Wet van 15 december 2004, houdende wijziging van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek in verband met de uitvoering van de nieuwe Intrastatverordening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om enige bepalingen van verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 (PbEG L 102), door middel van aanpassing van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek uit te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het Centraal bureau voor de statistiek wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel 38 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

Paragraaf 2a. Uitvoering van verordening 638/2004

Artikel 38a
  • 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder verordening 638/2004: verordening (EG) nr. 638/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de communautaire statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 3330/91 (PbEG L 102).

  • 2. De artikelen 33, derde tot en met vijfde lid en 37, derde lid, zijn niet van toepassing op de uitvoering van verordening 638/2004.

Artikel 38b

De informatieplichtigen, bedoeld in artikel 7 van verordening 638/2004, die gehouden zijn tot het doen van een opgave op grond van die verordening, verstrekken de desbetreffende gegevens kosteloos aan het CBS.

Artikel 38c
  • 1. Bij ministeriële regeling wordt vastgesteld:

    a. welke gegevens als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van verordening 638/2004 moeten worden opgegeven;

    b. op welke wijze de in onderdeel a bedoelde gegevens moeten worden opgegeven;

    c. de hoogte van de in artikel 10, eerste lid, van verordening 638/2004 bedoelde statistische drempels;

    d. al hetgeen verder nodig is ter voldoening aan de op verordening 638/2004 berustende voorschriften.

  • 2. Bij ministeriële regeling kan de aard en de hoogte van de in artikel 10, vierde lid, van verordening 638/2004 bedoelde statistische drempels worden vastgesteld.

  • 3. De in het eerste lid, onderdeel c, en in het tweede lid bedoelde drempels worden per kalenderjaar vastgesteld.

Artikel 38d

Het in artikel 13, tweede lid, van verordening 638/2004 bedoelde verslag wordt opgesteld door het CBS.

B

In artikel 43 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De directeur-generaal kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 5 000 aan degene die niet, niet tijdig of niet volledig een opgave als bedoeld in artikel 38b doet.

C

In artikel 51 wordt na «verstrekken» ingevoegd: of aan degene die niet, niet tijdig of niet volledig een opgave als bedoeld in artikel 38b doet.

ARTIKEL II

In de Statistiekwet 1950 vervalt hoofdstuk II.

ARTIKEL III

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten vervalt de zinsnede met betrekking tot de Statistiekwet 1950.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2004, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werken de artikelen I, onderdeel A, II, III en IV terug tot en met 1 januari 2005.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

's-Gravenhage, 15 december 2004

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de achtentwintigste december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven