Besluit van 1 december 2004, houdende wijziging van het Warenwetbesluit retributies veterinaire controles in verband met de vaststelling van retributies voor veterinaire controles in de zuivelsector

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2004, kenmerk VGB/VBL 2532500, handelende in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 33 van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 november 2004, nr. W13.04.0562/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 november 2004, kenmerk VGP/VBL 2538590, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit retributies veterinaire controles wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

1. In onderdeel h wordt na «VWA» ingevoegd: , dan wel door of namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2. In onderdeel i wordt na «VWA» ingevoegd: , dan wel door of namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

B

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4a

  • 1. De exploitant of eigenaar van een instelling als bedoeld in artikel 3, eerste of tweede lid, van de Warenwetregeling Zuivelbereiding die een aanvraag doet tot erkenning of hernieuwde erkenning als bedoeld in die leden, is aan Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een retributie verschuldigd voor werkzaamheden in verband met de behandeling van de erkenning.

  • 2. De retributie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 55,00 per aanvraag.

  • 3. Indien voor de behandeling van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, controle van de instelling noodzakelijk is, wordt de retributie, bedoeld in het tweede lid, verhoogd met € 69,00 per startbehandeling, verhoogd met € 17,25 per kwartier voor iedere persoon die is belast met de behandeling van die aanvraag en met € 54,25 administratiekosten.

C

Na artikel 5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

  • 1. Aan Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een retributie verschuldigd voor vooraf aangekondigde en vastgelegde periodieke controles op de naleving van de eisen verbonden aan de erkenning van een instelling als bedoeld in artikel 4a, eerste lid.

  • 2. De retributie, bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd door de exploitant of de eigenaar van een instelling, bedoeld in artikel 4a, eerste lid.

  • 3. De retributie, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 69,00 per startcontrole, verhoogd met € 17,25 per kwartier voor iedere persoon die met de controle is belast en met € 54,25 administratiekosten.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 1 december 2004

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de veertiende december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met dit besluit worden retributies vastgesteld voor bepaalde erkennings- en controleactiviteiten in de zuivelsector. Het betreft activiteiten welke worden verricht door het Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel, nader te noemen het COKZ. Op basis van richtlijn nr. 92/46/EEG van de Raad van de Europese Unie van van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk (PbEG L 268), nader te noemen richtlijn nr. 92/46/EEG, worden door de lidstaten van de Europese Unie lijsten opgesteld van erkende melkbehandelings- en melkverwerkingsinrichtingen, evenals lijsten van erkende centrale melkdepots en van erkende centra voor standaardisering. Elke inrichting, elk depot of elk centrum krijgt een erkenningnummer. De bevoegde autoriteit erkent de desbetreffende inrichtingen, depots of centra slechts indien zij zich ervan vergewist heeft dat deze aan de eisen voldoen die hieraan zijn gesteld op basis van richtlijn nr. 92/46/EEG. De erkenning van bedrijven die zijn aangesloten bij het COKZ vindt plaats op grond van de Landbouwkwaliteitswet, Bedrijven die niet zijn aangesloten bij dit orgaan worden erkend op grond van de Warenwet. De erkenningen die plaatsvinden in het kader van de Landbouwkwaliteitswet worden gedaan door het COKZ. Het COKZ is daartoe in artikel 5, vijfde lid, van het Landbouwkwaliteitsbesluit rauwe melk en zuivelbereiding aangewezen. De erkenning van niet aangesloten bedrijven geschiedt op grond van artikel 3, eerste en tweede lid, van de Warenwetregeling Zuivelbereiding, door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die die bevoegdheid aan het COKZ heeft gemandateerd.

De retributies voor de erkennings- en controleactiviteiten als bedoeld in het onderhavige besluit zijn gebaseerd op artikel 33, eerste lid, onder b en c, van de Warenwet en zijn nationale retributies. In principe kunnen voor deze activiteiten de werkelijke kosten worden doorberekend. Hierbij moet worden aangetekend dat de berekening van de werkelijke kosten gebaseerd zal moeten zijn op van tevoren vastgestelde normen voor de verrichtingen van de activiteiten. Bij de berekening van de werkelijke kosten is rekening gehouden met gehouden met de aanbevelingen uit het rapport «Maat houden». In het kader van de operatie Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) heeft de MDW-werkgroep doorberekening handhavingkosten in juni 1996 dit rapport uitgebracht. Bij brief van 19 juli 1996 van de Minister van Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II,1995/96, 24 036, nr. 22) heeft de regering te kennen gegeven de aanbevelingen in dit rapport over te nemen. Dit betekent, dat voor nationale retributies en voor retributies die zijn voorgeschreven krachtens internationale verplichting en waarbij Nederland enige beleidsruimte heeft, bijvoorbeeld met betrekking tot de hoogte van de te heffen retributies, met inachtneming van het rapport «Maat houden», wordt gemotiveerd welke toelatingskosten en posttoelatingskosten worden doorberekend. In dit geval betekent het dat de desbetreffende retributies de kosten dekken die moeten worden gemaakt in verband met de lonen (inclusief sociale premies), de na- en bijscholing van keuringspersoneel en overige lasten, zoals voor de administratie, verband houdende met de te verrichten controles en keuringen. Bovendien bedraagt de totale opbrengst van de te berekenen retributies niet meer dan de werkelijk gemaakte keuringskosten. De toegepaste structuur en de hoogte van de retributies moeten worden gezien in het licht van het kabinetsbeleid dat gericht is op het streven naar kostendekkendheid van alle erkennings- en controlewerkzaamheden in de levensmiddelensector waarvoor retributies kunnen worden geheven. De retributies worden niet aangemerkt als kosten die voortvloeien uit bij wet- of regelgeving ingevoerde informatieverplichtingen; met de onderhavige wijzigingsregeling worden daarom geen administratieve lasten geïntroduceerd.

Actal heeft het besluit niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

Voor de behandeling van een aanvraag om een erkenning van een bedrijf als bedoeld in Artikel I, onderdeel B, van dit besluit dient een retributie te worden betaald. Deze retributie is gebaseerd op artikel 33, eerste lid, onder b, van de Warenwet. De retributie is opgebouwd uit een vast bedrag ten behoeve van de administratieve kosten verband houdende met de eerste administratieve behandeling van het verzoek tot het verlenen van de erkenning. Het doorberekenen van een controle op het bedrijf, in verband met de voor deze bedrijven geldende voorschriften, geschiedt op basis van een startbedrag, verhoogd met een bedrag op basis van de werkelijke kosten, per persoon die is belast met de desbetreffende controle op het bedrijf zelf. Bovendien wordt een bedrag verlangd voor de administratiekosten ter afhandeling van het bezoekrapport en het eventueel verlenen van de desbetreffende erkenning.

Artikel I, onderdeel C

De retributie met betrekking tot de kosten van de controles op de naleving van de eisen verbonden aan de erkenningen, bedoeld in artikel I, onderdeel B, van dit besluit, wordt in dit artikel geregeld. Alle uitgaven in verband met de toepassing van deze bepaling komen ten laste van de exploitant of de eigenaar van het betrokken bedrijf. Het gaat hierbij om vooraf aangekondigde en vastgelegde periodieke controles als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onder c, van de Warenwet. Ook hier is gekozen voor een tijdgerelateerd tarief. De retributie is opgebouwd uit een startbedrag, verhoogd met een bepaald bedrag voor iedere persoon die is belast met de controle op het bedrijf. Bovendien wordt een bedrag verlangd voor de administratiekosten ter afhandeling van het bezoekrapport. Deze controles laten onverlet, dat ook incidenteel kan worden gecontroleerd of aan de voorwaarden verbonden aan de erkenning of vergunning wordt voldaan. Voor deze controleactiviteiten zijn geen retributie verschuldigd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven