Besluit van 3 november 2004, houdende wijziging van het Voertuigreglement tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 februari 2004 tot wijziging van richtlijn nr. 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 24 september 2004, nr. HDJZ/AWW/2004-2315, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2004/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 februari 2004 (PbEU L 44) tot wijziging van richtlijn nr. 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen en artikel 21, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 15 oktober 2004, nr. W09.04.0469/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 25 oktober 2004, nr. HDJZ/AWW/2004-2611, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Voertuigreglement wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1a.9 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1a.10

  • 1. Het is met ingang van 1 januari 2005 verboden bedrijfsauto’s met een toegestane maximum massa van meer dan 3.500 kg of bussen te koop aan te bieden, af te leveren of in te voeren, indien de snelheidsbegrenzer of het ingebouwde snelheidsbegrenzingssysteem niet voldoet aan het bepaalde in richtlijn 92/24/EEG.

  • 2. Het is met ingang van 1 januari 2005 verboden snelheidsbegrenzers of ingebouwde snelheidsbegrenzingssystemen, bestemd voor het gebruik in bedrijfsauto’s met een toegestane maximum massa van meer dan 3.500 kg of in bussen, te koop aan te bieden, af te leveren of in te voeren, indien deze niet voldoen aan het bepaalde in richtlijn 92/24/EEG.

B

Na artikel 3.8.12 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3.8.13

Een snelheidsbegrenzer of ingebouwd snelheidsbegrenzingssysteem als bedoeld in artikel 1 van richtlijn 92/24/EEG, voldoet aan het bepaalde in richtlijn 92/24/EEG.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 17 november 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 november 2004

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de zestiende november 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

In richtlijn nr. 92/6/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 februari 1992 betreffende de installatie en het gebruik, in de Gemeenschap, van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen (PbEG L 57; hierna richtlijn nr. 92/6/EEG) is bepaald dat bedrijfsauto’s met een toegestane maximum massa van meer dan 12.000 kg en bussen met een toegestane maximum massa van meer dan 10.000 kg moeten zijn voorzien van een snelheidsbegrenzer. Door middel van richtlijn nr. 2002/85/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 november 2002 (PbEG L 327) tot wijziging van richtlijn 92/6/EEG van de Raad betreffende de installatie en het gebruik in de Gemeenschap van snelheidsbegrenzers in bepaalde categorieën motorvoertuigen (hierna: richtlijn nr. 2002/85/EG) wordt de werkingssfeer van richtlijn 92/6/EEG uitgebreid. Voortaan moeten ook bedrijfsauto’s met een toegestane maximum massa van meer dan 3.500 kg, doch niet meer dan 12.000 kg, en bussen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 10.000 kg zijn voorzien van een snelheidsbegrenzer.

Omdat het aantal categorieën motorvoertuigen dat moet zijn voorzien van een snelheidsbegrenzer is uitgebreid, is het toepassingsgebied van de richtlijn waarin de constructievoorschriften voor snelheidsbegrenzers zijn vastgesteld door middel van richtlijn nr. 2004/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 februari 2004 (PbEU L 44) tot wijziging van Richtlijn 92/24/EEG van de Raad betreffende snelheidsbegrenzers of soortgelijke begrenzingssystemen voor bepaalde categorieën motorvoertuigen (hierna: richtlijn nr. 2004/11/EG), op overeenkomstige wijze uitgebreid.

Richtlijn nr. 2004/11/EG is, net als richtlijn nr. 2002/85/EG, geïmplementeerd in het Voertuigreglement. Een deel van richtlijn nr. 2004/11/EG behoeft geen implementatie, omdat in de implementatie van een aantal eisen al is voorzien door middel van de implementatie van richtlijn nr. 2002/85/EG. Wat rest is een verkoopverbod voor snelheidsbegrenzers en bepaalde categorieën voertuigen die met een snelheidsbegrenzer zijn uitgerust, indien deze niet voldoen aan de eisen van richtlijn nr. 92/24/EEG en de eis dat ook een snelheidsbegrenzer als technische eenheid moet voldoen aan de eisen van richtlijn nr. 92/24/EEG. Beide eisen zijn door middel van het onderhavige besluit geïmplementeerd.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

In artikel I, onderdeel A, is een verkoopverbod opgenomen. Bepaalde categorieën voertuigen mogen niet te koop aangeboden, afgeleverd of ingevoerd worden, indien de snelheidsbegrenzer of het ingebouwde snelheidsbegrenzingssysteem niet voldoet aan het bepaalde in richtlijn nr. 92/24/EEG. Het gaat hierbij om de voertuigen bedoeld in artikel 3.3.17, vierde lid, van het Voertuigreglement, te weten bedrijfsauto’s met een toegestane maximum massa van meer dan 3.500 kg doch niet meer dan 12.000 kg, bedrijfsauto’s met een toegestane maximum massa van meer dan 12.000 kg, bussen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 10.000 kg en bussen met een toegestane maximum massa van meer dan 10.000 kg. Behalve dat de genoemde voertuigen niet meer mogen worden verkocht, afgeleverd of ingevoerd geldt hetzelfde voor de snelheidsbegrenzer of het ingebouwde snelheidsbegrenzingssysteem indien deze niet voldoet aan het bepaalde in richtlijn nr. 92/24/EEG.

Artikel I, onderdeel B

In dit artikel zijn de eisen opgenomen waaraan een snelheidsbegrenzer als technische eenheid moet voldoen voor het verkrijgen van een typegoedkeuring. Het betreft de eisen die zijn neergelegd in richtlijn nr. 92/24/EEG.

III. Transponeringstabel

In onderstaande transponeringstabel is aangegeven op welke wijze richtlijn nr. 2004/11/EG is geïmplementeerd in nationale wetgeving.

Artikel(lid) richtlijn 2004/11/EG

Implementatie

Artikel 1

behoeft geen implementatie

Artikel 2

– Artikel 1a10 Voertuigreglement

– Artikel 3.3.17, vierde lid, Voertuigreglement

– Artikel 3.8.13 Voertuigreglement

– Artikel 5.3.15, tweede lid, Voertuigreglement

Artikel 3

behoeft geen implementatie

Artikel 4

behoeft geen implementatie

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven