Besluit van 21 juli 2004 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele artikelen van de Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 2004, 271)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 14 juli 2004, nr. WJZ/2004/34225 (6159), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IX van de Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 2004, 271);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De artikelen I, IV, VII en VIII van de Wet van 10 juni 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de decentralisatie van arbeidsvoorwaarden (Stb. 2004, 271) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 juli 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Rutte

Uitgegeven de negenentwintigste juli 2004

De Minister van Justitie a.i.,

M. C. F. Verdonk

Naar boven