Besluit van 25 november 2004 tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 1996 en het Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken in verband met de uitvoering van verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 19 augustus 2004, nr. WJZ 4047695;

Gelet op verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294), op de artikelen 5, vierde lid, en 8, eerste lid, van de Handelsregisterwet 1996, en op de artikelen 32, vierde lid, en 37, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

De Raad van State gehoord (advies van 15 oktober 2004, nr. W10.04.0426/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22 november 2004, nr. WJZ 4073332;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Handelsregisterbesluit 1996 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt onderdeel b te vervallen en worden de onderdelen c en d geletterd tot b en c.

B

In hoofdstuk 2 wordt na artikel 8 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a

  • 1. Bij de opgave ter inschrijving van een Europese naamloze vennootschap worden tevens gegevens en bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat voldaan is aan voorwaarden voor inschrijving ingevolge verordening 2157/2001. Op deze gegevens en bewijsstukken zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Tot het doen van een opgave ter eerste inschrijving van een Europese naamloze vennootschap is bevoegd ieder van de in te schrijven bestuurders.

C

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na «een naamloze vennootschap» wordt ingevoegd: , een Europese naamloze vennootschap.

2. In onderdeel b wordt na «iedere bestuurder en commissaris» ingevoegd: , dan wel van ieder lid van het bestuursorgaan, dan wel van ieder lid van het leidinggevende orgaan of van het toezichthoudende orgaan,.

ARTIKEL II

In het Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken wordt telkens na «naamloze vennootschappen» ingevoegd: , Europese naamloze vennootschappen.

ARTIKEL III

Indien het bij koninklijke boodschap van 21 november 2003 ingediende voorstel van wet tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap) (Kamerstukken 29 309) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip inwerking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 25 november 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip

Uitgegeven de veertiende december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De wijziging van het Handelsregisterbesluit 1996 geeft uitvoering aan de verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294), hierna aangeduid als de verordening. De wijziging is een aanvulling op het voorstel voor de Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap (Kamerstukken II 2003/04, nr. 29 309, nr. 2–3), hierna aangeduid als de Uitvoeringswet. De verordening introduceert de nieuwe Europese rechtsvorm van de Europese naamloze vennootschap (Societas Europaea), hierna aangeduid als SE. Voor verdere toelichting van de verordening wordt verwezen naar de het algemene gedeelte van de toelichting bij het genoemde wetsvoorstel voor de Uitvoeringswet (pp. 1–6).

Daarnaast is er de richtlijn (EG) nr. 2001/86 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PbEG L 294), hierna aangeduid als de richtlijn. Deze richtlijn vult de verordening aan met betrekking tot de regeling van medezeggenschap van de werknemers binnen de SE.

Gevolgen voor de administratieve lasten

Als gevolg van dit besluit is er een kleine toename van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verwachten. Deze verhoging van de lasten ontstaat als gevolg van de verplichting om de Europese naamloze vennootschap (SE) in het handelsregister in te schrijven. Voor een indicatie van de met deze inschrijving samenhangende administratieve lasten is aansluiting gezocht bij de administratieve lasten die samenhangen met de inschrijving van het Europees economisch samenwerkingsverband (EESV). In het door het EIM uitgevoerde onderzoek naar de administratieve lasten van EZ regelgeving zijn deze lasten gekwantificeerd. Uitgaande van een aantal van gemiddeld 75 ingeschreven EESV’s per jaar zijn de totale jaarlijkse administratieve lasten van de inschrijving in het onderzoek gekwantificeerd op € 5.291,59 per jaar.

De verwachting is dat het aantal ingeschreven SE’s gemiddeld ook ongeveer 75 per jaar zal bedragen. Gelet op het feit dat voor inschrijving van een EESV en een SE dezelfde handelingen benodigd zijn, kan er van worden uitgegaan dat de administratieve lasten samenhangend met de inschrijving van de SE niet substantieel zullen afwijken van die voor het EESV en derhalve ook ongeveer een dergelijk bedrag zullen beslaan.

Artikel I

Onderdeel A

In artikel 26 van de Uitvoeringswet wordt voorzien in een wijziging van artikel 1 van de Handelsregisterwet 1996. Hierbij wordt in dat laatste artikel verkorte aanduidingen opgenomen van de verordening en van verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van de Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199). Krachtens de aanhef van dat artikel, gelden deze aanduidingen ook voor de op de Handelsregisterwet 1996 berustende bepalingen en daarmee ook voor het Handelsregisterbesluit 1996. Artikel 1, onderdeel b, van het Handelsregisterbesluit 1996 is daarmee overbodig geworden en komt op het moment van inwerkingtreding van de Uitvoeringswet te vervallen.

Onderdeel B

In artikel 6 van de Uitvoeringswet wordt het handelsregister aangewezen als het register voor de inschrijving van een SE. Aan deze inschrijving kunnen voorwaarden verbonden zijn die voortvloeien uit de verordening. Wanneer aan die voorwaarden niet is voldaan, kan de SE niet in het handelsregister worden ingeschreven. Uit deze voorwaarden die vloeien geen verplichtingen voort tot inschrijving van gegevens. De kamers van koophandel zijn als houders van het register het meest aangewezen om toe te zien op het voldoen aan de voorwaarden voordat tot inschrijving wordt overgegaan. Er is voor de regeling hiervan gekozen voor aanvulling van hoofdstuk 2 van het Handelsregisterbesluit 1996, dat betrekking heeft op de procedure van de inschrijving.

Het nieuwe artikel 8a, eerste lid, schrijft voor dat bij de inschrijving van een SE de opgave wordt aangevuld met gegevens en bewijsstukken waaruit blijkt dat voldaan is aan voorwaarden die voortvloeien uit de verordening. De bepalingen van het hoofdstuk, die in beginsel van toepassing zijn op de opgave van de in het handelsregister in te schrijven gegevens en daarmee verband houdende bewijsstukken, worden van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit betekent dat de voorschriften met betrekking tot de wijze van opgave en de behandeling en beoordeling ook op de aanvullende gegevens en bewijsstukken van toepassing zijn.

Bij de genoemde voorwaarden voor inschrijving die voortvloeien uit de verordening gaat het om de volgende situaties. Artikel 8, negende lid, van de verordening verbindt aan de inschrijving na een zetelverplaatsing de voorwaarde van overlegging van een in het achtste lid van dat artikel omschreven attest, alsmede het bewijs dat de voor de inschrijving in het land van de nieuwe statutaire zetel vereiste formaliteiten vervuld zijn.

Ten tweede wordt in artikel 12, tweede lid, van de verordening bepaald dat een SE slechts kan worden ingeschreven indien een overeenkomst betreffende de regelingen met betrekking tot de rol van de werknemers is gesloten op grond van artikel 4 van de richtlijn of een besluit is genomen op grond van artikel 3, zesde lid, van de richtlijn – waarbij gekozen wordt voor de toepasselijkheid van nationale wetgeving – of de termijn is verstreken voor onderhandelingen zonder dat er een overeenkomst is gesloten. Het derde lid van artikel 12 van de verordening is niet van toepassing, aangezien geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid van artikel 7, derde lid, van de verordening. Zie ook de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet, p. 12 en de memorie van toelichting bij het voorstel voor de Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap, Kamerstukken II 2003/04, 29 298, nr. 3, p. 14.

Voorts wordt in geval van oprichting van een SE via een fusie in artikel 27, tweede lid, van de verordening gesteld dat de SE pas kan worden ingeschreven nadat aan alle in de artikelen 25 en 26 van de verordening voorgeschreven formaliteiten is voldaan. In die artikelen van de verordening is het toezicht op de rechtmatigheid van een fusie geregeld.

Ten slotte schrijft artikel 33, vijfde lid, van de verordening voor dat bij de oprichting van een holding-SE deze slecht kan worden ingeschreven indien is aangetoond dat de formaliteiten die zijn genoemd in artikel 32 van de verordening zijn verricht en is voldaan aan de voorwaarden van artikel 33, tweede lid, van de verordening. De genoemde formaliteiten en voorwaarden hebben met name betrekking op het voorstel tot oprichting van de holding-SE en de inbreng van aandelen.

In het tweede lid van het nieuwe artikel 8a van het Handelsregisterbesluit 1996 worden toekomstige bestuurders van een SE die nog in oprichting is, bevoegd verklaard tot het doen van de opgave ter inschrijving van een SE. Reden hiervoor is dat artikel 16, eerste lid, van de verordening bepaalt dat een SE pas met de inschrijving in het handelsregister rechtspersoonlijkheid verkrijgt. Dit betekent dat de regeling omtrent diegenen die verplicht zijn tot het doen van opgave ter inschrijving van artikel 5 van de Handelsregisterwet 1996 niet van toepassing kan zijn, aangezien deze uitgaat van een reeds bestaande onderneming. Op grond van het vierde lid van dat artikel wordt hiervoor een voorziening getroffen. Vanwege het feit dat de SE pas met de inschrijving tot stand komt, is gekozen is voor een bevoegdheid tot opgave en niet voor een verplichting.

Onderdeel C

Bij de bepaling van welke gegevens van een SE in het handelsregister worden ingeschreven is aangesloten bij artikel 14 van het Handelsregisterbesluit 1996, dat de in te schrijven gegevens geeft voor een naamloze vennootschap. De verordening stelt geen eisen omtrent in te schrijven gegevens.

Artikel 38 van de verordening biedt de keuzemogelijkheid om het bestuur van een SE volgens het monistische of het dualistische stelsel in te richten. Zie ook de memorie van toelichting bij de Uitvoeringswet, p. 3. In verband met deze keuze is voor de inschrijving van de gegevens van de bestuurders rekening gehouden met de verschillende specifieke aanduidingen in de verordening van de bestuurders.

Artikel II

De SE wordt opgenomen in het Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken, waarbij voor de SE dezelfde wegingsfactoren gelden als die voor de naamloze vennootschap. Alhoewel hieromtrent reeds op basis van artikel 9, eerste lid, onderdeel c, onder ii, van de verordening de nationale wettelijke voorschriften voor de naamloze vennootschap automatisch van toepassing zijn op de SE, is dit voor een goede kenbaarheid tot uitdrukking gebracht in de regeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Economische Zaken.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 11 januari 2005, nr. 7.

Naar boven