Besluit van 6 september 2004, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen, van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen, en van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 juli 2004, VGB/VL 2497668, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Gelet op artikel 5, eerste lid, onder c, artikel 13, onder a, en artikel 32b, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 12 augustus 2004, no. W13.04.0363/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 augustus 2004, VGB/VL 2508829, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken, en van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef van het eerste lid, onder a, komt te luiden:

a. bindend EG-besluit: een krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap met betrekking tot eet- en drinkwaren tot stand gekomen verordening, richtlijn of beschikking, die in het belang van de volksgezondheid regels stelt ten aanzien van de invoer, of het na invoer verhandelen daarvan, in de Europese Unie van eet- of drinkwaren die:.

2. In het tweede lid wordt «een bindende EEG-regeling voor zover die» vervangen door: een bindend EG-besluit voor zover dat.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt steeds «binnen Nederlands grondgebied te brengen» vervangen door: binnen Nederlands grondgebied te brengen of te verhandelen.

2. In het derde lid wordt «een bindende EEG-regeling» vervangen door: een bindend EG-besluit.

C

In artikel 3 wordt «binnen Nederlands grondgebied gebracht» vervangen door: binnen Nederlands grondgebied gebracht of verhandeld.

D

Artikel 4, onder c, komt te luiden:

c. een bindend EG-besluit;.

ARTIKEL II

Artikel 9 van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen vervalt.

ARTIKEL III

In de tabel met Omschrijving van de overtreding en «Boetebedrag per categorie» in de bijlage van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten, vervalt omschrijving D-58.2.1 met de bijbehorende vermeldingen.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 6 september 2004

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de drieëntwintigste september 2004

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I

Het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen geeft een rechtsbasis voor het bij ministeriële regeling uitvoeren van EG-verordeningen, -richtlijnen en -beschikkingen die voorwaarden stellen aan de invoer in de Europese Unie van bepaalde eet- en drinkwaren die schadelijk kunnen zijn voor de volksgezondheid. Sinds enige tijd bevatten deze bindende EG-besluiten niet alleen bepalingen inzake de invoer van eet- en drinkwaren, maar ook inzake het vervolgens verhandelen daarvan in de Europese Unie. Het is gewenst ook die bepalingen inzake het verhandelen voor Nederland bij ministeriële regeling uit te kunnen voeren. Dit besluit strekt daartoe. Daarbij is van de gelegenheid gebruik gemaakt oude begrippen en terminologie te vervangen door de nu gebruikelijke begrippen en terminologie.

Artikel II

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt ook een wijziging aan te brengen in het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen. Artikel 9 van dat besluit bepaalt dat de verhandelaar van verrijkte eet- of drinkwaren aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bepaalde informatie over de samenstelling van die waar moet verstrekken, alvorens die waar voor de eerste keer in de handel mag worden gebracht. Met behulp van deze informatie werden veranderingen in het aanbod van levensmiddelen en in de samenstelling van voedingsstoffen gevolgd.

In het kader van het waar mogelijk terugdringen van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, is bekeken in hoeverre het noodzakelijk is dat artikel 9 van toepassing blijft. Daarbij is gebleken dat de met behulp van artikel 9 verzamelende informatie, niet langer onmisbaar is voor verantwoorde beleidsvorming inzake het toevoegen van microvoedingsstoffen aan levensmiddelen. Artikel 9 kan daarom vervallen. Artikel II strekt daartoe.

Administratieve lasten

Artikel I leidt niet tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Artikel II leidt, bezien vanuit de nulmeting, tot een afname van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven van € 18 000,–.

Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de Adviescommissie toetsing administratieve lasten (Actal), maar dat college heeft het ontwerpbesluit niet geselecteerd voor een toets op de gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven