Besluit van 15 december 2004 tot intrekking van het Besluit typekeuring houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide en de daarmee verband houdende regeling en tot wijziging van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 november 2004, nr. MJZ2004107481, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 13, eerste en tweede lid, onderdeel d, en 17 van de Wet inzake de luchtverontreiniging, artikel 15.31 van de Wet milieubeheer en artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;

De Raad van State gehoord (advies van 26 november 2004, nr. W08.04.0532/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 december 2004, nr. MJZ2004126361, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

1. Het Besluit typekeuring houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide wordt ingetrokken.

2. De Typekeuringsregeling houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide wordt ingetrokken.

ARTIKEL II

Het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 24a, eerste lid, aanhef en tweede lid, onder c, wordt na «bijlage IIIA, onder III, categorie B, onder 1,» ingevoegd: dan wel bijlage IIIB, onderdeel E, onder 1.

2. Artikel 39 wordt vernummerd tot artikel 44 en artikel 44 (oud) wordt vernummerd tot artikel 45.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop vier weken zijn verstreken sedert de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 15 december 2004

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S. M. Dekker

Uitgegeven de negenentwintigste december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Het onderhavige besluit strekt tot intrekking van het Besluit typekeuring houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide en de krachtens dat besluit en krachtens artikel 17 van de Wet inzake de luchtverontreiniging gegeven Typekeuringsregeling houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide.

Dit besluit strekt tevens tot het aanbrengen van enkele redactionele wijzigingen in het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen (zie hierna onder punt 3).

Achtergrond

De Europese Commissie (hierna: Commissie) heeft Nederland in gebreke gesteld ten aanzien van het Besluit typekeuring houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide (hierna: het besluit) en de Typekeuringsregeling houtkachels luchtverontreiniging koolstofmonoxide (hierna: de regeling).

In de ingebrekestelling, opgesteld naar aanleiding van een klacht van een marktdeelnemer, heeft de Commissie gesteld dat Nederland met het besluit en de regeling op drie punten niet aan zijn verdragsverplichtingen heeft voldaan.

De Commissie stelde dat:

1. ingevolge het besluit en de regeling een vestigingsvoorwaarde wordt opgelegd alvorens een keuringsinstantie goedkeuring kan verlenen, hetgeen schending van artikel 49 EG-Verdrag oplevert;

2. ingevolge het besluit fabrikanten een symbool van typegoedkeuring op goedgekeurde houtkachels moeten aanbrengen, hetgeen een schending van artikel 28 EG-Verdrag oplevert;

3. ingevolge het besluit alleen in Nederland gevestigde organisaties als controle-instantie kunnen worden aangewezen, hetgeen schending van artikel 28 EG-Verdrag oplevert.

Nederland heeft op 19 maart 2003 op deze ingebrekestelling een brief naar de Commissie gezonden waarin op deze punten van de Commissie is gereageerd. In deze reactie is aangegeven dat het besluit en de regeling zullen worden aangepast teneinde de door de Commissie opgeworpen bezwaren weg te nemen.

Herijking regelgeving

Aanvankelijk was dus voorzien in een aanpassing van het besluit en de regeling ter tegemoetkoming aan de ingebrekestelling door de Commissie. In de zogenaamde «herijkingsbrief» van 17 oktober 2004, die aan de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II, 2003/2004, 29 200 XI, nr. 7) is een inventarisatie van de voornemens met betrekking tot de VROM-regelgeving weergegeven. Voor het besluit en de regeling is aangegeven dat beide regelingen zullen worden geschrapt wanneer Europese regelgeving dit toelaat overeenkomstig het uitgangspunt dat zo veel mogelijk moet worden aangesloten bij EG-regels. Het gaat dan om verplichte Europese regelgeving.

Het besluit en de regeling strekken niet tot omzetting van een EG-richtlijn of een EG-Verordening. Er bestaat geen Europese regelgeving die Nederland dwingt tot vaststelling of instandhouding van deze regelgeving. Derhalve kan de nationale regelgeving voor houtkachels worden ingetrokken.

Bij de geplande aanpassing van het besluit en de regeling werd overwogen om de maximale waarde voor de emissie van koolstofmonoxide (CO) door houtkachels aan te scherpen tot 0,3%. Deze maximale waarde was 0,4% voor inbouw-houtkachels en 0,5% voor vrijstaande houtkachels. Deze voorgenomen nieuwe emissiewaarde van 0,3%, ongeacht het soort houtkachel, is ontleend aan de Europese norm betreffende houtkachels. Die Europese norm is echter geen Europees geharmoniseerd document dat de lidstaten verplicht zijn voor te schrijven in het kader van regelgeving. Deze aanscherping voor de koolstofmonoxide zou echter in vergelijking met de andere overwogen maatregelen slechts leiden tot een niet noemenswaardige bijdrage aan de vermindering van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) in Nederland. De uitstoot van koolmonoxide door houtkachels is gerelateerd aan de emissie van vluchtige organische stoffen in die zin dat een laag CO-gehalte samengaat met minder uitstoot van VOS.

Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bedroeg in 2000 de totale uitstoot van VOS in Nederland namelijk 264 kton waarvan 7,2 kton werd geëmitteerd door houtkachels, tegelkachels en open haarden. Hoewel de verdeling van de 7,2 kton VOS over de diverse soorten sfeerverwarming niet bekend is, mag, gezien de hogere populariteit van open haarden, worden aangenomen dat het aandeel van de houtkachels minder is dan 50%. Hierbij dient tevens te worden opgemerkt dat het besluit slechts betrekking heeft op gesloten of afsluitbare, vrijstaande of ingebouwde metalen toestellen en derhalve geen betrekking heeft op vaste, gemetselde open haarden.

Tot slot heeft de vaste commissie voor VROM uit de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de herijkingsbrief op 2 februari jl. aangegeven dat zij de VROM-regelgeving nog verder wil saneren dan de brief over de herijking aangeeft. Gezien de uitspraken van de vaste commissie voor VROM ligt het, mede gelet op het hierboven gestelde met betrekking tot Europese regelgeving en de niet substantiële bijdrage van het besluit en de regeling in de vermindering van de emissie van VOS, dan ook voor de hand om beide regelingen in te trekken. Dit gebeurt in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken.

Gevolgen intrekking besluit en regeling

Hoewel er door het intrekken van het besluit geen nationale emissiegrens meer bestaat voor koolstofmonoxide mag verwacht worden dat in Nederland geproduceerde houtkachels ten minste zullen voldoen aan de (vrijwillige) Europese normen voor houtgestookte toestellen EN 13229 en EN 13240 waarin een emissiegrenswaarde van maximaal 1 volume % koolstofmonoxide wordt voorgeschreven.

Door het intrekken van het besluit wordt de Nederlandse markt weer geopend voor in andere landen geproduceerde houtkachels waarvan niet mag worden verwacht dat zij alle aan de genoemde eisen zullen voldoen. Niet uitgesloten is dat ook in Nederland houtkachels zullen worden vervaardigd die niet aan de emissiegrenswaarden voldoen. In het geval dat de aanschaf van houtkachels in Nederland zich met name zou richten op deze mindere klasse houtkachels, kan dit leiden tot een, hoewel procentueel substantiële, doch in absolute termen gezien, beleidsmatig aanvaardbare verhoging van de VOS-emissie.

2. Administratieve lasten

Intrekking van het onderhavige besluit en de regeling leidt tot een vermindering van de administratieve lastendruk. In het onderzoek «Nulmeting Administratieve lasten Ministerie VROM 2002» is de reductie van administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven voortvloeiend uit regelgeving van het Ministerie van VROM op een rij gezet. Het onderzoek liep van oktober 2003 tot en met februari 2004 en had als doel het onderzoeken van de administratieve lastendruk op de peildatum 31 december 2002.

Op grond van het hierboven genoemde onderzoek zal de administratieve lastendruk met € 3.900 afnemen door de intrekking van het besluit en de regeling.

Actal heeft, gegeven haar selectiecriteria, het ontwerpbesluit niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen van het besluit voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

3. Procedure

Het ontwerpbesluit is op grond van artikel 88, eerste lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging (Wlv) voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor inspraak in de Staatscourant (Stcrt. 2004, 142) geplaatst. Er zijn geen reacties ontvangen.

Het ontwerpbesluit is niet aan de Europese Commissie genotificeerd op grond van de notificatierichtlijn (richtlijn nr. 98/34/EG). Het gaat hier immers niet om het vaststellen van technische voorschriften, waarop artikel 8, eerste lid, eerste alinea, van die richtlijn betrekking heeft, maar om het intrekken van technische voorschriften.

4. Redactionele wijziging Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wms

In artikel 2, onderdeel 1, wordt artikel 24a van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen in die zin gewijzigd dat de verwijzing naar de locatie, bedoeld in bijlage IIIA, onder III, categorie B, onder 1, bij richtlijn nr. 2001/18/EG, wordt aangevuld met een verwijzing naar de locatie, bedoeld in bijlage IIIB, onderdeel E, onder 1, van diezelfde richtlijn. Richtlijn 2001/18/EG betreft de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde stoffen in het milieu. Bijlage III bij die richtlijn maakt onderscheid tussen enerzijds informatie die vereist is in kennisgevingen van introducties van genetisch gemodificeerde organismen met uitzondering van hogere planten (bijlage IIIA) en anderzijds informatie die vereist is in kennisgevingen van introducties van genetisch gemodificeerde hogere planten (bijlage IIIB). Abusievelijk is bij de omzetting van deze richtlijn nagelaten ook naar de locatie, bedoeld in artikel IIIB, onderdeel E, onder 1, te verwijzen. Met deze aanvulling is die omissie hersteld.

In onderdeel 2 wordt artikel 39, dat deel uitmaakt van paragraaf 5 ‘Overige bepalingen’ vernummerd tot artikel 44. Met de meest recente wijziging van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen (Stb. 2004, 418) is paragraaf 4 (overige bepalingen) vernummerd tot paragraaf 5, en is een nieuwe paragraaf 4 met de artikelen 40 tot en met 43 ingevoegd over grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen. Artikel 39 is toen abusievelijk niet vernummerd maar kwam terecht in de nieuwe paragraaf inzake overige bepalingen (paragraaf 5). Met de onderhavige wijziging wordt dit hersteld. Dit maakte tevens vernummering van het huidige artikel 44 (citeertitel) tot artikel 45 noodzakelijk.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 januari 2005, nr. 7.

Naar boven