Besluit van 22 september 2004, houdende wijziging van de grens tussen de gemeente Rotterdam en niet-ingedeeld gebied in de Noordzee, tevens provinciegrens van Zuid-Holland

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 augustus 2004, 2004-0000009483, CZW/WVOB;

Gelet op artikel 13 van de Wet algemene regels herindeling;

De Raad van State gehoord (advies van 2 september 2004, nr. W04.04.0418/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 september 2004, nr. 2004-0000012285;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Met ingang van 1 januari volgend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit wordt het niet provinciaal ingedeelde gebied in de Noordzee, aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart, toegevoegd aan de gemeente Rotterdam en ingedeeld bij de provincie Zuid-Holland, waarbij de grens van de gemeente Rotterdam, tevens grens van de provincie Zuid-Holland, wordt gewijzigd zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

^histnoot

's-Gravenhage, 22 september 2004

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de eenentwintigste oktober 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

BIJLAGE

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Door middel van deze algemene maatregel van bestuur (AMvB) wordt de huidige gemeentegrens van Rotterdam en gelijktijdig de huidige provinciegrens van Zuid-Holland gewijzigd. De huidige gemeente- en provinciegrenzen worden daarbij zeewaarts verlegd. Aan de orde is een grenscorrectie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi). Het betreft hier een wijziging van de gemeentegrens die het inwonertal van geen van de betrokken gemeenten met 10% of meer zal doen toe- of afnemen. Het betreft een wijziging van de provinciale indeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet arhi: een wijziging van de provinciegrenzen met niet provinciaal ingedeeld gebied.

2. Voorgeschiedenis

De Eerste en Tweede Kamer zijn akkoord gegaan met het plan voor de Tweede Maasvlakte. In september 2003 is de planologische kernbeslissing (PKB) plus deel 4 van het Project Mainport ontwikkeling Rotterdam (PMR) gepubliceerd. Op 19 december 2003 heeft het kabinet besloten een bijdrage te leveren aan de realisatie van de drie deelprojecten van PMR. Het deelproject «Landaanwinning met bijbehorende natuurcompensatie» heeft betrekking op de aanleg van de Tweede Maasvlakte waarvan een gedeelte buiten de huidige provincie- en gemeentegrens komt te liggen. De grenscorrectie die deze AMvB regelt, moet worden gezien als onderdeel van de uitwerking van de kabinetsbeslissing zoals neergelegd in de PKB plus deel 4.

De daadwerkelijke effectuering van de grenscorrectie maakt het mogelijk dat de concessie-m.e.r.-procedure in het kader van de Wet droogmakerijen en indijkingen van start kan gaan. Binnen deze procedure vervullen gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland een toetsende rol, die ze alleen kunnen vervullen als het gebied waarop de concessieaanvraag betrekking heeft ook binnen haar grenzen ligt. Om in 2006 te starten met de aanleg is het, gezien het logistieke pad tussen de procedures, noodzakelijk dat per 1 januari 2005 de herindeling effectief wordt.

3. Inhoud

3.1 Grenswijzigingen

De Tweede Maasvlakte zal worden aangelegd in het gebied tussen de Euro-Maasgeul in het Noorden en de verlengde demarcatielijn in het Zuiden, westelijk van de huidige Maasvlakte. De aanleg van de Tweede Maasvlakte heeft tot gevolg dat – zonder grenswijziging – een deel van het aan te winnen gebied buiten het huidige grondgebied van de provincie Zuid-Holland en van de gemeente Rotterdam komt te liggen. De grenswijziging heeft tot gevolg dat de oppervlakte van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam zal toenemen met 1512,5 hectare.

De huidige grens van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam in de Noordzee is overeenkomstig het stelsel van de Wet arhi bepaald door de Wet tot wijziging van de provincie- en gemeentegrenzen van Den Helder tot Sluis van 2 november 1990, Staatsblad nummer 553. Deze grens ligt op ongeveer 1 kilometer buiten de zogenaamde laag-laagwaterspringlijn en is vastgelegd met behulp van de coördinaten van het verschoven stelsel van rijksdriehoeksmeting. Het stelsel van de Wet arhi voorziet – middels artikel 13, tweede lid – in de mogelijkheid tot wijziging van de betreffende grens bij algemene maatregel van bestuur.

Als gevolg van de voorgestelde grenscorrectie blijft de 12-mijls zone ongewijzigd.

3.2 Project Mainportontwikkeling Rotterdam en deelproject Landaanwinning

De Mainport Rotterdam fungeert als knooppunt in internationale transport- en productienetwerken en in nationale, Europese en internationale transportketens. De Rotterdamse haven heeft zich mede door haar goede ligging en goede achterlandverbindingen kunnen ontwikkelen tot een efficiënte en grootschalige locatie voor haven- en industriële activiteiten. Het is de ambitie van het kabinet om deze positie te versterken en uit te bouwen en daarmee de Nederlandse concurrentiepositie te verstevigen.

Het kabinet wil de ruimtelijke voorwaarden scheppen om de dubbele doelstelling te realiseren zoals die in de Startnotitie Mainportontwikkeling Rotterdam van mei 1998 is verwoord: versterking van de positie van de Mainport Rotterdam en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond. Ter realisering hiervan stelt het kabinet in de PKB plus een pakket aan maatregelen voor, gegroepeerd in drie deelprojecten die samen het Project Mainportontwikkeling Rotterdam vormen.

Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam is een samenwerkingsverband van een aantal ministeries, de stadsregio Rotterdam, de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland.

Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam bestaat uit drie deelprojecten:

• Landaanwinning en natuurcompensatie: uitbreiding van de Rotterdamse haven met een nieuw stuk land in zee en maatregelen om schade aan beschermde natuur te compenseren;

• 750 hectare natuur- en recreatiegebied: ontwikkeling van nieuwe natuur- en recreatiegebieden op Midden-IJsselmonde en ten noorden van Rotterdam;

• Bestaand Rotterdams gebied: een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren.

Het deelproject Landaanwinning heeft betrekking op de aanleg van de Tweede Maasvlakte waarvan een gedeelte buiten de huidige provincie- en gemeentegrens komt te liggen. Deze AMvB voorziet in een grenscorrectie zodat de Tweede Maasvlakte binnen de grenzen van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam komt te liggen.

3.3 Beleidskader herindeling

Onderhavig voorstel voldoet aan het Beleidskader herindeling. Het is in overeenstemming met de wens van de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland en voorziet in ruimtebehoefte voor noodzakelijke ontwikkelingen.

4. Arhi-procedure met betrekking tot aanleg 2de Maasvlakte

De procedure zoals beschreven in de Wet algemene regels is door de provincie Zuid-Holland op goede en voorspoedige wijze doorlopen.

Op 6 april 2004 startten gedeputeerde staten van Zuid-Holland de arhi-procedure. Na overleg met het gemeentebestuur van Rotterdam hebben Gedeputeerde Staten het herindelingsontwerp vastgesteld.

Het herindelingsontwerp is aangeboden aan de gemeentebesturen van Rotterdam, Westland en Westvoorne. De twee laatste gemeenten hebben weliswaar geen rechtstreeks belang bij de voorgestelde grenscorrectie, maar grenzen wel dicht aan de beoogde gebiedsuitbreiding. De gemeente Rotterdam heeft het herindelingsontwerp op 8 april 2004 ter inzage gelegd voor een periode van 8 weken (ingevolge artikel 8, derde lid, van de Wet arhi). Van de mogelijkheid tot inspraak is geen gebruik gemaakt. De raad van Rotterdam heeft conform de Wet arhi ingestemd met het voorliggende herindelingsontwerp. De gemeentebesturen van Westland en van Westvoorne hebben beide geen aanleiding gevonden op het herindelingsontwerp te reageren.

Op 30 juni 2004 hebben provinciale staten het uiteindelijke herindelingsadvies vastgesteld.

Vervolgens hebben gedeputeerde staten van Zuid-Holland het herindelingsadvies op 5 juli 2004 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangeboden (ingevolge artikel 8, vijfde lid, van de Wet arhi).

5. Financiële aspecten

De wijziging van de provincie- en de gemeentegrens als gevolg van de aanleg van de Tweede Maasvlakte heeft beperkte financiële gevolgen. De onderhavige grenscorrectie brengt met zich mee dat per 1 januari 2005, voorafgaand aan de omzetting van buitenwater in land, circa 1500 ha water wordt toegevoegd aan de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid-Holland. De financiële gevolgen van de toevoeging van buitenwater zullen, afgemeten tegen de huidige algemene uitkering van Rotterdam en Zuid-Holland, zeer gering zijn.

Na de omzetting van het water in land, die na de aanleg van de Tweede Maasvlakte zal plaatsvinden, zal de algemene uitkering van Rotterdam opnieuw licht toenemen, omdat het bedrag per hectare land hoger is dan het bedrag per hectare (buiten)water. Hetzelfde geldt voor de provincie Zuid-Holland. Het betreft ook dan, afgemeten tegen de huidige algemene uitkering van Rotterdam en Zuid-Holland, een verhoging die zeer gering is.

6. Inwerkingtreding

Een voorspoedige inwerkingtreding wordt nagestreefd, zodat de voorgestelde grenswijziging per 1 januari 2005 kan worden geëffectueerd. Vanaf dat moment zullen het provinciebestuur van Zuid-Holland en het gemeentebestuur van Rotterdam voluit hun publieke verantwoordelijkheden met betrekking tot het betreffende gebied ter hand kunnen nemen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

---

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b van de Wet op de Raad van State).