Wet van 24 november 2004 tot wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (implementatie richtlijn nr. 2003/93/EG en aanpassing in verband met verordening (EG) nr. 1798/2003)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen aan te vullen in verband met richtlijn nr. 2003/93/EG van de Raad van de Europese Unie van 7 oktober 2003 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op het gebied van de directe en de indirecte belastingen (PbEU L 264) en aan te passen in verband met verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van de Europese Unie van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 218/92 (PbEU L 264);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «accijns» vervangen door: accijns en de heffing op verzekeringspremies.

2. Aan het artikel wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Deze wet is niet van toepassing bij het verlenen van wederzijdse bijstand op het gebied van de omzetbelasting in het kader van verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van de Europese Unie van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 218/92 (PbEU L 264). Bij toepassing van die verordening zijn de artikelen 8, tweede lid, en 11 van deze wet van overeenkomstige toepassing.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen f tot en met h worden geletterd g tot en met i.

2. Na onderdeel e wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

f. de assurantiebelasting;.

C

In artikel 15 wordt na het tweede lid, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De in artikel 7, eerste lid, eerste alinea, van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1977, nr. 77/799/EEG (PbEG L 336) bedoelde inlichtingen mogen door de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat worden gebruikt voor de vaststelling van heffingen, rechten en belastingen die vallen onder artikel 2 van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 maart 1976, nr. 76/308/EEG (PbEG L 73).

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

's-Gravenhage, 24 november 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Uitgegeven de tweede december 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven