Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2004, 463 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2004, 463 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 augustus 2004, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/A&L/04/54594;
Gelet op de artikelen 34, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 35, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 28, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, en XIII, achtste lid, en XXIV, zevende lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen;
De Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 2004, No. W12.04.0405/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 september 2004, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/A&L/04/62642;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het tijdstip, bedoeld in de artikelen 34, vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 35, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 28, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, waarop door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen wordt bezien of er in verband met wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid gronden zijn voor herziening of intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt als volgt vastgesteld:
a. ten aanzien van personen geboren op of na 1 juli 1956: een tijdstip gelegen in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 31 maart 2006;
b. ten aanzien van personen geboren tussen 1 juli 1949 en 1 juli 1956: een tijdstip gelegen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 maart 2007.
1. De artikelen 34, vierde lid, eerste zin, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en 35, vijfde lid, eerste zin, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen zijn niet van toepassing op personen op wie de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria van toepassing is.
2. Artikel 28, vijfde lid, eerste zin, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is niet van toepassing op:
a. personen die op 31 december 1986 dan wel 31 juli 1993 recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet;
b. personen op wie de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria van toepassing is.
3. De artikelen 34, vierde lid, eerste zin, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 35, vijfde lid, eerste zin van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 28, vijfde lid, eerste zin, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongehandicapten zijn niet van toepassing op:
a. personen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, ten aanzien van wie in de periode genoemd in dat onderdeel op een andere grond reeds een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling als bedoeld in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten heeft plaatsgevonden;
b. personen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, ten aanzien van wie in de periode genoemd in artikel 1, onderdeel a of b, op een andere grond reeds een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling als bedoeld in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten heeft plaatsgevonden.
4. Het derde lid is niet van toepassing indien de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling nog heeft plaats gevonden op grond van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten zoals dat luidde voor 1 oktober 2004.
1. Artikel 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, zoals dat luidde op 31 december 1997, is niet van toepassing op de personen, bedoeld in artikel XIII, eerste lid, en artikel XXIV, eerste lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen.
2. Onverminderd artikel 2 is ten aanzien van personen als bedoeld in artikel XIII, eerste lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen artikel 35 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen van toepassing.
3. Onverminderd artikel 2 is ten aanzien van personen als bedoeld in artikel XXIV, eerste lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen artikel 28 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van toepassing.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
Uitgegeven de achtentwintigste september 2004
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner
In de Wet wijziging systematiek herbeoordelingen arbeidsongeschiktheidswetten is geregeld dat de wettelijke periodieke herbeoordelingen, zoals die thans in de arbeidsongeschiktheidswetten staan, vervallen. Voor bestaande uitkeringsgerechtigden zal er wel sprake zijn van een eenmalige herbeoordeling. De herbeoordelingsoperatie start op 1 oktober 2004 en wordt over tweeëneenhalf jaar gespreid. In dit besluit wordt het bestand arbeidsongeschikten in twee groepen verdeeld en de periode vastgesteld waarin zij worden opgeroepen. Door de indeling in twee cohorten wordt voor de arbeidsongeschikten duidelijk in welke periode de herbeoordeling plaats zal vinden. Van de herbeoordelingsoperatie zijn drie groepen arbeidsongeschikten uitgezonderd. Die uitzondering is voorzover niet al in de wet zelf geregeld, opgenomen in artikel 2 van dit besluit.
2. Tijdstip van herbeoordeling
Voor de volgorde waarin de arbeidsongeschikten voor de herbeoordeling worden opgeroepen wordt het bestand verdeeld in twee cohorten (artikel 1). Het eerste cohort bestaat uit personen geboren op of na 1 juli 1956. Deze herbeoordelingen vinden plaats in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 31 maart 2006. Het tweede cohort bestaat uit personen geboren in de periode na 1 juli 1949 en voor 1 juli 1956 . Deze herbeoordelingen vinden plaats in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 maart 2007. Op die manier wordt bereikt dat personen met de beste reïntegratiekansen het eerst aan de beurt komen. Om de overgang tussen beide cohorten zonder vertraging te laten verlopen overlappen de periodes waarin de arbeidsongeschikten worden herbeoordeeld elkaar met drie maanden.
3. Uitzondering van eenmalige herbeoordeling
De eenmalige herbeoordeling heeft geen betrekking op bepaalde groepen arbeidsongeschikten.
De eerste groep bestaat uit arbeidsongeschikten die zijn geboren voor of op 1 juli 1949; deze groep is in de wet uitgezonderd. De tweede groep bestaat uit personen die nog onder het oude arbeidsongeschiktheidscriterium vallen van voor de Stelselherziening van 1987 en personen die nog onder het zogenaamde middencriterium vallen van voor de invoering van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen (Wet TBA) in 1993. Deze groep wordt grotendeels uitgezonderd op grond van de eerste uitzondering omdat zij voor of op 1 juli 1949 zijn geboren. Voor de overige personen is een aparte uitzondering opgenomen (artikel 2, tweede lid, onderdeel a). Dit betreft de groep personen die een uitkering hebben op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en nog onder het midden criterium vallen. Het betreft jonggehandicapten die op 31 juli 1993 recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Deze groep is op 1 juli 2004 minimaal 29 jaar oud. Daarnaast zijn ook personen op wie de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria van toepassing is uitgezonderd van de eenmalige herbeoordelingen (artikel 2, eerste lid, en tweede lid, onderdeel b).
Voor de volledigheid zij vermeld dat de groep arbeidsongeschikten die is uitgezonderd van de herbeoordelingsoperatie, indien daarvoor aanleiding is, nog wel een professionele herbeoordeling kan krijgen, maar dan op basis van de voor die groep geldende criteria. Professionele herbeoordelingen zijn herbeoordelingen waarvan het moment wordt bepaald door de professionele inschatting van de verzekeringsarts of de arbeidsdeskundige, of die plaatsvinden op verzoek van de uitkeringsgerechtigde zelf. Tijdens de herbeoordelingsoperatie zullen de professionele herbeoordelingen van de groep die niet valt onder de eenmalige herbeoordelingen voornamelijk beperkt worden tot herbeoordelingen op verzoek van de uitkeringsgerechtigde of herbeoordelingen bij aanvaarding van werk.
Tot slot wordt in dit besluit geregeld hoe een geplande eenmalige herbeoordeling zich verhoudt tot een professionele herbeoordeling en tot een einde wachttijdbeoordeling in de periode na 1 oktober 2004. Indien een arbeidsongeschikte is herbeoordeeld op grond van professionele inschatting of op eigen verzoek, dan vervalt de geplande eenmalige herbeoordeling indien beide beoordelingen in hetzelfde cohorttijdvak vallen (artikel 2, derde lid, onderdeel a). Ook indien in het eerste cohorttijdvak een professionele herbeoordeling heeft plaatsgevonden is een geplande eenmalige herbeoordeling in het tweede cohorttijdvak weinig zinvol; deze laatste zal dan ook vervallen (artikel 2, derde lid, onderdeel b). Het is wel mogelijk dat iemand die qua leeftijd in het eerste cohort valt, in het tweede cohorttijdvak een professionele herbeoordeling krijgt. Op grond van artikel 2, derde lid, zijn ook de arbeidsongeschikten die op of na 1 oktober 2004 een einde wachttijdbeoordeling krijgen van de eenmalige herbeoordeling uitgezonderd.
Voor de volledigheid staat in artikel 2, vierde lid, dat degenen die op of na 1 oktober 2004 worden beoordeeld op grond van het Schattingsbesluit zoals dat luidde tot 1 oktober 2004 niet worden uitgezonderd van de eenmalige herbeoordeling.
4. Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen
Er zijn personen voor wie, op grond van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen (Invoeringswet Pemba), artikel 24 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) nog geldt zoals dat artikel luidde op 31 december 1997 (voor bepaalde WAZ-gerechtigden artikel 24 AAW, zoals dat luidde op 31 juli 1993; zie artikel XIV Invoeringswet Pemba.)
Het betreft personen:
a. wier arbeidsongeschiktheid in de zin van de AAW voor 1 januari 1998 is ingetreden en uitsluitend omdat de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de AAW, nog niet was verstreken, op 31 december 1997 geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering hadden;
b. die 31 december 1997 recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de AAW;
c. die op 31 december 1997 geen recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de AAW hadden, doch met toepassing van artikel 32a, 37, of 38 van die wet in aanmerking zouden komen voor toekenning of heropening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering;
d. wier arbeidsongeschiktheid in de zin van de AAW voor 1 januari 1998 is ingetreden en voor wie de wachttijd, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van die wet op die dag was verstreken, doch die op die dag geen recht hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van die wet uitsluitend omdat een aanvraag tot toekenning van die uitkering niet was ingediend.
Om er voor te zorgen dat de nieuwe herbeoordelingssystematiek (inclusief uitzonderingen) ook ten aanzien van deze personen geldt is in dit besluit gebruik gemaakt van de delegatiebepalingen in de artikel XIII, achtste lid, en artikel XXIV, zevende lid, van de Invoeringswet Pemba. Deze delegatiebepalingen bieden de mogelijkheid om alsnog artikelen van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten op de bedoelde personen van toepassing te verklaren. Dit betekent dat ook ten aanzien van deze personen geldt dat de uitkering voor onbepaalde tijd wordt toegekend en er een eenmalige herbeoordeling plaatsvindt, tenzij één van de bovengenoemde uitzonderingen van toepassing is.
Voorzover de hiervoor genoemde personen onder artikel XIV, eerste lid, onderdeel c, van de Invoeringswet Pemba vallen, blijft artikel 24 van de AAW, zoals dat luidde op 31 juli 1993, van toepassing, hetgeen betekent dat ten aanzien van die personen ook geen wettelijke herbeoordeling plaatsvindt.
Op 28 juni 2004 is de toezichtbaarheidstoets door het IWI uitgebracht. De inspectie verwacht bij het toezicht op de uitvoering van het Besluit eenmalige herbeoordelingen door het UWV geen problemen.
Op 21 juli 2004 is de uitvoeringstoets van het UWV ontvangen. Het UWV acht de uitvoering van het besluit per 1 oktober 2004 haalbaar evenals de beoogde doorlooptijd van tweeëneenhalf jaar. Conform de uitvoeringstoets zijn de voorgestelde wijzigingen ten aanzien van artikel 2 aangebracht.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2004-463.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.