Besluit van 3 augustus 2004 tot wijziging van het Besluit financieel verdeelmodel sociale werkvoorziening in verband met een aanpassing van de zogenoemde garantiefactor

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 juni 2004, directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen, nr. ABG/GA/04/45148;

Gelet op artikel 8, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening;

De Raad van State gehoord (advies van 8 juli 2004, nummer W12.04.0272/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juli 2004, directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen, nr. ABG/GA/04/51078;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit financieel verdeelmodel sociale werkvoorziening1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3, eerste lid, vervalt de zinsnede «de voor de uitvoering van artikel 8, zevende lid, van de wet benodigde middelen,».

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Garantiefactor

  • 1. De subsidie over enig jaar, verleend vóór 1 oktober van het voorgaande jaar t-1, wordt vóór 1 oktober van het jaar t aangevuld tot 95% van de realisatie van het jaar t-1, wanneer blijkt dat de subsidie meer dan 5% lager is dan de realisatie in het jaar t-1.

    De eerste volzin geldt voor zover de realisatie de toekenning in het jaar t-1 niet te boven gaat.

  • 2. Bij de berekening van de subsidie op basis van het eerste lid worden wijzigingen van de subsidie als bedoeld in artikel 8, zesde lid, van de wet en afwijkingen van de verleende subsidie bij de definitieve vaststelling op grond van artikel 9, eerste lid, van de wet buiten beschouwing gelaten.

ARTIKEL II

Artikel 4 van het Besluit financieel verdeelmodel sociale werkvoorziening is van toepassing over het subsidiejaar 2004, met dien verstande dat toepassing van genoemd artikel leidt tot verrekening van reeds over dat jaar verleende subsidie met de wijziging van de subsidie, bedoeld in artikel 8, zesde lid, van de wet over het jaar 2004.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 30 september 2004.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting en de bijlage in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 3 augustus 2004

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid a.i.,

S. M. Dekker

Uitgegeven de vijfde augustus 2004

De Minister van Justitie a.i.,

M. C. F. Verdonk

NOTA VAN TOELICHTING

De indicatie in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) zal met ingang van 1 januari 2005 worden overgedragen van de gemeenten naar de Centrale organisatie werk en inkomen. Ter uitvoering van de met ingang van 1 januari 2005 te wijzigen Wsw en Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is in concept een Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken opgesteld. Dit conceptbesluit is aan het parlement voorgelegd. In genoemd conceptbesluit is een – ten opzichte van het huidige Besluit financieel verdeelmodel sociale werkvoorziening – wijziging opgenomen van de zogenoemde garantiefactor. Aanvankelijk was het de bedoeling de hiervoor genoemde wetswijziging met het hiervoor genoemde besluit met ingang van 1 oktober 2004 in werking te laten treden. De nieuwe garantiefactor had dan bij de subsidieverlening ten behoeve van het subsidiejaar 2005, die op grond van de Wsw vóór 1 oktober 2004 moet plaatsvinden, voor de jaren 2004 (als correctie) en 2005 kunnen worden toegepast.

Gelet op de motie Bruls c.s. op stuk nummer 29 225, nr. 12 is in overleg met uitvoerende partijen inmiddels besloten de datum van inwerkingtreding van het hierboven genoemde wetsvoorstel op te schuiven naar 1 januari 2005. Een gevolg van deze verschuiving is dat bij de subsidieverlening ten behoeve van het subsidiejaar 2005 nu geen rekening kan worden gehouden met de nieuwe berekeningswijze van de garantiefactor. Bij een gelijkblijvend macrobudget profiteert een enkele gemeente hiervan. Vrijwel alle andere gemeenten zullen ten gevolge van dit uitstel minder Wsw subsidie krijgen dan waarop zij gerekend hebben. Dit ongewenste effect wordt voorkomen door met dit besluit de nieuwe garantiefactor vóór 1 oktober 2004 nog in het huidige Besluit financieel verdeelmodel sociale werkvoorziening op te nemen.

Inhoudelijk gaat het bij de garantiefactor om het volgende. Om te voorkomen dat een subsidietoekenning voor een gemeente door de werking van de jaarlijkse herverdeling voor enig jaar al te zeer daalt ten opzichte van de subsidie voor het voorgaande jaar is in het verdeelmodel een garantie ingebouwd; deze grens is gesteld op 5%. De garantie houdt in dat de subsidie zo nodig wordt aangevuld tot 95% van de subsidie voor het voorgaande jaar.

Bij de invoering van de wet in 1998 is bepaald dat de 95% garantie voor de subsidie voor jaar (t) wordt verleend bij de toekenning van de subsidie voor jaar (t), gemeten ten opzichte van de stand van de toegekende subsidie voor jaar (t-1) van dat moment. Gebleken is echter dat in het bijzonder in het geval van onderrealisatie in jaar (t-1) een gemeente op deze wijze 95% garantiemiddelen toegekend krijgt die niet of in mindere mate nodig zijn. De teruggang in subsidie ten opzichte van die van het voorgaande jaar is bij onderrealisatie achteraf immers minder groot dan bij de toekenning in september jaar (t-1) was gedacht. Onderrealisatie trad vóór 1 januari 1998 vrijwel niet op. Dit heeft ertoe geleid dat in het besluit een eventuele verlening van een aanvulling op de subsidie wegens de 95% garantie niet langer wordt bepaald ten opzichte van de toekenning voor jaar (t-1) maar ten opzichte van de realisatie over dat jaar, wanneer deze lager is dan de toekenning. Zodra de gecertificeerde gegevens van gemeenten over de realisatie in jaar (t-1) zijn ontvangen en verwerkt kan worden bepaald of een gemeente in aanmerking komt voor een aanvulling. Het bedrag ten opzichte waarvan de subsidie voor jaar (t) niet meer dan 5% mag dalen wordt bepaald door de realisatie in standaardeenheden in jaar (t-1) te vermenigvuldigen met de subsidie per standaardeenheid voor jaar (t-1) op het moment van berekening, waarbij opgeteld een eventuele toekenning voor jaar (t-1) in het kader van de 95% garantie. Als subsidie voor jaar (t) wordt genomen de toekenning voor jaar (t) op het moment van berekening, waarin nog niet de arbeidsvoorwaardentoekenning is verwerkt. Een eventuele aanvulling op de subsidie tot 95% vindt plaats met de reguliere subsidieverlening die jaarlijks vóór 1 oktober plaatsvindt.

Ook bij de subsidie 2004 wordt de 95% garantie bepaald ten opzichte van de realisatie van 2003. In de subsidiebrief voor 2004 van oktober 2003 zijn de gemeenten geïnformeerd over de voorgenomen wijziging van de 95% garantie. De VNG is akkoord met de voorgenomen wijziging.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid a.i.,

J. P. Balkenende


XNoot
1

Stb. 1997, 468; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2001, Stb. 684.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven