Besluit van 24 augustus 2004 tot wijziging van het Bijdragenbesluit Kernenergiewet 1981

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juli 2004, nr. MJZ2004070159, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 74 van de Kernenergiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 29 juli 2004, nr. W08.04.00382/V);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 augustus 2004, nr. MJZ2004080741, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bijdragenbesluit Kernenergiewet 1981 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 2 wordt «€ 272,27» vervangen door: € 358.

B

In artikel 3, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a wordt «€ 3 403,35» vervangen door: € 4 476.

2. In onderdeel b wordt «€ 680,67» vervangen door: € 895.

3. In onderdeel c wordt «€ 403,86» vervangen door: € 531.

C

In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a wordt «€ 202 839,76» vervangen door: € 266 795.

2. In onderdeel b wordt «€ 6 761,33» vervangen door: € 8 893.

D

In artikel 5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «€ 202 839,76» vervangen door: € 266 795.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «€ 6 761,33» vervangen door: € 8 893.

3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «€ 521 847,25» vervangen door: € 686 386.

4. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «€ 15 655,42» vervangen door: € 20 592.

E

In artikel 5a wordt «€ 6 761,33» vervangen door: € 8 893.

F

In artikel 6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt «€ 202 839,76» vervangen door: € 266 795.

2. In het tweede lid wordt «€ 2 722,68» vervangen door: € 3 581.

G

In artikel 7, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a wordt «€ 272,27» vervangen door: € 358.

2. In onderdeel b wordt «€ 340,34» vervangen door: € 448.

3. In onderdeel c wordt «€ 544,54» vervangen door: € 716.

H

In artikel 9 wordt «€ 272,27» vervangen door: € 358.

I

In artikel 10 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In onderdeel a wordt «€ 1 361,34» vervangen door: € 1 791.

2. In onderdeel b wordt «€ 304,03» vervangen door « € 400» en wordt «€ 36,30» vervangen door: € 48.

J

In artikel 11 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid wordt «€ 35» vervangen door: € 38.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «€ 20» vervangen door: € 22.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «€ 50» vervangen door: € 54.

4. In het tweede lid, onderdeel c, wordt «€ 20» vervangen door: € 22.

5. In het vierde lid wordt «€ 20» vervangen door: € 22.

ARTIKEL II

  • 1. Op de verplichting tot het betalen van een bijdrage in verband met het verlenen van een vergunning, die is aangevraagd of verleend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft het voor dat tijdstip geldende recht van toepassing.

  • 2. Op de verplichting tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage blijft het voor de inwerkingtreding van dit besluit geldende recht van toepassing tot en met de dag waarop voor de eerste maal na het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit de verplichting tot een zodanige betaling ontstaat.

  • 3. Op de verplichting tot het betalen van een bijdrage als bedoeld in artikel 11 van het Bijdragenbesluit Kernenergiewet 1981 blijft het recht van toepassing, dat gold op het tijdstip waarop die verplichting ontstond.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 24 augustus 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Uitgegeven de dertigste september 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In de Kernenergiewet is een vergunningstelsel neergelegd met betrekking tot onder meer het gebruik van splijtstoffen of ertsen, de oprichting en exploitatie van kerninstallaties en het gebruik van radioactieve stoffen en ioniserende straling uitzendende toestellen.

Op grond van artikel 74 van de Kernenergiewet zijn in het Bijdragenbesluit Kernenergiewet 1981 (hierna: Bijdragenbesluit Kew 1981) bedragen vastgesteld die door vergunninghouders aan de Staat dienen te worden betaald als bijdrage in de aan de uitvoering van de Kernenergiewet verbonden kosten.

In de nota van toelichting bij voornoemd besluit wordt vermeld dat de bedragen periodiek zullen worden aangepast aan de geldontwaarding. Door omstandigheden heeft er pas in 1993 een eerste indexering kunnen plaatsvinden.

Na deze indexering lag het in de bedoeling de bedragen uit het Bijdragenbesluit Kew 1981 voortaan ongeveer om de 10 jaar aan te passen aan de geldontwaarding.

Mede namens de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat geef ik met het onderhavige wijzigingsbesluit aan dit voornemen uitvoering. De verhoging is berekend aan de hand van de prijsstijgingen sinds 1 januari 1994. Daarbij is het jaar 1993 op 100 gesteld en is uitgegaan van de kerngegevens zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek worden verstrekt (de consumentenprijsindex (CPI), alle huishoudens).

Voor de bedragen uit artikel 11 geldt het volgende. Bij koninklijk besluit van 29 oktober 2002 tot wijziging van diverse besluiten op grond van de Kernenergiewet (Euratom-richtlijn basisnormen) (Stb. 566) is artikel 11 van het Bijdragenbesluit Kew 1981 gewijzigd waarbij de bedragen zijn aangepast aan het toen geldende prijsniveau. Gelet op dit gegeven is de verhoging berekend aan de hand van de prijsstijgingen sinds 2002. Daarbij is het jaar 2001 op 100 gesteld.

Administratieve lasten

Er is geen sprake van wijziging in de administratieve lasten voor aanvragers van een vergunning.

De bedragen uit het Bijdragenbesluit Kew 1981 worden wel verhoogd, omdat de bedragen dienen te worden aangepast aan de geldontwaarding. Ten opzichte van de in 1993 vastgestelde bedragen vindt geen «echte» verhoging plaats. De bedragen worden alleen weer op relatief hetzelfde niveau gebracht.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

De bedragen in het besluit worden geïndexeerd. De verhoging is berekend aan de hand van de prijsstijgingen sinds 1 januari 1994.

Artikel II

Eerste lid

Dit artikellid bevat een overgangsregeling voor vergunningen die aangevraagd of verleend zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

Tweede lid

In dit artikellid wordt aangegeven dat de eerste maal na de inwerkingtreding van deze wijziging het bedrag moet worden betaald dat vóór de wijziging gold; daarna moet steeds het nieuwe bedrag worden betaald.

Derde lid

Dit artikellid voorziet in een overgangsbepaling voor bijdragen die ingevolge artikel 11 van het besluit moeten worden betaald voor begeleiding of toezicht bij vervoer. Voor begeleiding of toezicht bij vervoer vóór de inwerkingtreding van de wijziging, blijven de oude bedragen gelden.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven