Besluit van 10 december 2004 tot wijziging van het Besluit van 25 oktober 2004 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet kinderopvang en het Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang (Stb. 555)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 december 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/2004/84086;

Gelet op artikel 116, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

In artikel 1, eerste lid, van het Besluit van 25 oktober 2004 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet kinderopvang en het Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang (Stb. 555) wordt «de artikelen 97 tot en met 99» vervangen door: de artikelen 97, 99.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 december 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de negenentwintigste december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel 1, eerste lid, van het Besluit van 25 oktober 2004 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet kinderopvang en het Besluit tegemoetkoming kosten kinderopvang (Stb. 555) treedt met ingang van 1 januari 2005 onder andere artikel 98 van de Wet kinderopvang in werking. Met dat artikel vervalt de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders. Deze regeling kan bij nader inzien met ingang van 1 januari 2005 nog niet vervallen, omdat daarmee ook de verantwoordingsplicht van gemeenten richting het Rijk over de jaren tot en met 2004 zou vervallen alsmede de juridische basis voor de financiële afwikkeling van eerder verstrekte subsidies. Om die reden wordt met dit besluit alsnog geregeld dat artikel 98 van de Wet kinderopvang met ingang van 1 januari 2005 niet in werking treedt. Het vervallen van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang met ingang van 1 januari 2005 zal vervolgens, vóór 1 januari 2005, in genoemde regeling zelf worden opgenomen. Daarbij zal tevens worden bepaald dat de regeling van toepassing blijft op de verantwoording en financiële afwikkeling over de jaren tot 1 januari 2005. Artikel 98 van de Wet kinderopvang zal bij een geschikte (technische) gelegenheid uit de wet worden gehaald.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven