Besluit van 10 november 2004 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 5 november 2004, nr. WJZ 4068282;

Gelet op artikel IV van de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen treedt, met uitzondering van artikel I, in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 november 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip

Uitgegeven de achttiende november 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen. Van inwerkingtreding is uitgezonderd artikel I van deze rijkswet. Artikel I bevat wijzigingen van de Rijksoctrooiwet. De Rijksoctrooiwet is echter vervallen met ingang van 1 september 2004. Inwerkingtreding van artikel I zou derhalve geen effect meer hebben. Vandaar dat artikel I van inwerkingtreding is uitgezonderd.

Doordat in artikel II van de rijkswet tot wijziging van de rijkswet houdende wijziging van de Rijksoctrooiwet, de Rijksoctrooiwet 1995 en de Zaaizaad- en Plantgoedwet ten behoeve van de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (hierna: novelle) is bepaald dat de novelle op hetzelfde tijdstip in werking treedt als de rijkswet waarop de novelle betrekking heeft, regelt dit koninklijk besluit daarmee (indirect) ook de inwerkingtreding van de novelle.

Ook de inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 in verband met het depot van ander biologisch materiaal dan micro-organismen is in artikel II van dat besluit gekoppeld aan inwerkingtreding van eerstgenoemde rijkswet en treedt daarmee gelijktijdig in werking.

Aangezien richtlijn nr. 98/44/EG betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen al op 30 juli 2000 had moeten zijn geïmplementeerd kan ten behoeve van de bekendmaking in de rijksdelen overzee wat betreft de inwerkingtreding niet de aanbevolen termijn van minimaal 30 dagen na de datum van uitgifte van het Staatsblad worden aangehouden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip

Naar boven