Besluit van 1 juli 2004 tot wijziging van het Tijdelijk besluit proefplaatsing
WW en het Tijdelijk besluit loonsuppletie
WW
Wij
Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van
28 mei 2004, Directie Sociale Verzekeringen,
SV/R&S/04/32320;
Gelet op
artikel 130a, zesde lid, en 130b, vijfde
lid, van de Werkloosheidswet;
De Raad van State gehoord (advies van
10 juni 2004, No. W12.04.0218/IV);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 25 juni 2004,
Directie Sociale Verzekeringen,
SV/R&S/04/42300;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I. WIJZIGING
VAN HET TIJDELIJK BESLUIT PROEFPLAATSING WW
In artikel 6 van
het Tijdelijk besluit proefplaatsing
WW1 wordt «en vervalt vier jaar na die
dag» vervangen door: en vervalt met ingang van het tijdstip
waarop artikel II, onderdeel G, van het bij koninklijke boodschap van
13 april 2004 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van
enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten in verband met
het aanbrengen van enige vereenvoudigingen, Kamerstukken II 2003/04, 29
513, nr. 2, tot wet is verheven en in werking
treedt.
ARTIKEL II. WIJZIGING VAN HET TIJDELIJK
BESLUIT LOONSUPPLETIE WW
Het
Tijdelijk besluit loonsuppletie
WW2 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 8a. Overgangsrecht
Dit besluit blijft van toepassing ten aanzien van aanvragen
als bedoeld in artikel 4, eerste lid, die zijn ingediend voor de
vervaldatum van dit besluit en ten aanzien van loonsuppletie die voor
de vervaldatum van dit besluit is
toegekend.
B
In artikel 9 wordt «en vervalt vier jaar
na die dag» vervangen door: en vervalt, met uitzondering van
artikel 8a, vier jaar na die
dag.
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 1
juli
2004
Beatrix
De
Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid,
A.
J. de Geus
Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 2004
De Minister van
Justitie,
J.
P. H. Donner
NOTA VAN TOELICHTING
Dit besluit strekt tot wijziging van de looptijd
van het Tijdelijk besluit proefplaatsing WW en tot toevoegen van
overgangsrecht aan het Tijdelijk besluit loonsuppletie
WW.
Artikel I
In het
Tijdelijk besluit proefplaatsing WW was geregeld dat het experiment met
betrekking tot proefplaatsing met behoud van WW-uitkering een tijdsduur
kende van vier jaar.
In het voorstel van wet houdende
wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere wetten
in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen (Kamerstukken
II 2003/04, 29 513, nr. 2, blz. 4–5) wordt dit experiment
structureel in de Werkloosheidswet opgenomen. Omdat de looptijd van het
Tijdelijk besluit proefplaatsing WW op 12 augustus 2004 eindigt,
niet te verwachten is dat genoemd wetsvoorstel voor die datum in
werking treedt en het, met het oog op de rechtszekerheid, ongewenst is
het experiment te laten eindigen voordat de structurele regeling in
werking is getreden, wordt het Tijdelijk besluit proefplaatsing WW
verlengd tot het moment van in werking treden van artikel II, onderdeel
G van genoemd wetsvoorstel.
Artikel
II, onderdeel A
Ook het experiment dat is vormgegeven
in het Tijdelijk besluit loonsuppletie WW kent een looptijd van vier
jaar en eindigt op 12 augustus 2004. Deze looptijd verandert door dit
besluit niet. Wel wordt aan het besluit een overgangsrechtelijke
bepaling toegevoegd. Met het oog op ontstane verwachtingen ten aanzien
van toekenning van loonsuppletie of het voortduren van loonsuppletie
wordt aan het Tijdelijk besluit loonsuppletie WW eerbiedigende werking
toegekend ten aanzien van voor 12 augustus 2004 ingediende aanvragen om
loonsuppletie en voor die datum toegekende
loonsuppletie.
Artikel II, onderdeel
B
Om te voorkomen dat het in het Tijdelijk besluit
loonsuppletie WW op te nemen artikel 8a onbedoeld niet kan werken nadat
dat besluit is vervallen, wordt artikel 9 technisch
aangepast.
Toezichtbaarheid volgens
IWI
Onderhavig besluit is op 3 maart 2004 voor
toezichtbaarheidstechnisch commentaar voorgelegd aan de Inspectie Werk
en Inkomen (IWI). In de toezichtbaarheidstoets van 16 maart 2004 heeft
de IWI aangegeven geen opmerkingen te hebben met betrekking tot de
toezichtbaarheid.
Uitvoerbaarheid
volgens UWV
Onderhavig besluit is op 3 maart voor
uitvoeringstechnisch commentaar voorgelegd aan Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen (UWV). In de uitvoeringstoets van 13 mei 2004
heeft het UWV aangegeven geen opmerkingen te hebben met betrekking tot
de
uitvoerbaarheid.
Voorhangprocedure
Op
grond van artikel 130f van de Werkloosheidswet is dit ontwerp-besluit
voorafgaand aan de voordracht in de Staatscourant bekendgemaakt (Stcrt.
2004, 69). Gelijktijdig met deze bekendmaking is het ontwerp-besluit
aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Er zijn geen wensen of
bedenkingen ter kennis van de Minister
gebracht.
De
Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid,
A.
J. de
Geus
XNoot
1Stb. 2000, 191,
gewijzigd bij besluit van 13 december 2001, Stb.
687.
XNoot
2Stb. 2000, 189,
laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 juni 2002, Stb.
341.
XHistnoot
Het advies van de Raad van
State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid
j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat
het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat.