Besluit van 9 december 2004, houdende wijziging van het Besluit bekostiging
agrarische innovatie- en praktijkcentra 1997 in verband met vergoeding
voor logeergebouwen
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 september
2004, nr. TRCJZ/2004/4526, Directie Juridische Zaken;
Gelet op
artikel 2.2.12 van de Wet educatie en
beroepsonderwijs;
De Raad van State gehoord (advies van
22 oktober 2004, nr. W11.04.0477/V);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 december 2004,
nr. TRCJZ/2004/6333, Directie Juridische
Zaken;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel 1 van het Besluit bekostiging agrarische innovatie- en
praktijkcentra 1997 wordt het begrip «logeergebouw» met
de daarbij behorende begripsomschrijving vervangen door:
Logeergebouw: logeeraccommodatie voor de
cursisten die wordt gebruikt door een agrarisch innovatie- en
praktijkcentrum.
ARTIKEL II
Dit
besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 9
december 2004
Beatrix
De Minister van
Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
C.
P. Veerman
Uitgegeven de eenentwintigste december 2004
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit voorziet in de wijziging van het
Besluit bekostiging agrarische innovatie- en praktijkcentra 1997.
Agrarische innovatie- en praktijkcentra (IPC’s) verzorgen
praktijkonderwijs voor voortgezet en beroepsonderwijs op het gebied van
de landbouw en natuurlijke omgeving. De onderhavige wijziging heeft
betrekking op de bekostiging van gebouwen waar de leerlingen tijdens de
praktijktrainingen verblijven.
Het
praktijkonderwijs, dat een verplicht onderdeel is van de opleidingen in
het agrarisch voortgezet en beroepsonderwijs, wordt door IPC’s
verzorgd in opdracht van agrarische opleidingscentra (AOC’s).
Deze AOC’s ontvangen jaarlijks een bekostiging ten behoeve van
dit praktijkonderwijs op grond van de Regeling bekostiging
praktijkleren AOC’s. De vergoeding voor de logeergebouwen waar
de betrokken leerlingen tijdens de praktijkweken verblijven, wordt
echter niet door de AOC’s betaald maar wordt door de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bekostigd op grond van het
Besluit bekostiging agrarische innovatie- en praktijkcentra 1997. Dit
besluit ging ervan uit dat een IPC beschikt over een eigen logeergebouw
voor de leerlingen en daarom werd een logeergebouw in het besluit
omschreven als een logeeraccommodatie voor de cursisten behorende bij
een IPC. Niet ieder IPC heeft echter een logeergebouw bij al zijn
locaties. Daarom wordt thans niet langer slechts het eigen logeergebouw
bekostigd, maar ieder logeergebouw dat door het IPC wordt gebruikt ten
behoeve van de leerlingen die daar praktijkonderwijs volgen. Daartoe
wordt de begripsomschrijving van logeergebouw verruimd in bovengenoemde
zin.
Deze wijziging heeft geen financiële gevolgen. De
vergoeding is gekoppeld aan het aantal leerlingen en de duur dat die
leerlingen zijn ondergebracht in de logeeraccommodatie, maar niet aan
soort of kosten van de accommodatie. Een verruiming van de keuze van de
vorm van accommodatie heeft dus geen financiële gevolgen voor de
IPC’s.
De
Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
C.
P. Veerman
XHistnoot
Het advies van de
Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a,
vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van
State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat.