Besluit van 19 augustus 2004, houdende wijziging van het besluit van 25 juni
1999 (betreffende uitvoering van artikel 47, tweede en derde lid, van
de Visserijwet 1963)
Wij Beatrix,
bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
van 17 augustus 2004, no. TRCJZ/2004/4973, Directie Juridische
Zaken;
Gelet op
artikel 47, tweede en derde lid, van de
Visserijwet 1963;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 1 van het besluit van 25 juni 1999,
houdende uitvoering van artikel 47, tweede en derde lid, van de
Visserijwet
19631, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «2
leden» vervangen door: 3 leden.
3. De onderdelen d tot en met f worden
geletterd c tot en met e.
4. In onderdeel e wordt «de Nederlandse Vereniging voor de
Landelijke Eigendom» vervangen door: de Federatie Particulier
Grondbezit.
ARTIKEL II
Dit besluit
treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst.
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is belast
met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende
toelichting in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 19
augustus
2004
Beatrix
De
Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit,
C.
P. Veerman
Uitgegeven de dertigste augustus 2004
De Minister van
Justitie,
J.
P.
H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Ingevolge artikel 46, eerste lid , van de
Visserijwet 1963 bestaat de Kamer voor de Binnenvisserij uit een
voorzitter en ten minste zes en ten hoogste negen leden. Ingevolge
artikel 47 van de Visserijwet 1963 wordt van deze leden een derde
benoemd op voordracht van de door Ons aangewezen organisaties van
beroepsvissers en een derde op voordracht van de door Ons aangewezen
organisaties van sportvissers. De overige leden worden benoemd op
voordracht van de door Ons aangewezen organisaties, welke geacht kunnen
worden de eigenaren van en de beperkt gerechtigden op de grond onder
het viswater te vertegenwoordigen.
Het besluit
van 25 juni 1999 wijst de Nederlandse Vereniging van
Sportvissersfederaties (NVVS) en de Vereniging van Nederlandse Autonome
Sportvisserij Organisaties (NASO) aan als organisaties van sportvissers
die tezamen 3 leden mogen voordragen voor de Kamer voor de
Binnenvisserij; de NVVS mag 2 leden voordragen en de NASO 1 lid.
Op 27 juni 2003 zijn de NVVS en de NASO gefuseerd. Als gevolg
hiervan bestaat de NASO niet langer. Haar vermogen is onder algemene
titel overgegaan op de NVVS en haar leden zijn lid geworden van de
NVVS.
Het besluit van 5 juni 1999 wijst verder de Nederlandse
Vereniging voor de Landelijke Eigendom aan als één van de
organisaties van grondeigenaren die een lid mag voordragen voor de
Kamer voor de Binnenvisserij. Op 15 maart 2001 is de Nederlandse
Vereniging voor de Landelijke eigendom gefuseerd met de Federatie
Particulier Grondbezit. Als gevolg hiervan bestaat de Nederlandse
Vereniging voor de Landelijke Eigendom niet langer. Haar vermogen is
onder algemene titel overgegaan op de Federatie Particulier grondbezit
en haar leden zijn lid geworden van de Federatie Particulier
Grondbezit.
Met de onderhavige wijziging wordt
bewerkstelligd dat de drie leden die de NASO en NVVS tezamen mochten
voordragen, thans op voordracht van de NVVS worden benoemd en dat het
lid dat de Nederlandse Vereniging voor de Landelijke Eigendom mocht
voordragen, thans op voordracht van de Federatie Particulier Grondbezit
wordt benoemd.
De
Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit,
C.
P. Veerman