Besluit van 1 december 2004, houdende wijziging van het Retributiebesluit Vleeskeuringswet in verband met het kostendekkend maken van enkele keuringstarieven

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 november 2004, kenmerk VGP/VBL 2532331, handelende in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 26a, eerste lid, van de Vleeskeuringswet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 november 2004, nr. W13.04.0555/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 november 2004, kenmerk VGP/VBL 2538613, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Retributiebesluit Vleeskeuringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt onderdeel q, onder verlettering van de onderdelen r, s, t, u, v, w, x, ij, z en aa tot onderscheidenlijk q, r, s, t, u, v, w x, ij en z, te vervallen.

B

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid vervallen de zinsneden: «uit categorie 1» en «onderscheidenlijk € 51,04 indien het een bijzondere keuring betreft».

2. In het derde lid wordt «€ 13,76» telkens vervangen door: € 25,44.

3. In het vierde lid wordt «€ 9,14» telkens vervangen door: € 15,73.

4. In het vijfde lid vervalt de zinsnede: «, tenzij het een bijzondere keuring betreft,».

C

In artikel 7, eerste lid, komt «uit categorie 1» te vervallen.

D

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Indien het een bijzondere keuring van slachtdieren betreft, is boven de in de artikelen 6 en 7 genoemde retributies, aan de VWA een extra retributie per dier verschuldigd van € 24,50 indien bij de keuring van het slachtdier laboratoriumonderzoek wordt uitgevoerd.

E

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «€ 51,04» vervangen door: € 30,81.

2. In het derde lid wordt «€ 13,76» vervangen door: € 25,44.

3. In het vierde lid wordt «€ 9,14» vervangen door: € 15,73.

F

In artikel 14, tweede lid, onderdeel c, wordt de zinsnede «de artikelen 7 en 8» vervangen door: artikel 7.

G

De bijlage vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 1 december 2004

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de veertiende december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit wijzigt het Retributiebesluit Vleeskeuringswet. In dit besluit zijn retributies vastgesteld die door de Voedsel en Waren Autoriteit (hierna: VWA) in rekening worden gebracht voor keurings- en toezichtwerkzaamheden met betrekking tot de handel in en de productie van bepaalde producten van dierlijke oorsprong. Het streven naar kostendekkende retributies leidt tot periodieke aanpassing van de retributies aan loon- en prijsontwikkelingen, voor zover deze ontwikkelingen van invloed zijn op kosten die de VWA maakt bij het verrichten van de hiervoor genoemde keurings- en toezichtwerkzaamheden. Bovendien worden enkele retributies ook nog extra fasegewijs extra verhoogd, omdat deze nog lang niet op kostendekkend niveau zijn. In dit licht voorzag de wijziging van het Retributiebesluit Vleeskeuringswet per 1 juli 2004 in een generieke verhoging van 1,4% en in een extra verhoging per 15 september 2004 van 15% voor de bijzondere keuringen. De retributies voor de bijzondere keuringen zijn al enige tijd ver onder het kostendekkend niveau gebleven en zouden met meer dan 15% moeten worden verhoogd om te voldoen aan het regeringsbeleid betreffende de kostendekkendheid van de keuringstarieven. Zoals eerder aangekondigd in de nota van toelichting bij het inmiddels vervallen Besluit retributies Vleeskeuringswet en in de nota van toelichting bij het Retributiebesluit Vleeskeuringswet, zouden deze retributies gefaseerd worden verhoogd tot het niveau van kostendekkendheid is bereikt. Echter, het betrokken bedrijfsleven heeft in een brief van 2 augustus 2004 gericht aan de directeur van de directie Voeding en Gezondheidsbescherming van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzocht, het systeem van tarifering voor de sector bijzondere keuringen te wijzigen. Deze wijziging houdt in dat er voor alle diersoorten één kwartiertarief en éen starttarief wordt berekend. Deze retributies zijn gelijk aan het gemiddelde tarief voor de «reguliere» slachtingen, minus het bedrag voor eventueel laboratoriumonderzoek. Dit laatste bedrag werd voorheen bij alle bijzondere keuringen, standaard verrekend via het start- en kwartiertarief en wordt nu afzonderlijk in rekening gebracht indien het geslachte dier op verzoek van de VWA in onderzoek wordt genomen om verder te kunnen worden gekeurd. Degene die een slachtdier ter keuring aanbiedt voor een bijzondere keuring kan nu zelf bepalen of hij het financieel zinvol acht dat er laboratoriumonderzoek plaatsvindt. Indien de aanbieder van het laboratoriumonderzoek afziet, zal de VWA het desbetreffende karkas op grond van het Keuringsregulatief 1994, ongeschikt verklaren voor menselijke consumptie en eventueel voor dierlijke consumptie. Gezien het feit dat de nieuwe retributies voor de bijzondere keuringen in de huidige situatie met betrekking tot het aantal bijzondere slachtplaatsen, op basis van een voorcalculatie van de VWA naar verwachting kostendekkend zullen zijn, zal de aangekondigde verhoging van deze retributies, met uitzondering van eventuele aanpassingen in verband met loon- en prijsontwikkelingen, voorlopig niet meer worden doorgezet. De bijlage behorende bij het Retributiebesluit Vleeskeuringswet waarin de diverse gezondheidscategorieën van ter keuring aangeboden slachtdieren worden omschreven, kan vervallen. Op grond van deze categorie-indeling waren extra retributies per dier verschuldigd. In het nieuwe systeem zijn hiervoor geen extra retributies meer verschuldigd.

De retributies worden niet aangemerkt als kosten die voortvloeien uit bij wet- of regelgeving ingevoerde informatieverplichtingen; met de onderhavige wijzigingsregeling worden daarom geen administratieve lasten geïntroduceerd.

Actal heeft het besluit niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven