, bedoeld in het vierde lid,.

2. Het vierde lid vervalt.

H

In artikel 97e, onderdeel c, wordt «artikel 97d, tweede en vierde lid» vervangen door: artikel 97d, tweede lid.

ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt: als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,.

2. Het vijfde lid komt te luiden;

  • 5. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt onder zelfstandige verstaan de persoon die:

    a. in Nederland woont en die belastbare winst uit onderneming geniet als bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft; of

    b. niet in Nederland woont en die belastbare winst uit Nederlandse onderneming geniet als bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft;

    c. directeur-grootaandeelhouder is als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, en het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is.

B

Aan artikel 6, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. een persoon, indien degene met wie hij de arbeidsverhouding heeft, met betrekking tot die arbeidsverhouding op grond van artikel 6a van de Wet op de loonbelasting 1964 niet als inhoudingsplichtige wordt beschouwd.

C

Artikel 6a vervalt.

D

In artikel 75a, derde lid, vervalt de zinsnede: , of indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt toegekend aan een werknemer, voor wie een beschikking geldt als bedoeld in artikel 4a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen waarin hij met betrekking tot de in de dienstbetrekking tot de eigenrisicodrager verrichte soort van werkzaamheden wordt aangemerkt als zelfstandige als bedoeld in artikel 4 van die wet, en het de eigenrisicodrager niet redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat deze tot hem in een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking stond.

E

De artikelen 75c, vierde lid, 76b, derde lid, en 87g vervallen.

F

Artikel 76a, tweede lid, vervalt alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.

G

Artikel 78, negende lid, vervalt onder vernummering van het tiende en elfde lid tot het negende en tiende lid.

ARTIKEL III. WIJZIGING ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt: als bedoeld in artikel 4 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,.

2. Het vijfde lid komt te luiden;

  • 5. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt onder zelfstandige verstaan de persoon die:

    a. in Nederland woont en die belastbare winst uit onderneming geniet als bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft; of

    b. niet in Nederland woont en die belastbare winst uit Nederlandse onderneming geniet als bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tenzij hij de onderneming niet voor eigen rekening feitelijk drijft;

    c. directeur-grootaandeelhouder is als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, en het werk tot stand brengt uitsluitend voor rekening en risico van de onderneming van de rechtspersoon waarvan hij directeur-grootaandeelhouder is.

B

Aan artikel 6, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. een persoon, indien degene met wie hij de arbeidsverhouding heeft, met betrekking tot die arbeidsverhouding op grond van artikel 6a van de Wet op de loonbelasting 1964 niet als inhoudingsplichtige wordt beschouwd.

C

Artikel 6a vervalt.

D

Artikel 73a vervalt.

ARTIKEL IV. WIJZIGING COÖRDINATIEWET SOCIALE VERZEKERING

Artikel 3c van de Coördinatiewet Sociale Verzekering vervalt.

ARTIKEL IVa. WIJZIGING WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

Indien het bij koninklijke boodschap van 22 april 2004 ingediende voorstel van wet houdende regels betreffende de financiering van de sociale verzekeringen (Wet financiering sociale verzekeringen, 29 529) tot wet is verheven wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.3.2.1, eerste lid, tweede zin, vervalt.

B

In artikel 3.4.4.3, eerste lid, wordt de zinsnede «, over het loon uit een dienstbetrekking op grond van de Wet sociale werkvoorziening en over het loon van de werknemer van de eigenrisicodrager, op wie artikel 3.7.1 van toepassing is,» vervangen door: en over het loon uit een dienstbetrekking op grond van de Wet sociale werkvoorziening.

C

Artikel 3.5.3.2, derde lid, vervalt.

D

Afdeling 7 van hoofdstuk 3 vervalt.

E

Artikel 7.3.1.15, onderdeel d, vervalt onder verlettering van de onderdelen e tot en met k tot de onderdelen d tot en met j.

ARTIKEL IVb. NUMMERING ARTIKEL IVA

Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt Onze Minister de aanhalingen van de artikelen, paragrafen, afdelingen en hoofdstukken van de Wet financiering sociale verzekeringen die voorkomen in artikel IVa in overeenstemming met de op grond van artikel 8.4 van de Wet financiering sociale verzekeringen vastgestelde nieuwe nummering van die wet.

ARTIKEL V. WIJZIGING WET INKOMSTENBELASTING 2001

Artikel 3.156 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «hij geniet» vervangen door: hij in een kalenderjaar geniet.

2. Het vierde lid wordt vervangen door:

  • 4. De beschikking geldt voor een termijn van ten hoogste één kalenderjaar.

3. Het vijfde lid wordt vervangen door:

  • 5. Ingeval de aanvraag betrekking heeft op werkzaamheden die zijn aangevangen of zullen aanvangen na het begin van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, gaat de in het vierde lid bedoelde termijn in op de dag van de aanvang van de werkzaamheden.

ARTIKEL VI. WIJZIGING WET OP DE LOONBELASTING 1964

Na artikel 6 wordt in de Wet op de loonbelasting 1964 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

Als inhoudingsplichtige van een persoon wordt niet beschouwd degene die beschikt over een afschrift van een aan hem getoonde beschikking als bedoeld in artikel 3.156 of 3.157 van de Wet inkomstenbelasting 2001 waaruit blijkt dat de voordelen die die persoon geniet, worden aangemerkt als winst uit een onderneming of de werkzaamheden die die persoon verricht, worden aangemerkt als werkzaamheden verricht voor rekening en risico van een vennootschap waarin die persoon een aanmerkelijk belang heeft, mits:

a. de werkzaamheden die in de beschikking zijn aangeduid overeenkomen met de werkzaamheden die die persoon voor hem verricht;

b. de werkzaamheden die die persoon voor hem verricht:

1°. vallen in het tijdvak waarvoor de beschikking geldt, of

2°. vallen in het kalenderjaar aansluitend op het tijdvak waarvoor de beschikking geldt en worden verricht op basis van een overeenkomst die is aangegaan:

a. vóór 1 november van het kalenderjaar waarin het tijdvak is gelegen waarvoor de beschikking geldt, en

b. ingeval voor het aansluitende kalenderjaar reeds een beschikking is aangevraagd, voor de dagtekening van de voor dat kalenderjaar geldende beschikking, en

c. hij de identiteit van die persoon heeft vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, alsmede de aard en het nummer daarvan in zijn administratie heeft opgenomen en een afschrift daarvan er bij bewaart.

ARTIKEL VII. OVERGANGSRECHT

Ingeval een beschikking als bedoeld in artikel 3.156 of artikel 3.157 van de Wet IB 2001 een geldigheidsduur heeft van meer dan twaalf maanden waarbij de geldigheidsduur eindigt na 31 december 2005, wordt voor de toepassing van artikel 6a van de Wet op de loonbelasting 1964 de geldigheidsduur van die beschikking geacht te eindigen op 31 december 2005.

ARTIKEL VIII. EVALUATIE

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt in overeenstemming met Onze Minister van Financiën binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL VIIIa. WIJZIGINGSARTIKEL IN VERBAND MET LANGDUREND ZORGVERLOF

Indien het bij koninklijke boodschap van 5 juli 2002 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand brengen van een recht op langdurend zorgverlof en het aanbrengen van enkele verbeteringen (28 467) tot wet is verheven en in werking is getreden voor het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, komt artikel II, onderdeel D, te luiden:

D

Artikel 75a, derde lid, laatste zin, vervalt.

ARTIKEL IX. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Wet uitbreiding rechtsgevolgen VAR.

ARTIKEL X. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In het koninklijk besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

's-Gravenhage, 23 december 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Uitgegeven de negenentwintigste december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven